ECLI:NL:GHARL:2021:9059
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid bij instorting van een stal na ondeugdelijke uitvoering van aannemingswerkzaamheden
In deze zaak gaat het om de aansprakelijkheid van de besloten vennootschap Tasche Staalbouw B.V. voor de instorting van een stal van de agrarische onderneming van de geïntimeerde. De instorting vond plaats in november 2015, nadat Tasche was ingeschakeld om trekstangen te vervangen. De geïntimeerde had eerder al een deel van de stal verloren door instorting in september 2015. Tasche werd door de geïntimeerde aansprakelijk gesteld voor de schade, omdat zij volgens de geïntimeerde onzorgvuldig had gehandeld door geen voorzorgsmaatregelen te nemen. Tasche betwistte de aansprakelijkheid en verwees naar eigen schuld van de geïntimeerde, omdat deze essentiële informatie had achtergehouden.
De rechtbank oordeelde dat Tasche toerekenbaar tekortgeschoten was in haar verbintenis tot aanneming van werk en aansprakelijk was voor de schade. Tasche ging in hoger beroep, maar het hof bevestigde de tekortkoming van Tasche, terwijl het ook oordeelde dat de geïntimeerde voor 50% eigen schuld had aan de schade. Het hof oordeelde dat de geïntimeerde had nagelaten om Tasche te informeren over het advies van een deskundige om de trekstangen te vervangen na de eerste instorting. Het hof heeft de zaak terugverwezen naar de rechtbank voor verdere behandeling van de schade.