Uitspraak
\.GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep, verder te noemen: de moeder,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 19 oktober 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige [de minderjarige]. De moeder, verzoekster in hoger beroep, heeft de bestreden beschikking van de kinderrechter in de rechtbank Gelderland van 28 april 2021 aangevochten, waarin de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige zijn verlengd. De moeder verzoekt om de machtiging tot uithuisplaatsing slechts voor zes maanden te verlengen, in plaats van een jaar, omdat zij van mening is dat zij in staat is om voor de minderjarige te zorgen, bijvoorbeeld in een moeder-kindhuis.
De gecertificeerde instelling (GI), William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering, heeft verweer gevoerd en verzocht om de bestreden beschikking te bekrachtigen. Tijdens de mondelinge behandeling is naar voren gekomen dat de minderjarige een ontwikkelingsachterstand heeft en dat er zorgen zijn over zijn opvoeding en verzorging. De moeder heeft in het verleden onvoldoende kunnen aantonen dat zij in staat is om voor de minderjarige te zorgen, en er zijn twijfels over haar opvoedingsvaardigheden.
Het hof heeft geoordeeld dat de gronden voor uithuisplaatsing nog steeds aanwezig zijn. De zorgen over de ontwikkeling van de minderjarige zijn niet weggenomen en de moeder heeft onvoldoende onderbouwd dat er sprake is van gewijzigde omstandigheden. Het hof heeft daarom de bestreden beschikking bekrachtigd en de machtiging tot uithuisplaatsing verlengd voor de duur van een jaar.