In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 14 oktober 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Nederland. De verdachte, geboren in 1983, was eerder veroordeeld tot een taakstraf van 240 uren voor het opzettelijk telen en verwerken van hennep. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en opnieuw recht gedaan. De verdachte is beschuldigd van het medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet, waarbij het feit betrekking had op een grote hoeveelheid hennepplanten en henneptoppen. Tijdens de zitting op 30 september 2021 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die een lagere taakstraf van 108 uren had geëist. De verdediging heeft verzocht om matiging van de straf, gezien de geringe rol van de verdachte in de hennepknipperij. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte niet alleen zelf hennep knipte, maar ook anderen had ingeschakeld, wat zijn rol in de zaak heeft vergroot. Uiteindelijk heeft het hof de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 120 uren, subsidiair 60 dagen hechtenis, met aftrek van voorarrest. Het hof heeft daarbij rekening gehouden met de overschrijding van de redelijke termijn in de behandeling van de zaak.