ECLI:NL:GHARL:2021:8855

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
8 april 2021
Publicatiedatum
21 september 2021
Zaaknummer
TBS P20/0418
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Tussenbeschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenbeslissing inzake verlenging terbeschikkingstelling en rapportage reclassering

In deze tussenbeslissing van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 8 april 2021, wordt de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling (TBS) van de terbeschikkinggestelde besproken. Het hof oordeelt dat voor de vorming van een eindoordeel een maatregelenrapport van de reclassering noodzakelijk is. Dit rapport moet inzicht geven in de voorwaarden waaronder een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege mogelijk is. De terbeschikkinggestelde verblijft sinds 23 oktober 2019 op een intensieve zorgafdeling, maar er is sprake van een behandelimpasse. De deskundigen hebben aangegeven dat de terbeschikkinggestelde geen motivatie voor behandeling toont en dat de klinische mogelijkheden zijn uitgeput. Het hof benadrukt dat een ambulant traject de voorkeur heeft, gezien de persoonlijkheidsproblematiek van de terbeschikkinggestelde.

Tijdens de zitting op 25 maart 2021 zijn verschillende deskundigen gehoord, waaronder psychologen en een reclasseringswerker. De deskundigen hebben hun zorgen geuit over de huidige behandelimpasse en de noodzaak van een passende woonplek met zorg- en risicomanagement. De raadsvrouw van de terbeschikkinggestelde pleit voor bevestiging van de beslissing van de rechtbank om de verpleging voorwaardelijk te beëindigen, terwijl het openbaar ministerie van mening is dat het nog te vroeg is voor een dergelijke stap. Het hof besluit het onderzoek te schorsen voor maximaal drie maanden en verzoekt de advocaat-generaal om de benodigde rapportage te verzorgen. De behandeling van de zaak wordt heropend en verdere beslissingen worden aangehouden.

Uitspraak

TBS P20/0418
Beslissing d.d. 8 april 2021
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van het openbaar ministerie in de zaak tegen
[terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1961,
verblijvende in het Forensisch Psychiatrisch Centrum
(hierna: PFC)De Rooyse Wissel te Oostrum.
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Groningen, van 5 november 2020, voor zover inhoudende de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege.
Het hof heeft gelet op de stukken, waaronder:
- het proces-verbaal van het onderzoek in eerste aanleg;
- de beslissing waarvan beroep;
- de akte van beroep van de officier van justitie van 18 november 2020 en de appelschriftuur van 28 november 2020;
- de aanvullende informatie van FPC De Rooyse Wissel van 5 januari 2021, met als bijlage de wettelijke aantekeningen van 26 mei 2020 tot en met 31 december 2021.
Het hof heeft ter zitting van 25 maart 2021 gehoord de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. W.C. Alberts, advocaat te 's-Gravenhage, en de advocaat-generaal mr. W.C.J. Stienen. Daarnaast zijn ter zitting als deskundigen gehoord A.J. de Groot, psycholoog, J.L.M. Dinjens, psychiater, I.N. van Gerven, als GZ-psycholoog en hoofd behandelaar verbonden aan FPC De Rooyse Wissel en [reclasseringswerker] , reclasseringswerker.

Overwegingen:

