Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- het beroepschrift, ingekomen op 21 april 2021;
- het verweerschrift met productie;
- een brief van de GI van 14 juni 2021;
- een journaalbericht van mr. Quist van 1 juli 2021 met bijlagen, en
- een journaalbericht van mr. Roossien van 24 augustus 2021 met bijlage.
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat,
- de vader, bijgestaan door zijn advocaat,
- [naam1] namens de GI, en
- [naam2] , namens de raad voor de kinderbescherming (hierna: de raad).
3.De feiten
- de moeder en de vader gezamenlijk worden belast met het ouderlijk gezag,
- de verdeling van zorg- en opvoedingstaken nader wordt vormgegeven met behulp van de gezinsvoogd in een vorm en frequentie die in het belang van [de minderjarige] is, uiterlijk beginnend met een eerste contactmoment tussen [de minderjarige] en de vader binnen een maand na de beslissing van de rechtbank.
4.De omvang van het geschil
5.De motivering van de beslissing
medegebaseerd zijn op wat hij uit eigen waarneming weet van [de minderjarige] , dan zal deze omgang eerst verder moeten worden uitgebreid. De moeder dient daaraan mee te werken.