ECLI:NL:GHARL:2021:9167
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van het vonnis van de rechtbank met aanvulling van de strafmotivering in een strafzaak tegen een verdachte voor mishandeling en vernieling
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 23 september 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Midden-Nederland. De verdachte, geboren in 1988 en wonende in een asielzoekerscentrum, was eerder door de politierechter veroordeeld voor mishandeling en vernieling. De rechtbank had hem een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 10 dagen opgelegd en een schadevergoeding van € 225,00 aan de benadeelde partij toegewezen. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis.
Tijdens de zitting op 9 september 2021 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die de bewezenverklaring van de tenlastegelegde feiten en de handhaving van de straf heeft gevorderd. De advocaat-generaal heeft ook de schadevergoeding aan de benadeelde partij herbevestigd. De raadsvrouw van de verdachte heeft argumenten naar voren gebracht, maar het hof heeft geen aanleiding gezien om van de eerdere straf af te wijken.
Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte de lichamelijke integriteit van het slachtoffer heeft aangetast door hem te mishandelen en diens zonnebril te vernielen. Het hof heeft de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd in overweging genomen en heeft geoordeeld dat de opgelegde straf passend is. Tevens heeft het hof opgemerkt dat de redelijke termijn van artikel 6 EVRM in deze zaak is overschreden, maar heeft dit niet geleid tot een andere beslissing. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank bevestigd, met een aanvulling op de strafmotivering.