ECLI:NL:GHARL:2022:10370

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
2 december 2022
Publicatiedatum
2 december 2022
Zaaknummer
21-004870-19
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake procesafspraken en strafoplegging voor witwassen en valsheid in geschrift

In deze zaak hebben de verdachten en het Openbaar Ministerie procesafspraken gemaakt, waarbij het OM straffen zou eisen die de verdachten niet opnieuw naar de gevangenis zouden sturen. De rechtbank had deze afspraken niet goedgekeurd en veroordeelde de verdachten tot gevangenisstraffen van vijf en zes jaar. In hoger beroep heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden de procesafspraken wel goedgekeurd en voorwaardelijke gevangenisstraffen opgelegd tot twee jaar, rekening houdend met de context van de feiten en de medewerking van de verdachten aan de confiscatie van hun vermogen. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachten betrokken waren bij een systeem van 'swipen' van geld, wat op Curaçao een algemeen bekend verdienmodel was. Het hof heeft ook de belangen van de belastingdienst en een benadeelde bank in overweging genomen. De verdachte is veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 720 dagen, waarvan 676 dagen voorwaardelijk, en is ontzet uit het recht om financiële diensten te verlenen voor vijf jaar. Het hof heeft de overschrijding van de redelijke termijn in de procedure meegewogen in de strafoplegging.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-004870-19
Uitspraak d.d.: 2 december 2022
TEGENSPRAAK
Verkort arrestvan de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Zwolle, gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Overijssel van 4 september 2019 met parketnummer 08-960070-15 in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1973,
zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande,
postadres: [postadres] .
Het hoger beroep
De verdachte en de officier van justitie hebben tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van het hof van 25 maart 2022 en 18 november 2022 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot bewezenverklaring van feit 1, 2 en 3 en veroordeling van verdachte – met inachtneming van de gemaakte procesafspraken – tot een gevangenisstraf voor de duur van 720 dagen, met aftrek van de tijd die verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, waarvan 676 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren. Daarnaast heeft de advocaat-generaal gevorderd om verdachte een beroepsverbod op te leggen voor het verrichten van financiële diensten of soortgelijk werkzaamheden. Dit voor de duur van vijf jaren. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennisgenomen van hetgeen door verdachte en zijn raadslieden, mr. H. Loonstein en mr. B.Z. Loonstein, naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Bij bovengenoemd vonnis is verdachte ter zake van alle tenlastegelegde feiten veroordeeld
tot een gevangenisstraf voor de duur van vijf jaren, met aftrek van de tijd die verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. Daarnaast is verdachte ontzet van het recht tot uitoefening van het beroep van financieel dienstverlener en het beroep van statutair bestuurder, feitelijk bestuurder of vennoot van enige rechtspersoon die zich bezighoudt met financiële dienstverlening. Dit voor de duur van 5 jaren.
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen en opnieuw rechtdoen omdat het tot een andere strafoplegging en motivering daarvoor komt.
De tenlastelegging
Aan verdachte is -na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg- tenlastegelegd dat:
1.
hij, op een of meer tijdstip(pen), in of omstreeks de periode van 21 juli 2004 tot en met 5 september 2017,
- in Amsterdam en/of in Eindhoven en/of elders in Nederland; en/of
- in Boca Raton en/of Aventura en/of elders in de Verenigde Staten van Amerika; en/of
- in Willemstad en/of elders op Curacao; en/of
- in een of meer andere (buitenlandse) plaats(en),
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
Sub a
van
- een of meer geldbedrag(en) tot een bedrag van USD 322.719.658; en/of
- een of meer geldbedrag(en) tot een bedrag van ANG 496.735; en/of
- een of meer geldbedrag(en) tot een bedrag van ANG 28.760; en/of
- een of meer geldbedrag(en) tot een bedrag van EUR 22.740; en/of
- een of meer geldbedrag(en) tot een bedrag van EUR 14.910; en/of
- een of meer geldbedrag(en) tot een bedrag van USD 306.365; en/of
- een of meer geldbedrag(en) tot een bedrag van USD 47.825; en/of
- een woning gelegen aan [adres] ,
(Vindplaats: Proces-verbaal 571 (map 25), 639 (map 25), 758 (map 11) en 1020 (map 13))
de werkelijke aard en/of de herkomst en/of de vindplaats en/of de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld, en/of verborgen en/of verhuld heeft wie de rechthebbende(n) op bovenomschreven voorwerp(en) is/was en/of wie bovenomschreven voorwerp(en) voorhanden heeft/hebben gehad,
en/of
Sub b
- een of meer geldbedrag(en) tot een bedrag van USD 322.719.658; en/of
- een of meer geldbedrag(en) tot een bedrag van ANG 496.735; en/of
- een of meer geldbedrag(en) tot een bedrag van ANG 28.760; en/of
- een of meer geldbedrag(en) tot een bedrag van EUR 22.740; en/of
- een of meer geldbedrag(en) tot een bedrag van EUR 14.910; en/of
- een of meer geldbedrag(en) tot een bedrag van USD 306.365; en/of
- een of meer geldbedrag(en) tot een bedrag van USD 47.825; en/of
- een woning gelegen aan [adres] ,
(Vindplaats: Proces-verbaal 571 (map 25), 639 (map 25), 758 (map 11) en 1020 (map 13))
heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen en/of heeft omgezet en/of van bovenomschreven voorwerp(en) gebruik heeft gemaakt,
terwijl hij, verdachte, en/of zijn medeverdachte(n) redelijkerwijze moest(en) vermoeden, dat de/het bovenomschreven voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - (deels) afkomstig was/waren uit enig(e) (buitenlands) misdrij(f)(ven);
2.
