In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 14 oktober 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Nederland. De verdachte is veroordeeld voor het medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een verbod uit de Opiumwet, waarbij het feit betrekking heeft op een grote hoeveelheid hennep. De verdachte heeft op 14 november 2015, samen met anderen, hennepplanten en henneptoppen bewerkt en verwerkt in een loods. De rechtbank had eerder een taakstraf van 240 uren opgelegd, subsidiair 120 dagen hechtenis, met aftrek van voorarrest. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en opnieuw recht gedaan, waarbij het hof de rol van de verdachte in de hennepknipperij als wezenlijk heeft aangemerkt. De verdachte heeft een logistieke en organisatorische rol vervuld en was betrokken bij het vervoer van knippers naar de loods. Het hof heeft de verdachte opnieuw veroordeeld tot een taakstraf van 240 uren, subsidiair 120 dagen hechtenis, met verbeurdverklaring van de in beslag genomen Opel Vivaro. Het hof heeft rekening gehouden met de overschrijding van de redelijke termijn in de strafprocedure, maar heeft geen aanleiding gezien om de verdachte niet strafbaar te verklaren. De uitspraak is gedaan in het kader van de strijd tegen de handel in softdrugs, die aanzienlijke maatschappelijke gevolgen heeft.