ECLI:NL:GHARL:2021:9271
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van eenhoofdig gezag aan de vader en vaststelling van omgangsregeling onder regie van de GI
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 28 september 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over het ouderlijk gezag en de omgangsregeling van een minderjarige. De vader en de moeder van het kind, geboren in 2014, zijn verwikkeld in een langdurige en verstoorde communicatie, wat heeft geleid tot een verzoek van de vader om het eenhoofdig gezag over het kind te verkrijgen. De ouders zijn sinds 2017 gescheiden en de minderjarige woont bij de vader. De rechtbank Noord-Nederland had eerder de hoofdverblijfplaats van het kind bij de vader vastgesteld en een zorgregeling tussen de moeder en het kind ingesteld. De moeder heeft echter verzocht om wijziging van deze zorgregeling, wat door de vader werd betwist.
Het hof heeft vastgesteld dat er sprake is van een ernstig verstoorde verhouding tussen de ouders, waarbij communicatie en samenwerking volledig ontbreken. Ondanks eerdere pogingen tot hulpverlening is er geen verbetering in de situatie te verwachten. Het hof heeft daarom besloten om het verzoek van de vader om hem alleen met het ouderlijk gezag te belasten toe te wijzen, in het belang van het kind. Dit besluit is genomen om verdere juridische procedures te voorkomen en om stabiliteit en duidelijkheid te creëren voor de minderjarige.
Daarnaast heeft het hof de omgangsregeling tussen de moeder en het kind vastgesteld op eens per veertien dagen, onder regie van de gecertificeerde instelling (GI). De door de moeder verzochte uitgebreide omgangsregeling werd afgewezen, omdat de ouders niet in staat zijn gebleken om op een constructieve manier met elkaar te communiceren. Het hof heeft de beschikking van de rechtbank vernietigd voor zover deze aan het oordeel van het hof onderworpen was en heeft de nieuwe regeling vastgesteld.