Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- de advocaat van de moeder,
- [naam1] , namens de raad;
- [naam2] , namens de GI.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 19 oktober 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing van de minderjarige [de minderjarige1]. De moeder, verzoekster in hoger beroep, had eerder de hoofdverblijfplaats van [de minderjarige1] bij haar laten vaststellen, maar door recente ontwikkelingen is de situatie veranderd. De minderjarige heeft in het verleden bij zijn moeder, vader en grootmoeder gewoond, maar sinds februari 2021 woont hij bij zijn grootmoeder in [woonplaats2]. De moeder heeft verzocht om de bestreden beschikking van de kinderrechter te vernietigen, maar het hof oordeelt dat de ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing noodzakelijk zijn voor de ontwikkeling van [de minderjarige1]. Het hof heeft vastgesteld dat de moeder onvoldoende de belangen van [de minderjarige1] vooropstelt en dat zijn ontwikkeling ernstig bedreigd wordt door de huidige situatie. De grootmoeder is bereid om [de minderjarige1] op te voeden, wat in het belang van het kind is. Het hof bekrachtigt daarom de beschikking van de kinderrechter, die de ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing heeft goedgekeurd.