ECLI:NL:GHARL:2021:8921
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak voor verlaten van plaats ongeval na onvoldoende bewijs
In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 16 september 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Nederland. De verdachte, geboren in 1957, was in hoger beroep gegaan tegen een eerdere veroordeling voor het verlaten van de plaats van een verkeersongeval dat plaatsvond op 15 augustus 2018. De politierechter had de verdachte veroordeeld tot een geldboete van € 500,-, subsidiair 10 dagen vervangende hechtenis. Het hof heeft het hoger beroep behandeld op de zitting van 2 september 2021, waarbij de advocaat-generaal een voorwaardelijke geldboete van € 300,- met een proeftijd van 1 jaar heeft gevorderd.
Het hof heeft de zaak opnieuw beoordeeld en is tot de conclusie gekomen dat er onvoldoende bewijs is om de verdachte te veroordelen. De getuigenverklaringen waren niet eenduidig en er waren te veel onduidelijkheden over de aanrijding en de schade aan de auto van de aangever. De getuigen die over een hoorbare klap spraken, hadden daar in eerdere verklaringen niet over gerept, wat de betrouwbaarheid van hun getuigenis in twijfel trok. Bovendien was er geen duidelijke schadevaststellingsrapportage aanwezig in het dossier.
Uiteindelijk heeft het hof besloten het vonnis van de politierechter te vernietigen en de verdachte vrij te spreken van het tenlastegelegde feit. De eerder uitgevaardigde strafbeschikking werd ook vernietigd. Deze uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs in strafzaken en de noodzaak om onduidelijkheden in getuigenverklaringen zorgvuldig te wegen.