3.7Partijen hebben op 8 mei 2015 een akte laten opmaken door de notaris waarin zij aanvullende afspraken hebben gemaakt. In deze akte is, voor zover hier van belang, het volgende opgenomen:
“Partijen verklaarden vooraf:
(…)
- dat op grond van het Convenant [verzoeker] aan [verweerster] per maand een bedrag aan partner- en kinderalimentatie is verschuldigd, hierna verder te noemen "het Verschuldigde Alimentatiebedrag";
- dat het Verschuldigde Alimentatiebedrag jaarlijks wordt geïndexeerd;
- dat het Verschuldigde Alimentatiebedrag in het jaar tweeduizend veertien per maand een bedrag groot tweeduizend vijfhonderdzeventien euro en drieëntwintig eurocent (€ 2.517,23) bedroeg;
- dat op grond van het Convenant [verzoeker] aan [verweerster] gedurende vijftien (15) jaren per jaar een bedrag aan aflossing is verschuldigd ten bedrage van drieduizend achthonderd euro (€ 3.800,00), te betalen in december van elk jaar, hierna verder te noemen "het Verschuldigde Aflossingsbedrag”;
- dat partijen in het Convenant hebben afgesproken dat [verzoeker] op de spaarrekening van ieder van zijn twee kinderen met ingang van één april tweeduizend tien een bedrag ad vijftig euro (€ 50,00) per maand zal storten, hierna verder te noemen "het Verschuldigde Spaarbedrag";
- dat Partijen hebben afgesproken periodiek te bekijken of de hoogte van het Verschuldigde Alimentatiebedrag en het Verschuldigde Aflossingsbedrag nog passend is gelet op alle in aanmerking nemende omstandigheden;
- dat [verzoeker] sedert één mei tweeduizend veertien niet meer het gehele Verschuldigde Alimentatiebedrag heeft voldaan, waarbij het deel van de kinderalimentatie wel volledig is voldaan en het deel van de partneralimentatie niet volledig;
- dat [verzoeker] in december tweeduizend dertien het Verschuldigde Aflossingsbedrag niet heeft voldaan;
- dat [verzoeker] sedert één april tweeduizend tien het Verschuldigde Spaarbedrag niet heeft
voldaan;
- dat het niet voldoen het gevolg is van een verminderde draagkracht van [verzoeker] doordat hij
sedert één mei tweeduizend veertien door het wegvallen van een dienstbetrekking minder inkomen geniet.
(…)
Partijen leggen hierbij de volgende afspraken vast:
1. De hoogte van het Verschuldigde Alimentatiebedrag, het Verschuldigde Aflossingsbedrag en het Verschuldigde Spaarbedrag is tussen Partijen niet aan discussie onderhevig.
2. [verzoeker] het per maand verschuldigde bedrag aan kinderalimentatie volledig zal blijven voldoen en het bedrag aan partneralimentatie gedeeltelijk, doch dat het per maand Verschuldigde Alimentatiebedrag tenminste éénduizend zeshonderdvijftig euro (€ 1.650,00) zal blijven bedragen, hierna verder te noemen "het Minimumbedrag".
3. [verzoeker] zal het verschil tussen het totaal van het Verschuldigde Alimentatiebedrag, het Verschuldigde Aflossingsbedrag en het Verschuldigde Spaarbedrag en het totaal van de daadwerkelijk door hem betaalde bedragen, het verschil hierna verder te noemen “de Verschuldigde Bedragen”, zo spoedig mogelijk aan [verweerster] terug betalen, waarbij met betrekking tot de vaststelling van hetgeen daadwerkelijk door [verzoeker] is betaald en de vaststelling derhalve van hetgeen [verzoeker] aan [verweerster] verschuldigd is, de bankafschriften van [verweerster] tot volledig bewijs strekken, behoudens de mogelijkheid van tegenbewijs door [verzoeker] .
4. Het Minimumbedrag aan alimentatie zal worden aangepast zodra de draagkracht van [verzoeker] toeneemt door een verhoging van zijn inkomen, welke draagkracht jaarlijks uiterlijk in de maand mei van elk jaar zal worden vastgesteld door een door Partijen aangewezen accountant, welke accountant tevens een oordeel zal geven in welke mate [verzoeker] op de Verschuldigde Bedragen aflossingen kan verrichten.
5. Over de Verschuldigde Bedragen is vanaf de datum van het ontstaan daarvan een rente verschuldigd van één en vijf/tiende procent (1,5%) per jaar.
(…)
9. Indien [verzoeker] overgaat tot de verkoop van één of meer van de aan hem toebehorende onroerende zaken, zal de verkoopopbrengst, voorzover deze niet behoeft te worden aangewend voor aflossing jegens de financierende bank, worden aangewend voor aflossing van de Verschuldigde Bedragen.”