ECLI:NL:GHARL:2022:10138
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in ontnemingsvordering na vrijspraak
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 17 november 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beslissing van de politierechter in de rechtbank Noord-Nederland. De zaak betreft een ontnemingsvordering van het openbaar ministerie, die was ingesteld tegen een betrokkene die eerder was vrijgesproken van een strafbaar feit. De vrijspraak had betrekking op het in de uitoefening van een beroep/bedrijf opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet. Het hof heeft vastgesteld dat, volgens artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht, het openbaar ministerie alleen ontvankelijk kan zijn in een ontnemingsvordering als er een veroordeling is voor een strafbaar feit. Aangezien de betrokkene was vrijgesproken, heeft het hof geoordeeld dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk moet worden verklaard in de vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel. Het hof heeft de beslissing van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan, waarbij het openbaar ministerie niet-ontvankelijk is verklaard in de ontnemingsvordering. Deze uitspraak benadrukt het belang van een veroordeling voor de ontvankelijkheid van ontnemingsvorderingen.