In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 12 oktober 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over een geschil tussen [appellant] en [geïntimeerde] betreffende het recht van eerste koop van een appartementsrecht. De rechtbank had eerder geoordeeld dat [appellant] niet had voldaan aan zijn verplichtingen uit de notariële akte van 11 juni 2010, waarin het recht van eerste koop was vastgelegd. [appellant] had het appartementsrecht op 11 mei 2017 verkocht aan een derde, zonder dit eerst aan [geïntimeerde] aan te bieden. [geïntimeerde] stelde dat hij niet op de hoogte was gesteld van de verkoop, omdat een aangetekende brief van [appellant] niet bij hem was bezorgd. Het hof oordeelde dat [appellant] niet voldoende had aangetoond dat de aangetekende brief daadwerkelijk was aangeboden en dat hij zijn verplichtingen niet was nagekomen. Het hof bevestigde de beslissing van de rechtbank en legde [appellant] een boete van € 50.000,- op voor het niet nakomen van het recht van eerste koop. Tevens werd [appellant] veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep.