In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 24 september 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere veroordeling van de rechtbank Noord-Nederland. De verdachte was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van 8 maanden voor het opzettelijk aanwezig hebben van diverse soorten drugs en wapens, met inbeslagname van de goederen. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank gedeeltelijk vernietigd, met name de opgelegde straf. Het hof heeft besloten om de verdachte een gevangenisstraf van 8 maanden op te leggen, waarvan 2 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. Dit besluit is genomen na een grondige beoordeling van de feiten en omstandigheden van de zaak, inclusief de eerdere veroordelingen van de verdachte en de ernst van de feiten. Het hof heeft de bewijsmiddelen en verklaringen van de verdachte en zijn raadsman in overweging genomen, maar heeft geconcludeerd dat de verdachte bewust de wapens en munitie in zijn bedrijfspand heeft gehad. De rechtbank had eerder al vastgesteld dat de verdachte geen aannemelijke alternatieve verklaring had gegeven voor de aanwezigheid van de wapens en drugs. Het hof heeft de beslissing van de rechtbank bevestigd, behalve voor de straf, en heeft de verdachte opnieuw veroordeeld voor zijn daden. De uitspraak benadrukt de ernst van het bezit van wapens en drugs en de risico's die dit met zich meebrengt voor de samenleving.