Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.De procedure in eerste aanleg
2.De procedure in hoger beroep
- het beroepschrift met producties, ingekomen op 6 januari 2022;
- het verweerschrift met producties;
- een journaalbericht van mr. Yücel van 10 oktober 2022 met producties 10 tot en met 18;
- een journaalbericht van mr. Kemper van 13 oktober 2022 met producties 9 tot en met 17;
- een journaalbericht van mr. Yücel van 14 oktober 2022 met producties 19, 20 en 21.
- de man, bijgestaan door zijn advocaat, en
- de vrouw, bijgestaan door haar advocaat.
3.De feiten
4.Het geschil
primair: te bepalen dat de vrouw ten aanzien van de kinderalimentatie niet aan haar stelplicht voldoet,
subsidiair: dat de vrouw ter zake moet bewijzen;
primair: indien de man de biologische vader is te bepalen dat hij als zaaddonor heeft gefungeerd, zodat hij noch als juridisch vader als bedoeld in artikel 1:207 Burgerlijk Wetboek (BW) is verbonden nog een onderhoudsverplichting als bedoeld in artikel 1:394 BW heeft;
primair: indien de man de biologische vader niet is te bepalen dat er geen kinderalimentatie verschuldigd is;
subsidiair: indien de man de biologische vader is te bepalen dat er geen kinderalimentatie verschuldigd is;
subsidiair/voorwaardelijk: indien en voor zover het verzoek van de vrouw (deels) wordt toegewezen, te bepalen dat de ingangsdatum van de kinderalimentatie zal ingaan per datum van deze beschikking, indien en voor zover, deze datum niet eerder is dan de datum van de beschikking van dit hof over het ouderschap van de man met zaaknummer 200.398.653;
meer subsidiair: indien de man de biologische vader is dat hij € 0,- per maand aan kinderalimentatie zal moeten voldoen, waarbij de feiten en/of omstandigheden zoals het inkomen van de vrouw alsmede de eventuele stiefvader/nieuwe partner van de vrouw gelet op hun verplichting om bij te dragen in de kosten van [de minderjarige1] in ogenschouw moeten worden genomen, de man heeft hier geen zicht op;