Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om de behoeftebepaling van een gehandicapt kind en de correctie op de tabelbedragen voor kinderalimentatie. De vrouw, verzoekster in hoger beroep, heeft een affectieve relatie gehad met de man, verweerder in hoger beroep, en zij zijn de ouders van een minderjarige en een meerderjarige. De rechtbank Noord-Nederland had eerder bepaald dat de man een bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding moest betalen. De vrouw is in hoger beroep gekomen tegen de beschikking van 6 november 2019, waarin de kinderalimentatie voor de minderjarige was vastgesteld op € 25,- per maand, terwijl zij verzocht om een verhoging naar € 214,15 per maand. Het hof heeft de grieven van de vrouw gezamenlijk beoordeeld en vastgesteld dat de behoefte van de minderjarige, die zwaar gehandicapt is, hoger ligt dan eerder vastgesteld. Het hof heeft de extra kosten van de minderjarige in overweging genomen en de totale behoefte vastgesteld op € 800,- per maand. De man heeft onvoldoende inzicht gegeven in zijn inkomen en zijn verdiencapaciteit, waardoor het hof niet kon vaststellen of hij in staat was om aan zijn onderhoudsverplichting te voldoen. Uiteindelijk heeft het hof de bestreden beschikking vernietigd en de door de man te betalen kinderalimentatie vastgesteld op € 211,- per maand, ingaande 1 september 2019. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.