dat
[bedrijf 1] (registratienummer: [nummer] ); en/of
[vennootschap 1] (registratienummer: [nummer] ); en/of
[vennootschap 2] voorheen genaamd [vennootschap 2] (registratienummer: [nummer] en [nummer] (Kamer van Koophandel)); en/of
[vennootschap 3] (registratienummer: [nummer] ); en/of
[bedrijf 2] (registratienummer: [nummer] ); en/of
[bedrijf 3] (registratienummer: [nummer] ); en/of
[bedrijf 4] (registratienummer: [nummer] ); en/of
[bedrijf 5] (registratienummer: [nummer] ),
op een of meer tijdstip(pen), in of omstreeks de periode van 21 juli 2004 tot en met 6 juli 2015,
- in Amsterdam en/of in Eindhoven en/of elders in Nederland; en/of
- in Boca Raton en/of Aventura en/of elders in de Verenigde Staten van Amerika; en/of
- in Willemstad en/of elders op Curacao; en/of
- in een of meer andere (buitenlandse) plaats(en),
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
/////
A. Oprichten vennootschappen
1. De oprichtingsakte van [vennootschap 1] , gedateerd 21 juli 2004; en/of
(Vindplaats: Proces-verbaal 135 (map 20) en 83 (map 23))
2. De oprichtingsakte van [vennootschap 2] , gedateerd 3 juli 2009; en/of
(Vindplaats: Proces-verbaal 855 (map 23))
B. Inschrijven vennootschappen
3. Een inschrijvingsformulier aangaande [vennootschap 2] , gedateerd omstreeks 5 tot en met 17 maart 2010 (is getekend op 5 maart, maar boven document staat 17 maart vermeld); en/of
(Vindplaats: Proces-verbaal 135 (map 20))
4. Een wijzigingsformulier aangaande [vennootschap 2] , gedateerd omstreeks 15 tot en met 21 mei 2013 (is getekend op 16 mei, maar boven document staat 21 mei vermeld); en/of
(Vindplaats: Proces-verbaal 135 (map 20))
C. Opzetten websites
5. De website (een verzameling van bij elkaar horende pagina's op het World Wide Web) van [bedrijf 4] ( [website] ); en/of
(Vindplaats: Proces-verbaal 1160 (map 15))
D. Openen rekeningen
6. Een aanvraagformulier aangaande [vennootschap 2] (rekening: [nummer] ), gedateerd 3 december 2009; en/of
(Vindplaats: Proces-verbaal 30 (map 18))
7. Een aanvraagformulier, althans raamovereenkomst, althans een (zogenaamde) 'Kundenstammvertrag' aangaande [vennootschap 2] (rekening: [nummer] , [nummer] ), gedateerd 11 juli 2013; en/of
(Vindplaats: Proces-verbaal 722 (map 9))
E. Verkrijgen pinterminals
8. Een aanvraagformulier, althans een (zogenaamd) 'Application Form - Direct Merchants' aangaande [bedrijf 3] , gedateerd 23 augustus 2007; en/of
(Vindplaats: Proces-verbaal 722 (map 9))
9. Een contract aangaande [vennootschap 1] , gedateerd 19 maart 2010; en/of
(Vindplaats: Proces-verbaal 722 (map 9))
10. Een contract aangaande [vennootschap 2] , gedateerd omstreeks 25 tot en met 28 mei 2013; en/of (Vindplaats: Proces-verbaal 807
(map 2, doorgenummerde pagina 66))
11. Een aanvraagformulier, althans een (zogenaamd) 'Merchant Application Form' aangaande [bedrijf 4] , gedateerd 12 december 2014; en/of
(Vindplaats: Proces-verbaal 755a (map 11))
F. Inrichten (bedrijfs)administraties
12. De (bedrijfs)administratie(s) van [vennootschap 1] en/of [vennootschap 2] voorheen genaamd [vennootschap 2] en/of [bedrijf 2] en/of [bedrijf 3] en/of [bedrijf 4] en/of [bedrijf 1] en/of [bedrijf 5] ; en/of
G. Opstellen jaarrekeningen
13. De jaarrekening(en) van [vennootschap 1] over het/de ja(a)r(en) 2005 en/of 2006 en/of 2007 en/of 2008 en/of 2009 en/of 2010 en/of 2011 en/of 2012 en/of 2013; en/of
(Vindplaats: Proces-verbaal 695 (map 32))
14. De jaarrekening(en) van [vennootschap 2] en/of [vennootschap 2] over het/de ja(a)r(en) 2010 en/of 2011 en/of 2012 en/of 2013; en/of
(Vindplaats: Proces-verbaal 698 (map 32))
15. De (geconsolideerde) jaarrekening(en) van [vennootschap 3] over het/de ja(a)r(en) 2006 en/of 2007 en/of 2009 en/of 2010 en/of 2011 en/of 2012 en/of 2013,
(Vindplaats: Proces-verbaal 697 (map 32))
/////
- ( telkens) zijnde (een) geschrift(en) en/of authentieke akte(n) dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit te dienen –
valselijk heeft opgemaakt en/of doen opmaken, en/of heeft vervalst en/of doen vervalsen, zulks (telkens) met het oogmerk om dat/die geschrift(en) en/of authentieke akte(n) als echt en onvervalst te gebruiken en/of door (een) andere(n) te doen gebruiken,
/////
bestaande dat valselijk opmaken en/of vervalsen uit
A. Oprichten vennootschappen
1. Het in artikel 2 aangaande het doel van de vennootschap opzettelijk nalaten te vermelden - zakelijk weergegeven - het (zogenaamde) 'swipen' tegen contanten (lokale en vreemde valuta), althans de handel in valuta's; en/of
2. Het in artikel 2 aangaande het doel van de vennootschap opzettelijk in strijd met de waarheid vermelden: 'Het doel van de vennootschap is het optreden als handelsagent en handelsvertegenwoordiger, de handel in, en de distributie van pharmaceutische producten in de ruimste zin des woords'; en/of
B. Inschrijven vennootschappen
3. Het onder 2.2 aangaande de omschrijving van de daadwerkelijke bedrijfsactiviteiten opzettelijk in strijd met de waarheid vermelden: 'Groothandel en distributie in pharmaceutische producten'; en/of
4. Het onder 4.1 en 4.2 aangaande de omschrijving van de vervallen en/of toegevoegde bedrijfsactiviteiten opzettelijk in strijd met de waarheid vermelden: 'Groothandel en distributie in pharmaceutische producten en/of Groothandel in dames en heren ondergoed'; en/of
C. Opzetten websites
5. Het onder 'About us' aangaande [bedrijf 4] en/of de [bedrijf 4] opzettelijk in strijd met de waarheid vermelden: ' [website] is an established distributor of popular brands, specialized manufacturer of women clothing and lingerie in the UK.' en/of 'For over 15 years [bedrijf 4] has supplied high end lingerie at affordable prices.' en/of opzettelijk in strijd met de waarheid vermelden dat het een (zogenaamde) webwinkel is waarop een product of dienst kan worden aangekocht, althans het opzettelijk in strijd met de waarheid wekken van de suggestie dat het een webwinkel is waarop een product of dienst kan worden aangekocht; en/of
D. Openen rekeningen
6. Het onder 2c aangaande de hoofdactiviteit van het bedrijf opzettelijk in strijd met de waarheid vermelden: 'Handelsagent/vertegenwoordiger/distributie pharmaceutische producten'; en/of
7. Het onder 'Branche' aangaande de branche waarbinnen de bedrijfsactiviteiten worden uitgevoerd opzettelijk in strijd met de waarheid vermelden: 'Grosshandel mit Textilien'; en/of
E. Verkrijgen pinterminals
8. Het onder 'Company information' en onder 'Products offered' aangaande de producten die (door de merchant zijnde de aanvrager) worden aangeboden opzettelijk in strijd met de waarheid vermelden: 'Intimate wear'; en/of
