Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- het beroepschrift met producties, ingekomen op 9 april 2021;
- het verweerschrift van de vader met producties;
- een brief van de GI van 6 mei 2021;
- een journaalbericht van mr. Anik van 22 juli 2021 met een begeleidende brief en een productie;
- een journaalbericht van mr. Anik van 30 juli 2021 met een productie;
- een journaalbericht van mr. Anik van 11 augustus 2021 met een begeleidende brief en producties, en
- een journaalbericht van mr. Storm van ’s Gravesande van 16 augustus 2021 met een begeleidende brief en producties.
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat;
- de vader, bijgestaan door zijn advocaat;
- [naam1] , namens de GI, en
- [naam2] namens de raad voor de kinderbescherming (verder: de raad).
3.De feiten
- [de minderjarige1] , geboren [in] 2006 te [woonplaats1] , en
- [de minderjarige2] , geboren [in] 2009 te [woonplaats1] .
- de kinderen hun hoofdverblijfplaats bij de moeder zullen hebben;
- de kinderen om de andere week het weekend, van vrijdagavond (voor het eten) tot zondagavond (na het eten) bij de vader verblijven (met een aparte regeling voor de vakanties), en
- de vader met ingang van de datum van de overdracht van de gezamenlijke woning aan de vader maandelijks, per de eerste van iedere maand en de eerste keer naar rato, bij vooruitbetaling € 130,- per kind aan de moeder betaalt als bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen (verder ook: kinderalimentatie).
4.De omvang van het geschil
- de moeder met ingang van de datum van de te geven beschikking zal worden belast met het eenhoofdig gezag over de kinderen;
- de vader met ingang van 22 juni 2020, althans met ingang van een datum die de rechtbank juist acht, € 214,- per kind per maand, althans een bedrag dat de rechtbank juist acht, als kinderalimentatie bij vooruitbetaling aan de moeder dient te betalen;
- primairde overeengekomen zorg- en contactregeling tussen de vader en de kinderen wordt stopgezet dan wel wordt beëindigd,
subsidiairals zorg- en contactregeling wordt vastgesteld dat de gezinsvoogd de contactmomenten tussen de vader en de kinderen bepaalt, - een en ander onder compensatie van kosten.
- als zorg- en contactregeling vastgesteld dat de kinderen contact hebben met de vader, waarbij de aard, de frequentie en de duur van de contacten en de wijze van begeleiding wordt bepaald door de jeugdbeschermer, en
- vastgesteld dat de vader met ingang van 11 januari 2021 een bedrag van € 172,- per kind per maand aan de moeder moet betalen als kinderalimentatie, telkens bij vooruitbetaling te voldoen.
- de moeder met ingang van de te geven beschikking alleen zal worden belast met het gezag over de kinderen;
- de vader met ingang van 22 juni 2020, althans met ingang van een datum die het hof juist acht, een bedrag van € 214,- per kind per maand als kinderalimentatie aan de moeder dient te betalen;
- het getekende ouderschapsplan deel uitmaakt van de te geven beschikking.