Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in het principaal hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 23 september 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de benoeming van een bewindvoerder en mentor voor een 89-jarige vrouw, [verzoekster], die lijdt aan beginnende dementie. De vrouw had in 2018 een levenstestament opgesteld waarin zij haar voorkeur voor twee gevolmachtigden, [naam5] en [naam6], had vastgelegd. Echter, de kantonrechter had op 17 november 2020, op verzoek van [verweerder], een professionele bewindvoerder en mentor, [de bewindvoerder], benoemd.
In hoger beroep heeft [verzoekster] verzocht om de beschikking van de kantonrechter te vernietigen en haar gevolmachtigden te benoemen. Het hof heeft vastgesteld dat de noodzaak van bewind en mentorschap niet in geschil is, maar dat de vraag wie deze functies moet vervullen, wel ter discussie staat. [verzoekster] heeft aangevoerd dat de kantonrechter ten onrechte voorbij is gegaan aan haar levenstestament en dat de professionele bewindvoerder en mentor niet in haar belang handelen.
Het hof heeft echter geconstateerd dat er gegronde redenen zijn om de voorkeur van [verzoekster] niet te volgen. Er waren zorgen over de situatie bij [verzoekster] thuis, waaronder een gebrek aan voldoende voedsel en een onplezierige bejegening door [naam5]. De casemanager dementie heeft bevestigd dat [verzoekster] niet langer wenste dat [naam5] haar belangen behartigde.
Uiteindelijk heeft het hof de beschikking van de kantonrechter bekrachtigd en de benoeming van [de bewindvoerder] als bewindvoerder en mentor in stand gehouden, omdat de omstandigheden en de belangen van [verzoekster] dit vereisten.