9. Het onder 'Straat' aangaande het adres van het bedrijf (van waaruit de bedrijfsactiviteiten worden uitgevoerd) opzettelijk in strijd met de waarheid vermelden: ' [adres] ' en/of onder 'Branche in detail' aangaande de branche waarbinnen de bedrijfsactiviteiten worden uitgevoerd opzettelijk in strijd met de waarheid vermelden: 'Pharma' en/of onder 'BTW-nr.' aangaande het BTW-nummer van het bedrijf opzettelijk in strijd met de waarheid vermelden: [nummer] (laatste drie karakters onleesbaar); en/of
10. Het onder 'Strasse' aangaande het adres van het bedrijf (van waaruit de bedrijfsactiviteiten worden uitgevoerd) opzettelijk in strijd met de waarheid vermelden: ' [adres] ' en/of onder 'Branche' aangaande de branche waarbinnen de bedrijfsactiviteiten worden uitgevoerd opzettelijk in strijd met de waarheid vermelden: 'Textil'; en/of
11. Het onder 'Industry' aangaande de industrie waarbinnen de bedrijfsactiviteiten worden uitgevoerd opzettelijk in strijd met de waarheid vermelden: 'Online sale of women's underwear' en/of onder 'Product / Service' aangaande de producten die (door de merchant zijnde de aanvrager) worden aangeboden opzettelijk in strijd met de waarheid vermelden: 'Women's underwear'; en/of
F. Inrichten (bedrijfs)administraties
12. Het opnemen en/of doen opnemen van (een) vals(e) en/of vervalst(e) pinbon(nen) en/of verkoopfactu(u)r(en) en/of inkoopfactu(u)r(en) en/of overeenkomst(en) in (een van) die (bedrijfs)administratie(s), waaronder
F1. Pinbonnen –
12a. Een pinbon ten bedrage van USD 2.500 en op naam gesteld van [vennootschap 1] , gedateerd 17 februari 2008 (19.28 uur); en/of
(Vindplaats: Proces-verbaal 599 (map 29))
12b. Een pinbon ten bedrage van EUR 95,01 en op naam gesteld van [vennootschap 2] , gedateerd 9 april 2015 (14.45 uur); en/of
(Vindplaats: Proces-verbaal 783 (map 30))
12c. Een pinbon ten bedrage van EUR 92,59 en op naam gesteld van [bedrijf 3] , gedateerd 6 juli 2015 (17.35 uur); en/of
(Vindplaats: Proces-verbaal 1225 (map 15))
12d. Een pinbon ten bedrage van EUR 351,42 en op naam gesteld van [bedrijf 4] , gedateerd 16 april 2016 (15.52 uur); en/of
(Vindplaats: Proces-verbaal 1227 (map 13))
Waarop (telkens) opzettelijk in strijd met de waarheid was vermeld - zakelijk weergegeven - dat:
(12a t/m d) De transactie heeft plaatsgevonden in Europa en/of de transactie is verricht in EUR en/of de kaarthouder een product geleverd heeft gekregen en/of de pinbon (de merchant receipt) is voorzien van een handtekening die de handtekening van de kaarthouder moet voorstellen (zijnde een valse handtekening);
F2. Verkoopfacturen (ten behoeve van het afdekken van inkomende geldstromen)
12e. Een verkoopfactuur uitgegeven door [bedrijf 3] en gericht aan [persoon 1] , gedateerd 1 november 2007; en/of
(Vindplaats: Proces-verbaal 1220 (map 15))
12f. Een verkoopfactuur uitgegeven door [vennootschap 2] (handelsnaam voor [vennootschap 2] ) en gericht aan [persoon 2] , gedateerd 25 januari 2011; en/of
(Vindplaats: Proces-verbaal 883 (map 27))
12g. Een verkoopfactuur uitgegeven door [vennootschap 1] en gericht aan [persoon 3] , gedateerd 4 juli 2015; en/of
(Vindplaats: Proces-verbaal 871 (map 30))
waarop (telkens) opzettelijk in strijd met de waarheid was vermeld - zakelijk weergegeven - dat:
(12e t/m g). Er door [bedrijf 3] en/of [vennootschap 1] en/of [vennootschap 2] (handelsnaam voor [vennootschap 2] ) (een) goed(eren) is/zijn geleverd en/of de afnemer van dat/die goed(eren) iemand anders is dan een (Sub)agent en/of in Venezuela woonachtig is;
F3. Inkoopfacturen (ten behoeve van het afdekken van de uitgaande geldstromen)
12h. Een inkoopfactuur uitgegeven door [bedrijf 1] en gericht aan [vennootschap 4] , gedateerd 15 december 2014; en/of
(Vindplaats: Proces-verbaal 1123 (map 31))
12i. Een inkoopfactuur uitgegeven door [uitgever 1] en gericht aan [vennootschap 2] , gedateerd 12 februari 2015; en/of
(Vindplaats: Proces-verbaal 1123
(map 31))
12j. Een inkoopfactuur uitgegeven door [uitgever 2] en gericht aan [vennootschap 2] , gedateerd 9 april 2015; en/of
(Vindplaats: Proces-verbaal 1217 (map 15)) waarop (telkens) opzettelijk in strijd met de waarheid was vermeld - zakelijk weergegeven - dat:
(12h t/m j) Er door [vennootschap 4] en/of [vennootschap 2] (een) goed(eren) is/zijn afgenomen;
F4. Overeenkomsten met (Sub)agents (ten behoeve van het afdekken van inkomende en uitgaande geldstromen)
12k. Een overeenkomst tussen [bedrijf 3] en [bedrijf 1] en [bedrijf 2] , gedateerd 22 augustus 2008; en/of
(Vindplaats: Proces-verbaal 1214 (map 15))waarop opzettelijk in strijd met de waarheid was vermeld - zakelijk weergegeven - dat: - (12k) [bedrijf 1] en [bedrijf 2] optreden als tussenpersoon voor [bedrijf 3] bij het aanbieden van toeristische diensten;
G. Opstellen jaarrekeningen
13. Het in de toelichting op de jaarrekening onder 'Activities of the company' aangaande de omschrijving van de bedrijfsactiviteiten opzettelijk in strijd met de waarheid vermelden: 'The main activities are importing, exporting and distribute of all kinds of articles, in the Carribean, Latin-, North America and Europe.' en/of (in de toelichting op de jaarrekening) aangaande de bedrijfsactiviteiten van de vennootschap opzettelijk nalaten te vermelden - zakelijk weergegeven - het (zogenaamde) 'swipen' tegen contanten (lokale en vreemde valuta), althans de handel in valuta's en/of het opzettelijk in strijd met de waarheid opnemen van een te laag bedrag aan winst; en/of
14. Het in de jaarrekening(en) opzettelijk in strijd met de waarheid vermelden: ' [vennootschap 2] , [plaats] )' en/of ' [vennootschap 2] , [plaats] )', althans het opzettelijk in strijd met de waarheid wekken van de suggestie dat de jaarrekening(en) (uitsluitend) ziet/zien op het bedrijfsresultaat van de Nederlandse vestiging en dat de bedrijfsresultaten van de Curacaose vestiging worden verantwoord in (een) afzonderlijke jaarrekening(en) en/of het opzettelijk nalaten te vermelden van rekening [nummer] en/of het opzettelijk in strijd met de waarheid opgeven van een te laag bedrag aan winst; en/of
15. Het (in de toelichting op de jaarrekening) aangaande de bedrijfsactiviteiten van de vennootschap opzettelijk nalaten te vermelden - zakelijk weergegeven - het (zogenaamde) 'swipen' tegen contanten (lokale en vreemde valuta), althans de handel in valuta's en/of het opzettelijk in strijd met de waarheid opnemen van een te laag bedrag aan winst,
zulks, terwijl hij, verdachte, al dan niet tezamen en in vereniging met (een) ander(en), (telkens) tot bovenomschreven strafba(a)r(e) feit(en) opdracht heeft/hebben gegeven, dan wel (telkens) feitelijke leiding heeft/hebben gegeven aan boven omschreven verboden gedraging(en);
3.
