Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 16 september 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake een verzoek tot proceskostenveroordeling. De zaak betreft een vrouw die in hoger beroep is gegaan tegen een beschikking van de rechtbank Overijssel. De vrouw, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. M.J.H. Mühlstaff, heeft op 8 juli 2021 laten weten het hoger beroep in te trekken. De man, vertegenwoordigd door mr. L.J.H.M. Achten, heeft zijn verzoek tot veroordeling van de vrouw in de proceskosten gehandhaafd. Het hof heeft vastgesteld dat de vrouw de gronden van het hoger beroep niet handhaaft, wat leidt tot haar niet-ontvankelijkheid in de verzoeken in hoger beroep.
Het hof oordeelt dat de vrouw lichtvaardig hoger beroep heeft ingesteld, aangezien zij dit beroep een week voor de zitting heeft ingetrokken, waardoor de man onnodig kosten heeft gemaakt. De proceskosten aan de zijde van de man zijn begroot op € 338,- aan griffierecht en € 1.114,- voor salaris advocaat. Het hof heeft de vrouw veroordeeld in deze kosten en de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Deze beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.