Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.De samenvatting van de zaak
In reconventie heeft [geïntimeerde] gevorderd om [appellante] te veroordelen tot medewerking aan de tussen partijen gesloten vaststellingsovereenkomst, zulks op straffe van een dwangsom.
[appellante] is in reconventie eveneens veroordeeld tot medewerking aan de vaststellingsovereenkomst.
De rechtbank heeft alle overige vorderingen van [appellante] en [geïntimeerde] afgewezen, waaronder die tot het opnemen van dwangsombepalingen. Zij heeft [appellante] veroordeeld in de kosten van de procedure in conventie en de proceskosten in reconventie gecompenseerd.
2.De procedure bij het hof
Vervolgens heeft [geïntimeerde] een memorie van antwoord genomen, waarin hij op de bezwaren van [appellante] heeft gereageerd. Daarnaast is [geïntimeerde] afzonderlijk in hoger beroep gegaan tegen het vonnis van de rechtbank en vordert hij dat het hof zijn vordering alsnog toewijst (incidenteel hoger beroep).
[appellante] heeft hierop schriftelijk gereageerd met een memorie van antwoord in incidenteel appel. Daarna heeft het hof een arrest gewezen waarin is beslist dat er in deze zaak een zitting (comparitie) zal worden gehouden. Deze zitting is geweest op 7 juli 2021. Van die zitting is een verslag (proces-verbaal) gemaakt. Na afloop van de zitting heeft het hof bepaald dat er een arrest zal worden gewezen.
3.De achtergrond van het geschil
[appellante] is eigenaar van perceel 5646 en 5647. [geïntimeerde] is eigenaar van perceel 4832 en 4974.
Deze situatie is als volgt ontstaan:
In 1991 vormde het gehele pand één perceel, kadastraal bekend als Gemeente [gemeente] , sectie [Y] nummer 3449. Dit perceel 3449 is op enig moment gesplitst, waardoor het in 1998 bestond uit de percelen 4832, eigendom van [geïntimeerde] , en 4833 dat eigendom was van [naam1] , de toenmalige echtgenote van [geïntimeerde] . [geïntimeerde] dreef in zijn gedeelte van het gebouw een slijterij. Dat gedeelte van het gebouw heeft alleen een begane grond.
[naam1] verkocht en leverde in 1998 een gedeelte van haar perceel 4833 aan [appellante] (en de toenmalige echtgenoot van [appellante] ), als woning met dakterras. Het verkochte deel, dat bestaat uit een begane grond en een verdieping, kreeg kadasternummer 4973 en het bij [naam1] blijvende deel nummer 4974. Het dakterras van [appellante] ligt gedeeltelijk op perceel 4832, dus op het dak van de slijterij van [geïntimeerde] .
In 2004 heeft [naam1] de eigendom van perceel 4974 overgedragen aan [geïntimeerde] .
Op 28 januari 2012 hebben [appellante] en [geïntimeerde] een overeenkomst gesloten. Uit artikel 1 van de overeenkomst (productie 4 bij procesinleiding) blijkt dat partijen onder meer zijn overeengekomen om ‘de verdeling van de eigendom’ van de begane grond te wijzigen en het dakterras van [appellante] te vergroten. [appellante] heeft haar perceel 4973 ter uitvoering van deze overeenkomst gesplitst in de percelen 5646 en 5647.
De verkoper is verplicht te gedogen dat de koper gebruik maakt van het alleen voor de koper toegankelijke terras op de eerste verdieping zich gedeeltelijk bevindend boven het aan de verkoper in eigendom verblijvende winkelpand met toebehoren, staande en gelegen te [woonplaats1] , plaatselijk bekend [adres] 40b, kadastraal bekend gemeente [gemeente] sectie [Y] nummers 4833 gedeeltelijk en 4832 geheel.
De comparante sub 1, handelende als gemeld[dit is [naam1] , toev. hof]
, en koper[ [appellante] en haar toenmalige echtgenoot, toev. hof]
verklaarden, mede ter uitvoering van de koopovereenkomst, bij deze over en weer, ten behoeve van en ten laste van het verkochte enerzijds (sectie [Y] nummer 4833 gedeeltelijk) en ten behoeve van en ten laste van het aan verkoper in eigendom verblijvende anderzijds (sectie [Y] nummers 4832 geheel en 4833 gedeeltelijk), te vestigen en aan te nemen, de al zodanige erfdienstbaarheden waardoor de toestand waarin het verkochte en gekochte zich ten opzichte van elkaar bevinden gehandhaafd blijft, voor wat betreft de aanwezigheid van ondergrondse en bovengrondse kabels ten behoeve van telefoon, radio- en televisie-aansluitingen, bovengrondse- en ondergrondse en/of alle andere soorten leidingen, het hebben, houden, onderhouden en zonodig vernieuwen van openbare nutsleidingen, de afvoer van hemelwater, gootwater en faecaliën door rioolwerken als anderszins, eventuele inbalking, inankering en overbouw, uitzicht, toevoer van licht en lucht.