dat
[bedrijf 1] (registratienummer: [nummer] ); en/of
[vennootschap 1] (registratienummer: [nummer] ); en/of
[vennootschap 2] voorheen genaamd [vennootschap 2] (registratienummer: [nummer] en [nummer] (Kamer van Koophandel)); en/of
[vennootschap 3] (registratienummer: [nummer] ); en/of
[bedrijf 3] (registratienummer: [nummer] ); en/of
[bedrijf 4] (registratienummer: [nummer] ), en/of [bedrijf 5] (registratienummer: [nummer] ),
op een of meer tijdstip(pen), in of omstreeks de periode van 21 juli 2004 tot en met 6 juli 2015,
- in Amsterdam en/of in Eindhoven en/of elders in Nederland; en/of
- in Boca Raton en/of Aventura en/of elders in de Verenigde Staten van Amerika; en/of
- in Willemstad en/of elders op Curacao; en/of
- in een of meer andere (buitenlandse) plaats(en),
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
(telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen, door het aannemen van een valse naam of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
- de [benadeelde 1] ; en/of
- de [benadeelde 2] ; en/of
- de [benadeelde 3] ; en/of
- de [benadeelde 4] ; en/of
- de [benadeelde 5] ; en/of
(telkens) heeft/hebben bewogen tot de afgifte van enig goed en/of tot het verlenen van een dienst en/of tot het ter beschikking stellen van gegevens en/of tot het aangaan van een schuld en/of tot het teniet doen van een inschuld, te weten
- het aangaan van een of meer overeenkomst(en) naar burgerlijk recht; en/of
- het verlenen van een of meer financiële dienst(en); en/of
hierin bestaande, dat [vennootschap 1] en/of [vennootschap 2] voorheen genaamd [vennootschap 2] en/of [bedrijf 3] en/of [bedrijf 4] en/of [bedrijf 1] en/of [bedrijf 5] en/of een of meer van zijn medeverdachte(n), (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid:
- de hiervoor genoemde financiële instelling(en) en/of payment service provider(s) in (toegezonden) een of meer oprichtingsakte(n) en/of inschrijfformulier(en) en/of uittreksels (uit de Kamer van Koophandel en/of Curacao Chamber of Commerce & Industry en/of British Chamber of Commerce) en/of website(s) ( [website] en/of [website] ) en/of aanvraagformulier(en) en/of contract(en) en/of overeenkomst(en) en/of pinbon(nen) en/of verkoopfactu(u)r(en) en/of inkoopfactu(u)r(en) en/of jaarrekening(en) en/of (in reactie op vragen van de hiervoor genoemde financiële instelling(en) en/of payment service provider(s)) in vragenbrieven en/of e-mail(s) heeft/hebben voorgespiegeld:
A. Omschrijving bedrijfsactiviteiten
- dat de bedrijfsactiviteiten bestaan uit de groothandel in en/of online verkoop en/of distributie van farmaceutische producten en/of (onder)kleding; en/of
B. Distributieovereenkomst [rechtspersoon]
- dat er sprake is van een exclusief distributierecht voor het verkopen van een of meer producten van [rechtspersoon] in grote delen van de Verenigde Staten van Amerika en Venezuela; en/of
C. Plaats waar de bedrijfsactiviteiten worden uitgevoerd
- dat de bedrijfsactiviteiten worden uitgevoerd op het opgegeven vestigingsadresen/of in Europa en/of in de E-zone; en/of
D. Plaats waar er gebruik wordt gemaakt van de financiële diensten
- dat er op het opgegeven vestigingsadres en/of op cruiseschepen gebruik wordt gemaakt van de financiële diensten waaronder het gebruik van zogenaamde POS terminals; en/of
E. Plaats waar de kaarthouder aankoop doet
- dat de kaarthouder op het op de pinbon weergegeven (vestigings)adres met zijn kaart een aankoop heeft gedaan (die verband houdt met de opgegeven bedrijfsactiviteit); en/of
F. Levering goederen
- dat aan de transacties de levering van een of meer goed(eren) ten grondslag ligt; en/of
waardoor de hiervoor genoemde financiële instelling(en) en/of payment service provider(s) werd(en) bewogen tot de afgifte van enig goed en/of tot het verlenen van een dienst en/of tot het ter beschikking stellen van gegevens en/of tot het aangaan van een schuld en/of tot het teniet doen van een inschuld (zoals hiervoor genoemd),
zulks, terwijl hij, verdachte, al dan niet tezamen en in vereniging met (een) ander(en), tot bovenomschreven strafba(a)r(e) feit(en) opdracht heeft/hebben gegeven, dan wel feitelijke leiding heeft/hebben gegeven aan boven omschreven verboden gedraging(en).
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bevoegdheid van de rechter en niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie
De verdediging heeft in hoger beroep het verweer gehandhaafd dat de Nederlandse rechter niet bevoegd is om over deze zaak te oordelen dan wel dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk moet worden verklaard omdat bij het nemen van de beslissing om tot vervolging is overgegaan is gehandeld in strijd met het verbod van willekeur en het gelijkheidsbeginsel. Daartoe is aangevoerd dat bijna niemand van de medeverdachten in Nederland is berecht. In Curaçao ligt het bewijs en wonen de getuigen. Bovendien moeten de tenlastegelegde feiten worden beoordeeld naar Curaçaose maatstaven.

Bevoegdheid van de rechter

Ten aanzien van de bevoegdheid heeft de rechtbank het volgende overwogen;
“Artikel 2 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) noemt een aantal rechtbanken,
waaronder de rechtbank Overijssel, die gelijkelijk bevoegd zijn indien de officier van
justitie bij het landelijk parket met de vervolging van het strafbare feit is belast.
In artikel 1 van het besluit van 6 mei 2013, houdende regels ten aanzien van het landelijk
parket en het functioneel parket, alsmede ten aanzien van het mandateren van bevoegdheden van de officier van justitie staat, voor zover hier van belang, vermeld dat de officier van justitie bij het landelijk parket belast is met de vervolging van:
a. misdrijven die gezien hun ernst of frequentie dan wel het georganiseerd verband waarin
deze worden gepleegd een ernstige inbreuk op de rechtsorde maken en voor de bestrijding
waarvan een hoge mate van gespecialiseerde deskundigheid noodzakelijk is;
b. misdrijven die in nationaal of internationaal verband worden gepleegd en waarvoor
vervolging door het landelijk parket in aanmerking komt, gezien die taakverdeling tussen de
regionale eenheden van de politie en een dienst van de landelijke eenheid van politie die tot
taak heeft:
l'. het binnen vooraf door het bevoegd gezag vastgestelde aandachtsgebieden verrichten
vair onderzoeken naar zware en georganiseerde criminaliteit die naar aard of organisatie
een landelijk of internationaal karakter hebben en die de rechtsstaat in ernstige mate
bedreigen.
De rechtbank acht zich op grond van artikel 2 Sv in samenhang met voormeld besluit
bevoegd. Naar het oordeel van de rechtbank is er wel degelijk sprake van een verdenking
van misdrijven die ressorteren onder de hiervoor vermelde criteria onder a. c.q. onder b. sub 1. In dat verband wordt onder meer overwogen dat er sprake zou zijn geweest van een
internationaal opererende groep verdachten die in georganiseerd verband in het kader van te plegen misdrijven gebruik zou hebben gemaakt van, met als gevolg een potentieel
ondermijnend effect op, de financiële infrastructuur in Nederland. Zo is er volgens de
verdenking hier te lande een onderneming genaamd ` [vennootschap 2] ' in de Kamer van
Koophandel ingeschreven en is er een [bankrekening] geopend via welke met
gebruikmaking van Venezolaanse creditcards een bedrag van ongeveer E 150,- miljoen zou
zijn getransigeerd. Ook zijn er pinterminals van Nederland naar Curagao verzonden. Het
verweer wordt daarom verworpen.”
Het hof sluit zich bij deze overweging aan en maakt deze tot de zijne.

De ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie

Schending gelijkheidsbeginsel en het verbod van willekeur
Net als de rechtbank stelt het hof voorop dat de beslissing om tot vervolging over te gaan, zich slechts in zeer beperkte mate leent voor een inhoudelijke rechterlijke toetsing in die zin dat slechts in uitzonderlijke gevallen plaats is voor een niet-ontvankelijk verklaring van het Openbaar Ministerie op de grond dat het instellen of voortzetten van die vervolging onverenigbaar is met beginselen van een goede procesorde. Daarbij geldt als criterium dat geen redelijk handelend lid van het Openbaar Ministerie heeft kunnen oordelen dat met (voortzetting van) de vervolging enig door strafrechtelijke handhaving beschermd belang gediend kan zijn.
Voor zover de verdediging een beroep heeft gedaan op het gelijkheidsbeginsel en het
willekeurverbod overweegt het hof dat de verdediging er onvoldoende in is geslaagd te onderbouwen dat ten opzichte van verdachte sprake is van rechtens relevante gelijke gevallen. De rol van verdachte en medeverdachte is anders dan de verdachte die zijn berecht in Curaçao. Bovendien bevat het dossier een overdacht van strafvervolging, na een voorstel van het Openbaar Ministerie van Curaçao om de strafvervolging over te nemen. Voor het overige is niet gebleken dat er enig beletsel is om verdachte in Nederland te vervolgen.
Het hiervoor overwogene leidt tot de conclusie dat - ook wanneer de verweren in onderling verband en samenhang worden beschouwd - geen sprake is van een uitzonderlijk geval waarbij plaats is voor een niet-ontvankelijkverklaring van het Openbaar Ministerie in de vervolging op de grond dat het instellen of voortzetten van die vervolging onverenigbaar is met beginselen van een goede procesorde. De verweren worden verworpen. Het Openbaar
Ministerie is in zoverre ontvankelijk in de vervolging.
Verjaring
Artikel 70, eerste lid, aanhef en onder 2°, van het Wetboek van Strafrecht (Sr) bepaalt wanneer het recht tot strafvordering vervalt door verjaring. Voor misdrijven waarop een gevangenisstraf van niet meer dan drie jaren is gesteld, is die termijn zes jaren. Artikel 420quater Sr, dat in deze zaak onder feit 1 ten laste is gelegd, kent als maximumstraf drie jaren gevangenisstraf. De verjaringstermijn bedraagt dus ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde schuldwitwassen zes jaren.
