Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
hij op of omstreeks 15 februari 2019 te [plaats1] , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om goed(eren), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [naam1] , weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming, drie stenen en/of stoeptegels door en/of tegen de ruit van een woning aan de [adres1] heeft gegooid om zich (vervolgens) door het verbroken raam de toegang tot de woning te verschaffen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
hij op of omstreeks 15 februari 2019 te [plaats1] , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk en wederrechtelijk een ruit van de woning gelegen aan de [adres1] , in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), te weten aan [naam1] toebehoorde, heeft vernield, beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt.
hij op of omstreeks 12 februari 2019 te [plaats1] , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om goed(eren), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [naam2] , weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming, een of meerdere stenen en/of stoeptegels door en/of tegen het keukenraam van een woning aan de [adres2] heeft gegooid om zich (vervolgens) door het verbroken raam de toegang tot de woning te verschaffen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
hij op of omstreeks 12 februari 2019 te [plaats1] , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk en wederrechtelijk het keukenraam van de woning gelegen aan de [adres2] , in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), te weten aan [naam2] toebehoorde, heeft vernield, beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt.
hij op of omstreeks 17 december 2018 te [plaats1] , althans in het arrondissement Midden-Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om goed(eren), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [naam3] , weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming, een schroef heeft geplaatst in het cilinderslot van de achterdeur van een woning aan de [adres3] , terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
hij op of omstreeks 17 december 2018 te [plaats1] , althans in het arrondissement Midden-Nederland, toen de aldaar dienstdoende [verbalisant1] , hoofdagent van de politie, belast met de uitoefening van enig toezicht en/of belast met en/of bevoegd verklaard tot het opsporen en/of onderzoeken van strafbare feiten, [naam4] als verdachte van overtreding van art. 45 juncto 310 en 311/1/5 van het Wetboek van Strafrecht, in elk geval op verdenking van het gepleegd hebben van enig strafbaar feit, op heterdaad ontdekt, had aangehouden teneinde die genoemde [naam4] ten spoedigste voor te geleiden voor een hulpofficier van justitie en hem daartoe over te brengen naar een plaats van verhoor, te weten het bureau van de politie te Almere-Stad, deze door die opsporingsambtenaar ondernomen handelingen opzettelijk heeft belet en/of belemmerd en/of verijdeld, door [naam4] uit de greep van voornoemde [verbalisant1] te ontzetten.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 15 oktober 2018 tot en met 18 oktober 2018 te [plaats2] , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een goed, te weten een personenauto (merk Renault, type Twingo met kenteken [kenteken1] ), heeft verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen, terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 28 september 2018 tot en met 18 oktober 2018 te [plaats1] , meermalen, althans eenmaal één of meer goederen, te weten
Vrijspraak
Overweging met betrekking tot het bewijs
Bewezenverklaring
hij op 15 februari 2019 te [plaats1] tezamen en in vereniging met anderen, ter uitvoering van het door verdachte en zijn medeverdachten voorgenomen misdrijf om goederen, toebehorende aan [naam1] , weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen door middel van braak, een stoeptegel door de ruit van een woning aan de [adres1] heeft gegooid om zich (vervolgens) door het verbroken raam de toegang tot de woning te verschaffen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
hij op 12 februari 2019 te [plaats1] , tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk en wederrechtelijk het keukenraam van de woning gelegen aan de [adres2] toebehorende aan [naam2] , heeft vernield.
hij op 17 december 2018 te [plaats1] tezamen en in vereniging met een ander, ter uitvoering van het door verdachte en zijn medeverdachte voorgenomen misdrijf om goederen, toebehorende aan [naam3] , weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen door middel van braak, een schroef heeft geplaatst in het cilinderslot van de achterdeur van een woning aan de [adres3] , terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
hij op 17 december 2018 te [plaats1] , toen de aldaar dienstdoende [verbalisant1] , hoofdagent van de politie belast met de uitoefening van enig toezicht, [naam4] als verdachte van overtreding van art. 45 juncto 310 en 311/1/5 van het Wetboek van Strafrecht, op heterdaad ontdekt, had aangehouden teneinde die genoemde [naam4] ten spoedigste voor te geleiden voor een hulpofficier van justitie en hem daartoe over te brengen naar een plaats van verhoor, te weten het bureau van de politie te Almere-Stad, deze door die opsporingsambtenaar ondernomen handelingen opzettelijk heeft belet door [naam4] uit de greep van voornoemde [verbalisant1] te ontzetten.
hij op 18 oktober 2018 te [plaats2] een personenauto (merk Renault, type Twingo met kenteken [kenteken1] ), voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van dit goed redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 28 september 2018 tot en met 18 oktober 2018 te Almere goederen, te weten
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en/of maatregel
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
90 (negentig) dagen.
80 (tachtig) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 3 (drie) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn/haar identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang als de reclasseringsinstelling dit noodzakelijk acht daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.
taakstrafvoor de duur van
100 (honderd) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
50 (vijftig) dagen hechtenis.