ECLI:NL:GHARL:2022:10188

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
29 november 2022
Publicatiedatum
29 november 2022
Zaaknummer
21-001043-22
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake verzoeken tot nader onderzoek naar contaminatie van DNA-bemonsteringen

In deze zaak heeft de verdachte hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Overijssel, waarbij de verdediging een aantal nadere onderzoekswensen heeft geuit. De raadsman van de verdachte heeft specifiek verzocht om onderzoek naar de mogelijkheid van contaminatie van de bemonsteringen van het bronmateriaal en het referentiemateriaal. Het hof heeft de verzoeken van de verdediging beoordeeld en vastgesteld dat er geen begin van aannemelijkheid is dat er contaminatie heeft plaatsgevonden tussen het bronmateriaal, de nagels van het slachtoffer, en het referentiemateriaal, het biologische materiaal van de verdachte. Het hof heeft geconcludeerd dat er geen concrete aanwijzingen zijn voor contaminatie en heeft daarom de verzoeken van de verdediging afgewezen. De beslissing is genomen na een grondige beoordeling van de onderzoekswensen en de standpunten van zowel de verdediging als de advocaat-generaal. Het hof heeft geoordeeld dat het niet noodzakelijk is om opnieuw contra-onderzoek te laten verrichten door TMFI of om de verzochte stukken op te vragen. De uitspraak is gedaan door de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 29 november 2022.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-001043-22
Uitspraak d.d.: 29 november 2022
TEGENSPRAAK
Tussenarrestvan de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Overijssel, zittingsplaats Groningen, van 9 maart 2022 met parketnummer 08-033760-21 in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1976,
thans verblijvende in P.I. [PI] .

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 15 november 2022 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de onderzoekswensen die namens verdachte schriftelijk zijn opgegeven en ter terechtzitting nader zijn toegelicht door zijn raadsman, mr. I.T.H.L. van de Bergh.
Het hof heeft voorts kennisgenomen van de standpunten van de advocaat-generaal met betrekking tot de onderzoekswensen van de verdediging.

De onderzoekswensen van de verdediging

De raadsman heeft bij zijn e-mailberichten van 9 november aan de advocaat-generaal en zijn e-mailberichten van 14 en 15 november 2022 aan het hof verschillende vragen gesteld en verzoeken gedaan met betrekking tot eerder uitgevoerde DNA-onderzoeken. Bij de regiebehandeling van de zaak ter terechtzitting van 15 november 2022 heeft de raadsman zijn schriftelijk opgegeven onderzoekswensen grotendeels gehandhaafd en nader toegelicht.
De raadsman wenst – na kennisneming van de reactie van de advocaat-generaal op zijn e-mailbericht van 9 november – niet langer nader onderzoek met betrekking tot de “rehydratatie” van spoor [nummer] en het NFI-rapport van 7 oktober 2015 over het aanvullend DNA-onderzoek aan de DNA-extracten van de bemonstering [nummer] #01 van de nagels van de rechterhand en de bemonstering [nummer] #01 van de nagels van de linkerhand.
In plaats daarvan heeft de raadsman onder punt 3 van zijn e-mailbericht van 15 november 2022 en ter terechtzitting verzocht opnieuw contra-onderzoek te laten verrichten door het TMFI op basis van het bronmateriaal, te weten de nagels van het overleden slachtoffer die zijn afgeknipt bij de sectie van haar lichaam. Wat de raadsman betreft zou het TMFI die nagels zelf moeten bemonsteren en op basis van onderzoek aan de nieuwe bemonstering zelf conclusies moeten trekken over de nieuw verkregen DNA-profielen en de zich reeds in het dossier bevindende DNA-onderzoeken.
Verder wenst de raadsman stukken met nadere informatie te ontvangen over de volgende punten:
- De
chain of custodyten aanzien van de nagels van het slachtoffer en de bloedsporen die zijn veiliggesteld in het kader van het onderzoek naar het tenlastegelegde in de onderhavige zaak. In dit verband heeft de raadsman onder meer verzocht om de verstrekking van een notitie van het NFI uit 2006 over de aanwezigheid en opslag van de nagels in de vriezer;
- De
chain of custodyten aanzien van sporen die zijn veiliggesteld in het kader van het onderzoek naar andere feiten, waaronder – kort gezegd – het medeplegen van een gewapende overval op 17 augustus 1997 te Groningen, te weten de zaak tegen verdachte met parketnummers 030069-97 (eerste aanleg) en 24-000136-98 (hoger beroep), waarvoor hij in hoger beroep is veroordeeld bij het arrest van het gerechtshof Leeuwarden van 12 augustus 1999;
- De methoden en normen die zijn gehanteerd en toegepast bij de onderzoeken die eerder zijn uitgevoerd door het NFI, het FLDO en TMFI;
- De Corrective and Preventive Actiona (CAPA)-formulieren die al dan niet zijn opgemaakt naar aanleiding van het DNA-onderzoek dat niet tot een match heeft geleid.
De raadsman heeft voorts verzocht om in het bezit te worden gesteld van de overige stukken die worden genoemd onder de punten 5 en 6 in het e-mailbericht van de raadsman van 9 november 2022 en onder punt 4 van zijn e-mailbericht van 15 november 2022, te weten:
  • validatie rapporten en SOP's gemaakt door het NFI en het FLDO voor de gebruikte DNA-kits zoals SGM, SGM+, NGM en andere gebruikte DNA-kits
  • beoordelingsverslagen gemaakt door de raad van accreditatie over het NFI en het FLDO in de jaren dat de DNA-onderzoeken zijn verricht
  • vooronderzoeksformulieren
  • foto’s gemaakt tijdens het vooronderzoek
  • isolatieformulieren
  • analyseformulieren
  • kwantificeringsformulieren
  • het protocol dat is gebruikt bij vooronderzoek, isolatie, vermeerdering en analyse van DNA (SOP)
  • DNA-pieken profielen op papier
  • digitale runfiles (zogenaamde FSA en/of ser files)
  • aantekeningenformulieren communicatie
  • de naam van het programma dat is gebruikt voor de statistische analyse van de DNA-resultaten
  • een uitdraai van de berekeningen die ten grondslag liggen aan de in de rapportages vermelde statistische waarden
  • alle berekeningen gemaakt in relatie tot de match tussen de verdachte en de bemonstering van het nagelvuil [nummer] .
Ter terechtzitting heeft de raadsman naar voren gebracht dat de verdediging de verzochte stukken ter beschikking wenst te stellen aan een door haar benaderde deskundige van
Independent Forensic Services(IFS), zodat deze deskundige de eerder uitgevoerde onderzoeken op basis van die stukken volledig kan toetsen. Op basis van de gevraagde stukken kan deze deskundige door middel van een zelf uitgevoerd contra-onderzoek beoordelen of het DNA-onderzoek in deze zaak op de juiste manier is uitgevoerd en of daarbij fouten zijn gemaakt dan wel niet gevalideerde methodes zijn gebruikt door het FLDO, het NFI of TMFI.