De verjaring wordt gestuit door elke daad van vervolging van het Openbaar Ministerie. Dat
is bepaald in artikel 72, eerste lid, Sr. Dat betekent in deze zaak dat de verjaring van dit feit
waarvoor verdachte wordt vervolgd gestuit is op 6 juli 2015, de dag waarop het bedrijfspand
aan de [adres] te Curaçao werd doorzocht.
Door de rechtbank is daarom terecht de conclusie getrokken dat het Openbaar Ministerie
gedeeltelijk niet-ontvankelijk is in de vervolging van hetgeen onder feit 1 ten laste is gelegd
voor zover het de periode vóór 6 juli 2009 betreft. Inmiddels dient ook rekening gehouden met de absolute verjaring van artikel 72, tweede lid, Sr. Dat betekent dat — zelfs na stuiting — het onder feit 1 ten laste gelegde is verjaard voor zover het feit meer dan twaalfjaren geleden is begaan. Het hof wijst op 2 december 2022 arrest. Gelet op die verjaringstermijn is het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk in de vervolging van hetgeen onder feit 1 ten laste is gelegd voor zover het de periode vóór 2 december 2010 betreft. Dat brengt met zich dat het in de tenlastelegging genoemde bedrag in USD, dat voor een deel is gebaseerd op de omzet in de verjaarde periode, door het hof wordt aangepast tot een bedrag van ongeveer 200.000.000,-. Daarbij heeft het hof dit bedrag ruim naar beneden bijgesteld, rekening houdend met het feit dat de verjaring ook doorloopt gedurende de tijd dat het arrest van het hof niet onherroepelijk is. Voor de beoordeling van de in de procesafspraken voorgestelde sancties maakt dat niet uit: het blijft gaan om gigantische bedragen.
Het hof heeft voor het overige vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat het bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat het Openbaar Ministerie (gelet op het voorgaande: gedeeltelijk) ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
Overweging met betrekking tot het bewijs
Het hof is van oordeel dat de bewezenverklaring wordt gedekt door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen.
Bewezenverklaring
Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel -ook in onderdelen- slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
1.
hij in de periode van 2 december 2010 tot en met 5 september 2017,
- in Nederland; en/of
- in de Verenigde Staten van Amerika; en/of
- op Curacao; en/of
- in een of meer andere (buitenlandse) plaats(en),
tezamen en in vereniging met anderen,
Sub a
van
- geldbedragen tot een bedrag van ongeveer USD 200.000.000,-; en
- een geldbedrag van ANG 496.735; en
- een geldbedrag van ANG 28.760; en
- een geldbedrag van EUR 22.740; en
- een geldbedrag van EUR 14.910; en
- een geldbedrag van USD 306.365; en
- een geldbedrag van USD 47.825; en
de werkelijke aard en herkomst heeft verhuld en/of verborgen,
en
Sub b
- geldbedragen tot een bedrag van ongeveer USD 200.000.000,-; en
- een geldbedrag tot een bedrag van ANG 496.735; en
- een geldbedrag tot een bedrag van ANG 28.760; en
- een geldbedrag tot een bedrag van EUR 22.740; en
- een geldbedrag tot een bedrag van EUR 14.910; en
- een geldbedrag tot een bedrag van USD 306.365; en
- een geldbedrag tot een bedrag van USD 47.825; en
heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen en/of heeft omgezet en/of van bovenomschreven voorwerp(en) gebruik heeft gemaakt, terwijl hij, verdachte, en zijn medeverdachten redelijkerwijze moesten vermoeden, dat de bovenomschreven voorwerpen - onmiddellijk of middellijk - (deels) afkomstig waren uit enig(e) (buitenlands) misdrij(f)(ven);
2.
dat
[bedrijf 1] (registratienummer: [nummer] ); en
[vennootschap 1] (registratienummer: [nummer] ); en
[vennootschap 2] voorheen genaamd [vennootschap 2] (registratienummer: [nummer] en [nummer] (Kamer van Koophandel)); en
[vennootschap 3] (registratienummer: [nummer] ); en
[bedrijf 2] (registratienummer: [nummer] ); en
[bedrijf 3] (registratienummer: [nummer] ); en
[bedrijf 4] (registratienummer: [nummer] ); en
[bedrijf 5] (registratienummer: [nummer] ),
in de periode van 21 juli 2004 tot en met 6 juli 2015,
- in Nederland; en/of
- in de Verenigde Staten van Amerika; en/of
- op Curaçao; en/of
- in een of meer andere (buitenlandse) plaats(en),
tezamen en in vereniging met anderen,
A. Oprichten vennootschappen
1. De oprichtingsakte van [vennootschap 1] , gedateerd 21 juli 2004; en
2. De oprichtingsakte van [vennootschap 2] , gedateerd 3 juli 2009; en
B. Inschrijven vennootschappen
3. Een inschrijvingsformulier aangaande [vennootschap 2] ,
gedateerd omstreeks 5 tot en met 17 maart 2010 (is getekend op 5 maart, maar boven document staat 17 maart vermeld); en
4. Een wijzigingsformulier aangaande [vennootschap 2] , gedateerd omstreeks 15 tot en met 21 mei 2013 (is getekend op 16 mei, maar boven document staat 21 mei vermeld); en
C. Opzetten websites
5. De website (een verzameling van bij elkaar horende pagina's op het World Wide Web) van [bedrijf 4] ( [website] ); en
D. Openen rekeningen
6. Een aanvraagformulier aangaande [vennootschap 2] (rekening: [nummer] ), gedateerd 3 december 2009; en
7. Een aanvraagformulier, althans raamovereenkomst, althans een (zogenaamde)
'Kundenstammvertrag' aangaande [vennootschap 2] (rekening: [nummer] ,
[nummer] ), gedateerd 11 juli 2013; en
E. Verkrijgen pinterminals
8. Een 'Application Form - Direct Merchants' aangaande [bedrijf 3] , gedateerd 23 augustus 2007; en
9. Een contract aangaande [vennootschap 1] , gedateerd 19 maart 2010; en
10. Een contract aangaande [vennootschap 2] , gedateerd omstreeks 25 tot en met 28 mei 2013; en
11. Een 'Merchant Application Form' aangaande [bedrijf 4] , gedateerd 12 december 2014; en
F. Inrichten (bedrijfs)administraties
12. De bedrijfsadministraties van [vennootschap 1] en [vennootschap 2] voorheen genaamd [vennootschap 2] en [bedrijf 2] en [bedrijf 3] en [bedrijf 4] en [bedrijf 1] en [bedrijf 5] ; en
G. Opstellen jaarrekeningen
13. De jaarrekeningen van [vennootschap 1] over de jaren 2005 en 2006 en 2007 en 2008 en 2009 en 2010 en 2011 en 2012 en 2013; en
14. De jaarrekeningen van [vennootschap 2] en [vennootschap 2] over de jaren 2010 en/of 2011 en/of 2012 en/of 2013; en
15. De geconsolideerde jaarrekeningen van [vennootschap 3] over de jaren 2006 en 2007 en 2009 en 2010 en 2011 en 2012 en 2013,
- telkens zijnde geschriften en/of authentieke akten die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen –
valselijk heeft opgemaakt en heeft vervalst, zulks telkens met het oogmerk om die geschriften en/of authentieke akten als echt en onvervalst te gebruiken
bestaande dat valselijk opmaken uit
A. Oprichten vennootschappen
1. Het in artikel 2 aangaande het doel van de vennootschap opzettelijk nalaten te vermelden – zakelijk weergegeven – het (zogenaamde) ‘swipen’ tegen contanten (lokale en vreemde valuta), althans de handel in valuta’s; en
