In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 7 oktober 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake de verzoeken van de vader om een zorg- en informatieregeling met betrekking tot zijn kinderen. De vader, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.H. Hofman-de Jong, verzocht om een regeling voor contact met zijn kinderen, die na de scheiding bij de moeder wonen. De moeder, vertegenwoordigd door advocaat mr. J. Bouwhuis, verzet zich tegen deze verzoeken. Het hof heeft vastgesteld dat de situatie van de kinderen gecompliceerd is, met ernstige zorgen over hun welzijn na beschuldigingen van seksueel misbruik door de vader. De raad voor de kinderbescherming heeft een onderzoek ingesteld en geadviseerd om het contact tussen de vader en de kinderen zorgvuldig te onderzoeken via het ROW-traject, dat gericht is op het opbouwen van een veilig contact. Het hof heeft geoordeeld dat het in het belang van de kinderen is om het ROW-traject te volgen en dat het nu vaststellen van een zorg- en contactregeling het proces zou doorkruisen. Daarom zijn de verzoeken van de vader afgewezen en is de beschikking van de rechtbank Overijssel bekrachtigd.