Het standpunt van de advocaat-generaal

De advocaat-generaal heeft in haar e-mailberichten van 10 en 11 november 2022 schriftelijk gereageerd op het e-mailbericht van de raadsman van 9 november 2022.
Ter terechtzitting heeft de advocaat-generaal zich ten aanzien van de aldaar naar voren gebrachte en nader toegelichte onderzoekswensen primair op het standpunt gesteld dat er geen reden is om nader onderzoek te doen en dat alle verzoeken van de verdediging dienen te worden afgewezen.
Subsidiair heeft de advocaat-generaal naar voren gebracht dat – voor zover de onderzoekswensen zien op de
chain of custody– het NFI zelf bevraagd kan worden of aanvullend kan rapporteren over de wijze waarop de nagels zijn veiliggesteld en bewaard. Indien het hof een deskundige voor het uitvoeren van een contra-onderzoek wenst te benoemen, dan gaat de voorkeur van de advocaat-generaal uit naar (een deskundige van) TMFI.

Het oordeel van het hof

Het hof constateert dat al in eerste aanleg, mede op verzoek van de toenmalige raadslieden van verdachte, nader onderzoek is verricht in aanvulling op en ter controle van de onderzoeken die zijn uitgevoerd in de periode van 21 maart 1997 – de datum waarop het slachtoffer dood in haar woning werd aangetroffen – tot en met 17 januari 2020, de datum waarop het NFI-rapport werd uitgebracht op grond waarvan verdachte in het onderzoek in deze zaak als mogelijke dader in beeld is gekomen. Bij dit nadere onderzoek is een contra-expertise uitgevoerd door TMFI en heeft tevens DNA-onderzoek op activiteitenniveau plaatsgevonden.
De raadsman van verdachte heeft in hoger beroep een aantal nadere onderzoekswensen opgegeven. Gelet op de toelichting van de raadsman begrijpt het hof dat daarmee met name wordt beoogd de mogelijkheid van contaminatie van de bemonsteringen van het bronmateriaal en het referentiemateriaal nader te doen onderzoeken.
Het hof stelt evenwel vast dat de raadsman geen concrete aanwijzingen naar voren heeft gebracht voor het scenario dat er daadwerkelijk sprake is geweest van contaminatie van de bemonstering van het bronmateriaal –de afgeknipte nagels van het slachtoffer – met de bemonstering van referentiemateriaal –het biologische materiaal dat van verdachte werd afgenomen in het kader van een andere strafzaak tegen hem.
Naar het oordeel van het hof is er dan ook geen begin van aannemelijkheid dat het bronmateriaal en het referentiemateriaal dan wel de daarvan afkomstige biologische sporen en DNA-materialen rechtstreeks met elkaar in contact zijn gekomen of dat de contaminatie op indirecte wijze heeft plaatsgevonden in de periode tussen het veiligstellen van de sporen en de DNA-onderzoeken die zijn uitgevoerd door het FLDO, het NFI en TMFI. Het hof acht het daarom niet noodzakelijk om in hoger beroep opnieuw contra-onderzoek te laten verrichten door TMFI dan wel om de door de raadsman verzochte stukken op te vragen en aan hem te verstrekken ten behoeve van een onderzoek door de deskundige die hij heeft benaderd.
De daartoe strekkende verzoeken van de verdediging worden derhalve afgewezen.

BESLISSING

Het hof:
Wijst af voormelde verzoeken van de verdediging.
Aldus gewezen door
mr. J. Corthals, voorzitter,
mr. R.D.J. Visschers en mr. D.R. Sonneveldt, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. R. Hermans, griffier,
en op 29 november 2022 ter openbare terechtzitting uitgesproken.