2. Het in artikel 2 aangaande het doel van de vennootschap opzettelijk in strijd met de waarheid vermelden: ‘Het doel van de vennootschap is het optreden als handelsagent en vertegenwoordiger, de handel in, en de distributie van pharmaceutische producten in de ruimste zin des woords’; en
B. Inschrijven vennootschappen
3. Het onder 2.2. aangaande de omschrijving van de daadwerkelijke bedrijfsactiviteiten opzettelijk in strijd met de waarheid vermelden: ‘Groothandel en distributie in pharmaceutische producten’; en
4. Het onder 4.1 en 4.2 aangaande de omschrijving van de vervallen en/of toegevoegde bedrijfsactiviteiten opzettelijk in strijd met de waarheid vermelden: ‘Groothandel en distributie in pharmaceutische producten en/of ‘Groothandel in dames en heren ondergoed’; en
C. Opzetten websites
5. Het onder ‘About us’ aangaande [bedrijf 4] en de [bedrijf 4] opzettelijk in strijd met de waarheid vermelden: ‘ [website] is an established distributor of popular brands, specialized manufacturer of women clothing and lingerie in the UK.’ en ‘For over 15 years [bedrijf 4] has supplied high end lingerie at affordable prices.’ en het opzettelijk in strijd met de waarheid wekken van de suggestie dat het een webwinkel is waarop een product of dienst kan worden aangekocht; en
D. Openen rekeningen
6. Het onder 2c aangaande de hoofdactiviteit van het bedrijf opzettelijk in strijd met de waarheid vermelden: ‘Handelsagent/vertegenwoordiger/distributie pharmaceutische producten’; en
7. Het onder ‘Branche’ aangaande de branche waarbinnen de bedrijfsactiviteiten worden uitgevoerd opzettelijk in strijd met de waarheid vermelden: ‘Grosshandel mit Textilien’; en
E. Verkrijgen pinterminals
8. Het onder ‘Company information’ en onder ‘Products offered’ aangaande de producten die (door de merchant zijnde de aanvrager) worden aangeboden opzettelijk in strijd met de waarheid vermelden: ‘Intimate wear’; en
9. Het onder ‘Straat’ aangaande het adres van het bedrijf (van waaruit de bedrijfsactiviteiten worden uitgevoerd) opzettelijk in strijd met de waarheid vermelden: ‘ [adres] ’ en onder ‘Branche in detail’ aangaande de branche waarbinnen de bedrijfsactiviteiten worden uitgevoerd opzettelijk in strijd met de waarheid vermelden: ‘Pharma’ en/of onder ‘BTW-nr.’ aangaande het BTW-nummer van het bedrijf opzettelijk in strijd met de waarheid vermelden: [nummer] (laatste drie karakters onleesbaar); en
10. Het onder ‘Strasse’ aangaande het adres van het bedrijf van waaruit de bedrijfsactiviteiten worden uitgevoerd opzettelijk in strijd met de waarheid vermelden: ‘ [adres] ’ en onder ‘Branche’ aangaande de branche waarbinnen de bedrijfsactiviteiten worden uitgevoerd opzettelijk in strijd met de waarheid vermelden: ‘Textil’; en
11. Het onder ‘Industry’ aangaande de industrie waarbinnen de bedrijfsactiviteiten worden uitgevoerd opzettelijk in strijd met de waarheid vermelden: ‘Online sale of women’s underwear’ en onder ‘Product / Service’ aangaande de producten die (door de merchant zijnde de aanvrager) worden aangeboden opzettelijk in strijd met de waarheid vermelden: ‘Women’s underwear’; en
F. Inrichten bedrijfsadministraties
12. Het opnemen en doen opnemen van valse pinbonnen en verkoopfacturen en inkoopfacturen en overeenkomsten in die bedrijfsadministraties, waaronder
F1. Pinbonnen
12a. Een pinbon ten bedrage van USD 2.500 en op naam gesteld van [vennootschap 1] , gedateerd 17 februari 2008 (19.28 uur); en
12b. Een pinbon ten bedrage van EUR 95,01 en op naam gesteld van [vennootschap 2] , gedateerd 9 april 2015 (14.45 uur); en
12c. Een pinbon ten bedrage van EUR 92,59 en op naam gesteld van [bedrijf 3] , gedateerd 6 juli 2015 (17.35 uur) ; en
12d. Een pinbon ten bedrage van EUR 351,42 en op naam gesteld van [bedrijf 4] , gedateerd 16 april 2016 (15.52 uur);
waarop (telkens opzettelijk in strijd met de waarheid was vermeld – zakelijk weergegeven - dat:
(12a t/m d). De transactie heeft plaatsgevonden in Europa en/of de transactie is verricht in EUR en/of de kaarthouder een product geleverd heeft gekregen en/of de pinbon (de merchant receipt) is voorzien van een handtekening die de handtekening van de kaarthouder moet voorstellen (zijnde een valse handtekening);
F2. Verkoopfacturen (ten behoeve van het afdekken van inkomende geldstromen)
12e. Een verkoopfactuur uitgegeven door [bedrijf 3] en gericht aan [persoon 1] , gedateerd 6 1 november 2007; en
12f. Een verkoopfactuur uitgegeven door [vennootschap 2] (handelsnaam voor [vennootschap 2] ) en gericht aan [persoon 2] , gedateerd 25 januari 2011; en
12g. Een verkoopfactuur uitgegeven door [vennootschap 1] en gericht aan [persoon 3] , gedateerd 4 juli 2015;
waarop telkens opzettelijk in strijd met de waarheid was vermeld – zakelijk weergegeven – dat:
(12e t/m g). Er door [bedrijf 3] en/of [vennootschap 1] en/of [vennootschap 2] (handelsnaam voor [vennootschap 2] ) goederen zijn geleverd en/of de afnemer van die goederen iemand anders is dan een (Sub)agent en/of in Venezuela woonachtig is;
F3. Inkoopfacturen (ten behoeve van het afdekken van de uitgaande geldstromen)
12h. Een inkoopfactuur uitgegeven door [bedrijf 1] en gericht aan [vennootschap 4] , gedateerd 15 december 2014; en
12i. Een inkoopfactuur uitgegeven door [uitgever 1] en gericht aan [vennootschap 2] , gedateerd 12 februari 2015; en
12j. Een inkoopfactuur uitgegeven door [uitgever 2] en gericht aan [vennootschap 2] , gedateerd 9 april 2015;
waarop telkens opzettelijk in strijd met de waarheid was vermeld – zakelijk weergegeven - dat:
(12h t/m j). Er door [vennootschap 4] en [vennootschap 2] goederen zijn afgenomen;
F4. Overeenkomsten met (Sub)agents (ten behoeve van het afdekken van inkomende en uitgaande geldstromen)
12k. Een overeenkomst tussen [bedrijf 3] en [bedrijf 1] en [bedrijf 2] , gedateerd 22 augustus 2008; en waarop opzettelijk in strijd met de waarheid was vermeld – zakelijk weergegeven - dat: (12k). [bedrijf 1] en [bedrijf 2] optreden als tussenpersoon voor [bedrijf 3] bij het aanbieden van toeristische diensten;
G. Opstellen jaarrekeningen
13. Het in de toelichting op de jaarrekening onder ‘Activities of the company’ aangaande de omschrijving van de bedrijfsactiviteiten opzettelijk in strijd met de waarheid vermelden: ‘The main activities are importing, exporting and distribute of all kinds of articles, in the Carribean, Latin-, North America and Europe.’ en in de toelichting op de jaarrekening aangaande de bedrijfsactiviteiten van de vennootschap opzettelijk nalaten te vermelden - zakelijk weergegeven - het ‘swipen’- tegen contanten (lokale en vreemde valuta) en/of het opzettelijk in strijd met de waarheid opnemen van een te laag bedrag aan winst; en
