ECLI:NL:GHARL:2021:9078

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
28 september 2021
Publicatiedatum
28 september 2021
Zaaknummer
200.291.871
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake informatieregeling en omgangsrecht tussen ouders van minderjarige kinderen

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 28 september 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek van de moeder met betrekking tot de informatieregeling en het omgangsrecht van de vader met hun kinderen. De moeder, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. A. Hofman, verzocht om het opleggen van een tijdelijk contactverbod aan de vader en het ontzeggen van het recht op omgang met hun dochter [de minderjarige2]. De vader was niet verschenen tijdens de mondelinge behandeling, terwijl de moeder en vertegenwoordigers van de gecertificeerde instelling (GI) en de raad voor de kinderbescherming wel aanwezig waren.

De rechtbank Gelderland had eerder een beschikking gegeven waarin de moeder verplicht werd om de vader te informeren over belangrijke zaken met betrekking tot de kinderen en hem foto's van de kinderen te sturen. De moeder was het niet eens met deze regeling, omdat zij vreesde dat de vader de foto's niet respectvol zou behandelen en deze op sociale media zou delen, wat de kinderen als belastend ervoeren. De GI en de raad voor de kinderbescherming steunden de zorgen van de moeder en adviseerden om de verplichting tot het sturen van foto's te beëindigen.

Het hof oordeelde dat het belang van de kinderen om hun persoonlijke levenssfeer te beschermen zwaarder weegt dan het belang van de vader om geïnformeerd te worden via foto's. Het hof heeft daarom de bestreden beschikking van de rechtbank vernietigd voor zover deze betrekking had op de informatieregeling en heeft beslist dat de moeder niet langer verplicht is om foto's van de kinderen aan de vader te sturen. De moeder heeft aangegeven bereid te zijn om foto's te bewaren voor het geval de situatie van de vader verbetert.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem
afdeling civiel recht
zaaknummer gerechtshof 200.291.871
(zaaknummer rechtbank Gelderland 376505)
beschikking van 28 september 2021
inzake
[verzoekster],
wonende te [woonplaats1] ,
verzoekster in het principaal hoger beroep,
verder te noemen: de moeder,
advocaat: mr. A. Hofman te Barneveld,
en
[verweerder],
wonende te [woonplaats2] ,
verweerder in hoger beroep,
verder te noemen: de vader,
thans zonder advocaat.
Als overige belanghebbende is aangemerkt:
de gecertificeerde instelling
Stichting Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering,
gevestigd te Zwolle,
verder te noemen: de GI.

1.Het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst voor het geding in eerste aanleg naar de beschikking van de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen, van 15 december 2020, uitgesproken onder voormeld zaaknummer, hierna ook te noemen: de bestreden beschikking.

2.Het geding in hoger beroep

2.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het beroepschrift met producties, ingekomen op 12 maart 2021, en
  • de informatieve brief van de GI, ingekomen op 10 augustus 2021.
2.2
Op 13 september 2021 is de na te noemen minderjarige [de minderjarige1] verschenen, die buiten aanwezigheid van partijen door een lid van het hof is gehoord.
2.3
De mondelinge behandeling heeft op 14 september 2021 plaatsgevonden. Verschenen zijn:
  • de moeder, bijgestaan door haar advocaat,
  • [naam1] en [naam2] namens de GI, en
  • [naam3] namens de raad voor de kinderbescherming (verder: de raad).
De vader is, hoewel daartoe behoorlijk opgeroepen, niet verschenen.

3.De feiten

3.1
De vader en de moeder zijn gehuwd geweest. Zij zijn de ouders van:
  • [de minderjarige1] , geboren [in] 2006 te [plaats1] (verder te noemen: [de minderjarige1] ), en
  • [de minderjarige2] , geboren [in] 2009 te [plaats1] (verder te noemen: [de minderjarige2] ).
De ouders zijn gezamenlijk belast met het gezag over de kinderen. De kinderen hebben hun hoofdverblijfplaats bij de moeder.
3.2
Bij beschikking van 4 oktober 2019 heeft de rechtbank tussen de vader en [de minderjarige2] een zorgregeling vastgesteld, inhoudende dat:
  • [de minderjarige2] een weekeinde per veertien dagen van vrijdag 19:00 uur tot zondag 16:30 uur bij de vader verblijft, in welk weekend [de minderjarige2] op zaterdagavond om 19:00 uur met de moeder zal bellen;
  • de vader in de weekenden dat [de minderjarige2] niet bij hem verblijft, [de minderjarige2] op vrijdagavond om 18:30 uur zal bellen.
3.3
Bij beschikking van 30 september 2019 heeft de kinderrechter de kinderen onder toezicht gesteld van de GI tot 30 september 2020. Bij beschikking van 29 september 2020 heeft de kinderrechter deze ondertoezichtstelling verlengd tot 30 september 2021.
3.4
Bij beschikking van 15 december 2020 heeft de kinderrechter de beschikking van 4 oktober 2019 in die zin gewijzigd dat de regeling ter verdeling van de zorg- en opvoedingstaken tussen de ouders ten aanzien van [de minderjarige2] voor maximaal zes maanden wordt geschorst, waarbij de Gl de vrijheid krijgt om de omgang gedurende dit half jaar te allen tijde weer op te kunnen starten wanneer zij van mening is dat het opstarten van de omgang in het belang van [de minderjarige2] is.