- dat het verkochte niet (mede) onder zijn bestuur staat. (…)
dat [geïntimeerde] een airconditioning op het dak heeft geplaatst, waardoor het uitzicht van [appellante] vanaf het dakterras is verstoord.
4.De motivering van de beslissing van het hof
Het hof ziet dit anders. De tekst van de leveringsakte en van de daaraan gehechte verklaring moeten objectief worden uitgelegd [1] . Dit betekent dat het er niet om gaat wat zich enkel in het hoofd van [appellante] , [geïntimeerde] en/of [naam1] heeft afgespeeld (dat is subjectief) maar om wat met de blik van buiten moet worden begrepen uit de inhoud van de notariële akte: voor een willekeurige lezer van de notariële akte moet duidelijk zijn welke gevolgen de inschrijving van die akte heeft, ook als die lezer niet weet wat zich verder nog heeft afgespeeld tussen de personen die daarin verklaringen afleggen. In de verklaring van [geïntimeerde] die aan de notariële akte is gehecht geeft hij volgens de tekst daarvan in zijn hoedanigheid van echtgenoot en samenwonende partner van [naam1] de toestemming voor “voormelde rechtshandelingen” die volgens artikel 1:88 lid 1 BW nodig is voor het verkopen en leveren van een woning waarin de partners samenwonen of waarin de partner van de verkoper woont. [geïntimeerde] treedt daarbij niet op als de eigenaar van perceel 4832, dus ook niet als de partij die erfdienstbaarheden ten laste van dat perceel vestigde en leverde. Inschrijving van die akte kan dan ook niet tot gevolg hebben gehad dat een erfdienstbaarheid ontstond ten laste van een perceel van [geïntimeerde] . [naam1] was daartoe namelijk niet bevoegd.
In zoverre heeft [geïntimeerde] gelijk met zijn hoger beroep.
Dit betekent niet dat de erfdienstbaarheid niet kan zijn ontstaan, omdat een erfdienstbaarheid ook door verjaring kan ontstaan. [appellante] heeft ook een beroep op verjaring gedaan. Dat beroep blijkt gegrond, zoals hieronder blijkt.
In elk geval moet er sprake van zijn dat iemand die daar geen recht op had zich zodanig gedraagt dat degene, tegen wie de verjaring loopt, daaruit onmiskenbaar heeft moeten afleiden dat die ander zich beschouwt als rechthebbende op, in dit geval, een erfdienstbaarheid. Er moet dus sprake zijn van bezitsdaden. Of er bezit is uitgeoefend moet per geval worden bekeken. Ook hierbij gaat het er niet om wat zich enkel in het hoofd van de betrokken personen heeft afgespeeld, maar om de feitelijke situatie en om wat er allemaal is gedaan en gebeurd. Dat wordt dan met de blik van buiten (dus objectief) uitgelegd: voor een buitenstaander moet duidelijk zijn dat de ander acties heeft verricht waaruit blijkt dat hij denkt dat hij rechthebbende is.
Hoe dan ook, dat [geïntimeerde] zich op enig moment na de inschrijving van de notariële akte heeft verzet op een manier die de verjaring heeft gestuit, blijkt nergens uit. [geïntimeerde] heeft ook al niet ter discussie gesteld dat [appellante] te goeder trouw was, dat wil zeggen niet wist en ook niet hoefde te weten dat het recht van erfdienstbaarheid maar ten dele geldig was gevestigd, namelijk uitsluitend voor zover dat ten laste van de eigendommen van [naam1] gebeurde.
Op grond van het vorengaande stelt het hof tussen partijen vast dat medio oktober 2008 door verjaring de in de notariële akte beschreven erfdienstbaarheid alsnog is ontstaan.
Het hof zal nu eerst ingaan op de vraag wat het recht op uitzicht concreet inhoudt.
“(…) te vestigen en aan te nemen, de al zodanige erfdienstbaarheden waardoor de toestand waarin het verkochte en gekochte zich ten opzichte van elkaar bevinden gehandhaafd blijft (…)”. Met de term “uitzicht” hebben partijen nooit het uitzicht van [appellante] over het perceel van [geïntimeerde] in de door [appellante] verdedigde zin bedoeld, aldus nog steeds [geïntimeerde] .