In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden diende, ging het om de opzegging van een huurovereenkomst voor bedrijfsruimte tussen de besloten vennootschap Restaurant Rijnmozaïk B.V. en de Erven. De zaak is behandeld in hoger beroep na eerdere tussenarresten van 11 januari 2022 en 1 november 2022. De Erven, die in eerste aanleg als eisers optraden, handhaafden hun vorderingen na het tussenarrest van 1 november 2022. Het hof heeft de inhoud van dit tussenarrest overgenomen en op basis daarvan zijn beslissingen genomen.
Het hof heeft het vonnis van de kantonrechter te Arnhem van 17 februari 2021 vernietigd en opnieuw beslist. De huurovereenkomst tussen de Erven en Rijnmozaïk eindigt op 31 januari 2023, en het gehuurde moet uiterlijk op die datum zijn ontruimd. Rijnmozaïk is veroordeeld tot betaling van een gebruiksvergoeding van € 3.557,56 per maand vanaf 1 juni 2022 tot het einde van de huurovereenkomst. Daarnaast is Rijnmozaïk veroordeeld tot betaling van € 10.000 aan de Erven als vergoeding op basis van artikel 7:297 BW.
In reconventie heeft het hof bepaald dat de Erven € 3.138,15 aan Rijnmozaïk moeten terugbetalen als teveel betaalde huur. Het hof heeft de proceskosten in eerste aanleg en in hoger beroep gecompenseerd, zodat partijen elk hun eigen kosten dragen. Het arrest is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 29 november 2022.