4.De omvang van het geschil

4.1
Bij de bestreden - uitvoerbaar bij voorraad verklaarde - beschikking heeft de rechtbank het verzoek van de moeder tot het opleggen van een tijdelijk contactverbod, dan wel het ontzeggen van het recht op omgang aan de vader, met [de minderjarige2] , afgewezen. De rechtbank heeft daarnaast als informatieregeling bepaald dat de moeder de vader elke twee weken informeert over gewichtige aangelegenheden met betrekking tot de persoon en het vermogen van de kinderen en de vader een aantal foto's van de kinderen stuurt, hem informeert over de gezondheid van de kinderen, de stand van zaken ten aanzien van de hulpverlening, schoolprestaties, hobby’s en sport, vriendjes en vriendinnetjes en financiële zaken.
4.2
De moeder is met één grief in hoger beroep gekomen van de bestreden beschikking. De moeder verzoekt het hof om bij beschikking, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, de bestreden beschikking te vernietigen, voor zover daarin in het kader van de informatieregeling is bepaald “en hem een aantal foto's van de kinderen stuurt” en voor het overige deze beschikking te bekrachtigen.

5.De motivering van de beslissing

5.1
Ingevolge artikel 1:253a lid 4 van het Burgerlijk Wetboek (BW) in samenhang met artikel 1:377e BW kan de rechter op verzoek van de ouders of van een van hen een beslissing inzake de uitoefening van het ouderlijk gezag alsmede een door de ouders onderling getroffen regeling daarover wijzigen op de grond dat nadien de omstandigheden zijn gewijzigd of dat bij het nemen van de beslissing van onjuiste of onvolledige gegevens is uitgegaan. Deze gewijzigde regeling kan onder meer de wijze waarop informatie door derden overeenkomstig artikel 1:377c, eerste en tweede lid, BW wordt verschaft omvatten.
5.2
De moeder kan zich met de bestreden beschikking ten aanzien van de daarin vastgestelde informatieregeling niet verenigen en voert daartoe het volgende aan. Zij wil geen foto’s van de kinderen aan de vader verstrekken, omdat hij niet zorgvuldig en respectvol met die foto’s omgaat. De vader verspreidt de foto’s van de kinderen via WhatsApp, Facebook en Instagram, terwijl de kinderen dat niet willen en dat als belastend ervaren. De kinderen krijgen hierdoor ook een onbehaaglijk en onveilig gevoel. Volgens de moeder valt ook niet in te zien welk belang de vader heeft bij zijn gedrag dan wel hoe het belang van de vader tegen het belang van de kinderen opweegt.
5.3
De GI ondersteunt het verzoek van de moeder. De jeugdbeschermer heeft de vader, die gesloten is geplaatst in een instelling, meermaals erop aangesproken dat de kinderen het niet prettig vinden dat de vader hun foto’s op sociale media plaatst. De vader lijkt dit korte tijd te begrijpen, maar vervalt steeds weer in zijn oude gedrag.
5.4
De raad heeft ter mondelinge behandeling zorgen uitgesproken over de situatie van de vader, maar ook verklaard dat de mening van de kinderen over de foto’s leidend moet zijn. De raad heeft daarom geadviseerd het verzoek van de moeder in hoger beroep toe te wijzen. Desgevraagd heeft de raad ter mondelinge behandeling geadviseerd om de verplichting van de moeder om foto’s aan de vader te sturen definitief te beëindigen en niet tijdelijk op te schorten, omdat een tijdelijke schorsing juist zorgt voor druk op de situatie.
5.5
Het staat vast dat de moeder de informatieregeling goed nakomt en ook het belang inziet van het informeren van de vader. De moeder stuurt hem, overeenkomstig de beslissing van de rechtbank ook foto’s van de kinderen. Het hof stelt voorop dat de ratio van de beslissing van de rechtbank is gelegen in het mogelijk maken dat de vader, die op dit moment zijn kinderen niet ziet, toch een beeld krijgt van de wijze waarop zij groeien en opgroeien. De foto’s worden niet gegeven met de bedoeling deze opnieuw openbaar te maken op sociale media. Dat is wel hetgeen de vader, ondanks andersluidende adviezen, met enige regelmaat doet en dat is ook hetgeen waarvan met name [de minderjarige1] in haar gesprek met het hof heeft gezegd dat zij dat heel vervelend vindt. Omdat de vader de ontvangen foto’s niet gebruikt overeenkomstig het doel waarvoor zij worden gegeven en de kinderen last hebben van de wijze waarop vader de foto’s openbaar maakt is het hof van oordeel dat het belang van de kinderen bij eerbiediging van hun persoonlijke levenssfeer op dit punt prevaleert boven het belang van de vader om ook door middel van foto’s geïnformeerd te worden over de wijze waarop zijn kinderen opgroeien. Het hof zal daarom het verzoek in hoger beroep van de moeder toewijzen.
5.6
Het hof overweegt nog dat de moeder zich ter mondelinge behandeling bereid heeft verklaard om foto’s van de kinderen wel te bewaren, zodat zij - of de kinderen - deze aan de vader kunnen geven op het moment dat het beter gaat met de vader.

6.De slotsom

Op grond van hetgeen hiervoor is overwogen, zal het hof de bestreden beschikking, uitsluitend voor zover daarin ten aanzien van de informatieregeling is bepaald “
en hem een aantal foto's van de kinderen stuurt”, te vernietigen en beslissen als volgt.

7.De beslissing

Het hof, beschikkende in hoger beroep:
vernietigt de beschikking van de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen, van 15 december 2020, uitsluitend voor zover daarin ten aanzien van de informatieregeling is bepaald “
en hem een aantal foto's van de kinderen stuurt”, en in zoverre opnieuw beschikkende:
wijst alsnog af het verzoek van de vader om te bepalen dat de moeder hem in het kader van de informatieregeling een aantal foto’s van de kinderen stuurt.
Deze beschikking is gegeven door mrs. J.U.M. van der Werff, J.B. de Groot en E. de Boer, bijgestaan door mr. M. van Esveld als griffier, en is op 28 september 2021 uitgesproken in het openbaar in tegenwoordigheid van de griffier.