14. Het in de jaarrekeningen opzettelijk in strijd met de waarheid vermelden: ‘ [vennootschap 2] , [plaats] ) ‘en/of ‘ [vennootschap 2] , [plaats] )’, althans het opzettelijk in strijd met de waarheid wekken van de suggestie dat de jaarrekeningen (uitsluitend) zien op het bedrijfsresultaat van de Nederlandse vestiging en dat de bedrijfsresultaten van de Curaçaose vestiging worden verantwoord in afzonderlijke jaarrekeningen en/of het opzettelijk nalaten te vermelden van rekening [nummer] en/of het opzettelijk in strijd met de waarheid opgeven van een te laag bedrag aan winst; en
15. Het (in de toelichting op de jaarrekening) aangaande de bedrijfsactiviteiten van de vennootschap opzettelijk nalaten te vermelden -zakelijk weergegeven - het ‘swipen’ tegen contanten (lokale en vreemde valuta) en/of het opzettelijk in strijd met de waarheid opnemen van een te laag bedrag aan winst,
zulks, terwijl hij, verdachte tezamen en in vereniging met anderen, telkens feitelijk leiding heeft gegeven aan boven omschreven verboden gedragingen;
3
dat
[bedrijf 1] (registratienummer: [nummer] ) ; en/of
[vennootschap 1] (registratienummer: [nummer] ); en/of
[vennootschap 2] voorheen genaamd [vennootschap 2] (registratienummer: [nummer] en [nummer] (Kamer van Koophandel)); en/of
[vennootschap 3] (registratienummer: [nummer] ); en/of
[bedrijf 3] (registratienummer: [nummer] ); en/of
[bedrijf 4] (registratienummer: [nummer] ), en/of
[bedrijf 5] (registratienummer: [nummer] ),
op een of meer tijdstip(pen), in of omstreeks de periode van 21 juli 2004 tot en met 6 juli 2015,
- in Nederland; en/of
- in de Verenigde Staten van Amerika; en/of
- op Curaçao; en/of
- in een of meer andere (buitenlandse) plaats(en),
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
(telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen,
door het aannemen van een valse naam of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
- de [benadeelde 1] ; en/of
- de [benadeelde 2] ; en/of
- de [benadeelde 3] ; en/of
- de [benadeelde 4] ; en/of
- de [benadeelde 5] ; en/of
(telkens) heeft/hebben bewogen tot de afgifte van enig goed en/of tot het verlenen van een dienst en/of tot het ter beschikking stellen van gegevens en/of tot het aangaan van een schuld en/of tot het teniet doen van een inschuld, te weten
- het aangaan van een of meer overeenkomst(en) naar burgerlijk recht; en/of
- het verlenen van een of meer financiële dienst(en); en/of
hierin bestaande, dat [vennootschap 1] en/of [vennootschap 2] voorheen genaamd [vennootschap 2] en/of [bedrijf 3] en/of [bedrijf 4] en/of [bedrijf 1] en/of [bedrijf 5] en/of een of meer van zijn medeverdachte(n), (telkens) met vorenomschreven oogmerk – zakelijk weergegeven
- opzettelijk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid:
- de hiervoor genoemde financiële instelling(en) en/of payment service provider(s) in (toegezonden) een of meer oprichtingsakte(n) en/of inschrijfformulier(en) en/of uittreksels (uit de Kamer van Koophandel en/of Curaçao Chamber of Commerce & Industry en/of British Chamber of Commerce) en/of website(s) ( [website] en/of [website] )en/of aanvraagformulier(en) en/of contract(en) en/of overeenkomst(en) en/of pinbon(nen) en/of verkoopfactu(u)r(en) en/of inkoopfactu(u)r(en) en/of jaarrekening(en) en/of (in reactie op vragen van de hiervoor genoemde financiële instelling(en) en/of payment service provider(s)) in vragenbrieven en/of e-mail(s) heeft/hebben voorgespiegeld:
A. Omschrijving bedrijfsactiviteiten
- dat de bedrijfsactiviteiten bestaan uit de groothandel in en/of online verkoop en/of distributie van farmaceutische producten en/of (onder)kleding; en/of
B. Distributieovereenkomst [rechtspersoon]
- dat er sprake is van een exclusief distributierecht voor het verkopen van een of meer producten van [rechtspersoon] in grote delen van de Verenigde Staten van Amerika en Venezuela; en/of
C. Plaats waar de bedrijfsactiviteiten worden uitgevoerd
- dat de bedrijfsactiviteiten worden uitgevoerd op het opgegeven vestigingsadres en/of in Europa en/of in de E-zone; en/of
D. Plaats waar er gebruik wordt gemaakt van de financiële diensten
- dat er op het opgegeven vestigingsadres en/of op cruiseschepen gebruik wordt gemaakt van de financiële diensten waaronder het gebruik van zogenaamde POS terminals; en/of
E. Plaats waar de kaarthouder aankoop doet
- dat de kaarthouder op het op de pinbon weergegeven (vestigings)adres met zijn kaart een aankoop heeft gedaan (die verband houdt met de opgegeven bedrijfsactiviteit) ; en/of
F. Levering goederen
- dat aan de transacties de levering van een of meer goed(eren) ten grondslag ligt; en/of
waardoor de hiervoor genoemde financiële instelling(en) en/of payment service provider(s) werd(en) bewogen tot de afgifte van enig goed en/of tot het verlenen van een dienst en/of tot het ter beschikking stellen van gegevens en/of tot het aangaan van een schuld en/of tot het teniet doen van een inschuld (zoals hiervoor genoemd),
zulks, terwijl hij, verdachte, al dan niet tezamen en in vereniging met (een) ander(en), feitelijk leiding heeft gegeven aan boven omschreven verboden gedraging(en).
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het onder 1 bewezenverklaarde levert op:
medeplegen van schuldwitwassen, meermalen gepleegd.
Het onder 2 bewezenverklaarde levert op:
feitelijke leiding geven aan het door een rechtspersoon begaan van medeplegen van valsheid in geschrift, meermalen gepleegd
en
feitelijke leiding geven aan het door een rechtspersoon begaan van medeplegen van opzettelijk gebruik maken van een vervalst geschrift, als bedoeld in artikel 225, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, als ware het echt en onvervalst, meermalen gepleegd.
Het onder 3 bewezenverklaarde levert op:
feitelijke leiding geven aan het door een rechtspersoon begaan van medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Procesafspraken
Op de regiezitting in eerste aanleg van 27 mei 2019 in heeft de officier van justitie aangekondigd dat hij in gesprek was met de verdediging over de afdoening van de zaak. Het Openbaar Ministerie heeft daarop op 19 juni 2019 een overeenkomst gesloten met verdachte en medeverdachten. Deze overeenkomst is later getekend door partijen. De rechtbank heeft de ondertekende overeenkomst bij e-mail van 15 juli 2019 ontvangen. Het Openbaar Ministerie heeft in dit kader op 19 juli 2019 een wijziging van de tenlastelegging gevorderd, die de rechtbank op diezelfde datum heeft toegewezen. Ten aanzien van de op te leggen straf heeft de officier van justitie gevorderd om aan te sluiten bij de gemaakte afspraken en een gevangenisstraf op te leggen waarbij het onvoorwaardelijke deel niet langer is dan de tijd die verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. De rechtbank heeft in haar vonnis overwogen dat de straf zoals die is geëist door het Openbaar Ministerie in dit geval op geen enkele wijze recht aan de aard en de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en heeft een fors hogere straf opgelegd.
