Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
4.De omvang van het geschil
5.De motivering van de beslissing
De moeder heeft geen intrinsieke motivatie om hulpverlening en medicatie te accepteren. Zij krijgt nu, in het kader van een rechterlijke machtiging, maandelijks een injectie met medicatie toegediend. Tijdens de mondelinge behandeling heeft zij verklaard dat zij dat niet wil maar dat ze (op dit moment) verplicht is de medicatie te nemen.
Hoewel uit de stukken blijkt dat de moeder enige positieve ontwikkeling heeft laten zien, vindt het hof het zorgelijk dat het ziekte-inzicht en het probleembesef bij de moeder nog onvoldoende aanwezig lijken te zijn. Er blijven zorgen over de opvoedvaardigheden van de moeder en het onderzoek hiernaar loopt nog en dient eerst te worden afgerond. Naar verwachting is in de loop van oktober 2021 het onderzoek afgerond.
Het hof acht de moeder op dit moment, gelet op haar eigen problematiek, onvoldoende in staat om in de behoeftes van [de minderjarige] te voorzien. De vader van [de minderjarige] heeft in het verleden geen rol als opvoeder gehad en is veel in het buitenland geweest. Zijn rol wordt in het onderzoek ook betrokken.
ontwikkelt zich goed in het pleeggezin. De pleegouders kunnen voorzien in wat [de minderjarige] nodig heeft. Voor [de minderjarige] is het van belang dat de rust, regelmaat en duidelijkheid die zij in het pleeggezin ervaart, gehandhaafd blijft, waardoor de kans dat zij zich positief zal (blijven) ontwikkelen, toeneemt. Een terugplaatsing naar de moeder zal de huidige stabiele en veilige opvoedingssituatie van [de minderjarige] verstoren.
Het hof neemt ten slotte in overweging dat [de minderjarige] aan het hof heeft verteld dat zij, hoewel zij haar ouders mist, het op dit moment heel goed naar haar zin heeft bij het pleeggezin.