Uitspraak
[verdachte] ,
Overwegingen
- bevestigt, met verbetering van de gronden, de beschikking waarvan beroep.
- wijst af het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Op 25 mei 2021 heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden in hoger beroep de beschikking van de rechtbank Midden-Nederland bevestigd, waarbij de voorlopige hechtenis van de verdachte werd bevolen. De verdachte, die in detentie verblijft, had hoger beroep ingesteld tegen de beschikking van 29 april 2021. Tijdens de zitting, die via videoverbinding plaatsvond, heeft de raadsvrouw van de verdachte een verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis ingediend. Het hof heeft de zaak beoordeeld aan de hand van de ernstige bezwaren die bestaan tegen de verdachte, die wordt verdacht van twee verkrachtingen van minderjarige slachtoffers. Het hof heeft vastgesteld dat de aangiften, het app-verkeer en getuigenverklaringen ernstige bezwaren opleveren. Bovendien is er een risico op recidive, gezien de aard van de feiten en het gebrek aan empathie van de verdachte. Het hof concludeert dat de vrijlating van de verdachte een geschokte rechtsorde zou veroorzaken, wat leidt tot maatschappelijke onrust. Daarom is het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis afgewezen en is de twaalfjaarsgrond aan de beslissing toegevoegd. De beslissing is genomen met inachtneming van de belangenafweging tussen de maatschappij en de verdachte.