In hoger beroep heeft het hof verzocht om een nadere toelichting van de gemaakte procesafspraken. Die afspraken houden kort gezegd het volgende in:
  • de officier van justitie zal een vordering tot wijziging van de tenlastelegging indienen;
  • verdachten zullen in verklaringen openheid van zaken geven ten aanzien van de
gedragingen die ten grondslag lagen aan de aan hen ten laste gelegde feiten;
  • in de zaak van medeverdachte [medeverdachte] is uitgangspunt van de eis een gevangenisstraf voor de duur van 3 jaar. In de zaak van verdachte is uitgangspunt van de eis een gevangenisstraf voor de duur van 2 jaar. Het Openbaar Ministerie zal een aanzienlijk deel van deze straffen voorwaardelijk vorderen; ook zal een verbod om in Nederland en Curaçao op te treden als financieel dienstverlener worden geëist; bij het uitspreken van de eis ter zitting zal de officier van justitie aantekenen dat hij rekening heeft gehouden met de kansen voor verdachten om hun Green Card te behouden;
  • verdachten zullen zich inspannen om medewerking te verlenen aan vervolgtrajecten ter zake (al dan niet strafrechtelijke) interventies jegens betrokken bedrijven, instanties of personen;
  • al het huidige waardebeslag wordt afgenomen. Er is voor ongeveer tien miljoen euro beslag gelegd. Dit beslag komt ten goede aan de samenleven van Curaçao en/of Nederland. Na het uitwinnen van het beslag houden verdachten niets over behalve hun woning in Florida;
  • partijen spannen zich in dat de Belastingdienst van Curaçao en de MCB-bank genoegen nemen met de (opbrengst van de) Curaçaose vastgoedportefeuille van de familie [verdachte] ;
  • ontnemingsschikking en
  • een schikking met de belastingdienst.
Ter terechtzitting van het hof heeft het hof de procesafspraken besproken en zich ervan vergewist dat partijen over en weer aan elkaar voldoende en duidelijke informatie hebben verstrekt ten aanzien van hetgeen daarmee werd beoogd. Partijen hebben voldoende tijd gehad weloverwogen tot een ondubbelzinnige beslissing te komen. Ook hebben partijen zich rekenschap gegeven van de inhoud, de strekking en de consequenties van hun voorstel. Het hof hecht waarde aan het feit dat verdachte zich door een raadsman heeft laten bijstaan en ter terechtzitting meerdere keren ondubbelzinnig heeft aangegeven volledig achter de gemaakte afspraken te staan.
Voorts heeft het hof acht geslagen op de belangen van de belastingdienst en de MCB, hoewel zij zich niet als benadeelde partij in de onderhavige procedure hebben gesteld. Het hof stelt vast dat zij door de gemaakte procesafspraken zodanig worden gecompenseerd voor het nadeel dat is geleden dat het voldoende recht doet aan hun belangen en niet in de weg staat aan het accepteren van de procesafspraken.
Oplegging van straf en/of maatregel
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft samen met anderen gedurende een lange periode zeer aanzienlijke geldbedragen witgewassen. Verdachte heeft daarnaast als medebestuurder van meerdere rechtspersonen gedurende een lange periode feitelijk leidinggegeven aan door die rechtspersonen gepleegde valsheid in geschrift en oplichting. Dit alles om het witwassen te ondersteunen en te verhullen. Verdachte heeft zich bij het plegen van de strafbare feiten enkel laten leiden door zijn eigen verlangen naar financieel gewin. Door het handelen van verdachte en zijn medeverdachte(n) is de integriteit en het vertrouwen in het handelsverkeer en de financiële dienstverlening aangetast. Daarnaast is er ook schade toegebracht aan de branche.
Het hof heeft verder acht geslagen op een de verdachte betreffend uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 18 oktober 2022, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder onherroepelijk is veroordeeld voor het plegen van (soortgelijke) strafbare feiten.
Anders dan de rechtbank houdt het hof bij het bepalen van de straf rekening met de context waarin de strafbare feiten zijn gepleegd. De bewezenverklaarde feiten moeten worden bezien in de context van hetgeen op
datmoment in
die specifieke periode op Curaçaogebruikelijk was. Het
swipenwas op het eiland een verdienmodel dat algemeen bekend was en waarvan velen hebben geprofiteerd. Het fenomeen was algemeen bekend op Curaçao en evenzo bij zowel de centrale bank als de plaatselijke banken en het op deze wijze omgaan met geld werd tenminste gedoogd door hun adviseurs en de medewerkers.
Een en ander volgt ook uit het vonnis van het gerecht in eerste aanleg van Curaçao, waar een aantal medeverdachten met een kleinere rol dan verdachte is berecht en waar slechts voorwaardelijke straffen zijn uitgesproken.
Daarnaast heeft het hof bij het de beoordeling van de procesafspraken en het bepalen van de straf veel waarde gehecht aan de confiscatie van het (zeer aanzienlijke) vermogen van verdachte, de medeverdachte en een – inmiddels overleden – gewezen verdachte, terwijl de broer en moeder van verdachte hebben verklaard mee te werken aan de door verdachte gemaakte procesafspraken. Als al het beslag is uitgewonnen komt het er op neer dat al het vermogen van alle verdachten is ontnomen behoudens de eigen woning en een paar persoonlijke bezittingen. Dankzij de medewerking van verdachte en zijn medeverdachte is aanzienlijk meer en vooral ook sneller geconfisqueerd dan zonder hun medewerking het geval zal zijn, terwijl ook de uitwinning daarvan niet zal worden gehinderd door talloze en naar verwachting langdurige procedures. Het nadeel dat de belastingdienst in Curaçao heeft geleden wordt gecompenseerd, de opbrengst van het uit te winnen onroerend goed op Curaçao komt ten goede aan de belastingdienst op Curaçao en een benadeelde bank. Tot slot neemt het hof mee dat verdachten en zijn medeverdachte volledige openheid van zaken hebben gegeven over het
swipenen daarmee het openbaar ministerie tevens hebben gefaciliteerd in het aanspreken van daarbij betrokken personen en organisaties.
Gelet op al het voorgaande is het hof van oordeel dat geen grond bestaat voor het oordeel dat de procesafspraken niet in redelijke verhouding staan tot de ernst van de aan verdachte gemaakte verwijten en zal het hof aansluiten bij de procesafspraken en het afdoeningsvoorstel van de advocaat-generaal en de verdediging en aan verdachte opleggen:
een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 720 dagen met aftrek van voorarrest, waarvan 676 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren. Daarnaast wordt verdachte ontzet uit het recht tot uitoefening van het beroep om financiële diensten te verrichten en/of als zodanig actief te zijn voor de duur van vijf jaren.
Tot slot heeft het hof geconstateerd dat sprake is van overschrijding van de redelijke termijn in de zin van artikel 6, eerste lid, van het EVRM. Het hof overweegt dat bij de berechting van een zaak, waarbij geen sprake is van bijzondere omstandigheden, als uitgangspunt geldt dat de behandeling van de zaak op de terechtzitting in eerste aanleg dient te zijn afgerond met een eindvonnis binnen twee jaren na aanvang van de redelijke termijn. De redelijke termijn vangt aan op het moment dat een verdachte in redelijkheid de verwachting kan hebben dat tegen hem ter zake strafvervolging zou worden ingesteld. De redelijke termijn is hier aangevangen op 7 september 2015, zijnde de datum van de inverzekeringstelling van de verdachte.
In eerste aanleg zijn er daarmee meer dan twee jaren verstreken tussen het aanvangen van de te beoordelen termijn en het eindvonnis. In de appelfase zijn er eveneens meer dan twee jaren verstreken tussen het namens de verdachte instellen van het hoger beroep en het eindarrest.
Het hof heeft in strafmatigende zin rekening houden met deze overschrijding van de redelijke termijn, door een straf op te leggen waardoor verdachte niet terug hoeft naar de gevangenis. Het hof is – gelet op deze strafoplegging ten gunste van verdachte – van oordeel dat aan de overschrijding van de redelijke termijn geen verdergaande consequenties dienen te worden verbonden.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 47, 51, 57, 225, 326 en 420quater van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1, 2 en 3 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
720 (zevenhonderdtwintig) dagen.
Bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot
676 (zeshonderdzesenzeventig) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Ontzet de verdachte van het recht tot uitoefening van het beroep om financiële diensten te verrichten en/of als zodanig actief te zijn voor de duur van 5 (vijf) jaren.
Aldus gewezen door
mr. G. Dam, voorzitter,
mr. R.G.J. Welbergen en mr. P.L.M van Gorkom, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. A. Dörholt, griffier,
en op 2 december 2022 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr. R.G.J. Welbergen is buiten staat dit arrest te ondertekenen.