Het aanvullende advies van de kliniek van 5 januari 2021
Bij de terbeschikkinggestelde is al geruime tijd sprake van een behandelimpasse. De terbeschikkinggestelde verblijft sinds 23 oktober 2019 op een intensieve zorgafdeling. Op deze afdeling wordt een meer individuele benadering gehanteerd en ligt de nadruk op motivatie voor het aangaan van een behandeltraject. De terbeschikkinggestelde heeft echter nog steeds geen motivatie voor behandeling en wil zich niet conformeren aan het systeem. Op de intensieve zorgafdeling wordt nog steeds hetzelfde patroon gezien waarin de terbeschikkinggestelde zich regelmatig en vaak voor langere duur terugtrekt uit contact. Vooralsnog is er in de behandeling geen vooruitgang zichtbaar. De terbeschikkinggestelde heeft geen verlofkader en op dit moment is het ook niet mogelijk om de risicofactoren vast te stellen of om het risicomanagement inhoudelijk te onderbouwen.
De deskundige heeft ter zitting het advies toegelicht. Aanvullend heeft hij naar voren gebracht dat het is gelukt om de terbeschikkinggestelde wat meer op de groep te krijgen door de deur van zijn kamer vaker te openen. Hij is rustiger en minder vijandig. Bepaalde medewerkers zijn uit zijn contact gehaald. Dit alles laat onverlet dat geen behandeling plaatsvindt en het gradueel traject stagneert. Het risico zit met name in de sociale context, waarbij de terbeschikkinggestelde snel tot weerstand kan komen en verbaal agressief reageert. Indien er geen voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege wordt uitgesproken, zal een regionale zorgconferentie worden gepland.
Het standpunt van de (overige) deskundigen ter zitting
De Groot heeft aangegeven dat de terbeschikkinggestelde graag op zichzelf is. Bij een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege is een passende woonplek met enig zorg- en risicomanagement nodig. Een woonvoorziening in een RIBW geniet de voorkeur. Vanuit het risicomanagement zou een eigen woning met extra aandacht door bijvoorbeeld een Fact-team ook een optie kunnen zijn. Vanuit de forensische psychiatrie is er wel een manier te vinden om contact met de terbeschikkinggestelde te maken. Hij zal in dat contact waarschijnlijk op enig moment in conflict gaan, maar professionals van het Fact-team zullen hiermee om weten te gaan.
Dinjens heeft aangegeven dat het niet de verwachting is dat op korte termijn de huidige impasse zal worden doorbroken indien het traject op dezelfde wijze wordt voortgezet. Dinjens sluit zich aan bij het advies van De Groot. Dinjens heeft daarnaast aangegeven dat de zorg zich vooral moet manifesteren vanuit een psychiatrische polikliniek. Er dient te worden gewerkt aan beschermende factoren om het risicomanagement op die manier zo optimaal mogelijk te benutten. Een klinische behandeling is een contra-indicatie. Bij een overplaatsing naar een andere kliniek wordt dezelfde dynamiek verwacht. Het indexdelict heeft plaatsgevonden binnen de relationele sfeer. De situatie is nu anders en de stress van de relationele sfeer is weggevallen.
[reclasseringswerker] heeft aangegeven dat er geen indicatiestelling is afgegeven. Het is een praktisch probleem, omdat er geen plek voor hem is. Voor een woonvoorziening is een gefaseerd traject nodig. Dit vraagt maatwerk van de reclassering. Als het kader van de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege goed is ingebed, is dit kader hanteerbaar.
Het standpunt van de terbeschikkinggestelde en zijn raadsvrouw
De raadsvrouw heeft verzocht de beslissing van de rechtbank te bevestigen, zodat gewerkt kan gaan worden aan de resocialisatie en maatschappelijke inbedding van de terbeschikkinggestelde. Het recidiverisico wordt door de deskundigen ingeschat als laag. Het indexdelict is gepleegd in de relationele sfeer onder hele specifieke omstandigheden. Verblijf binnen een klinische setting werkt contraproductief. Dit komt voort uit zijn persoonlijkheidsproblematiek en de wijze waarop binnen de klinische setting wordt gestuurd op veelvuldig groepscontact. Het is het ambulante kader waarin verder met de terbeschikkinggestelde moet worden gewerkt. Door de psycholoog De Groot wordt ingeschat dat een woon-/verblijfvoorziening met enige mate van aandacht en toezicht, gecombineerd met het aanbrengen en versterken van beschermende factoren voldoende risicomanagement zal bieden. De psychiater Dinjens acht voortzetting van klinische behandeling vanuit het perspectief van risicomanagement niet geïndiceerd en onverstandig. Voortzetting in een ambulant kader wordt geadviseerd, waarbij de terbeschikkinggestelde zou kunnen starten in een individuele woonvoorziening met daarnaast poliklinische contacten via een ambulant forensische zorginstelling. In 2016 hebben deskundigen al voorspeld dat een klinische behandeling contraproductief zou werken. De terbeschikkinggestelde is het liefst op zichzelf en gaat contacten van nature uit de weg zonder hier last van te hebben. De terbeschikkinggestelde is niet groepsgeschikt vanwege de paranoïde en schizoïde problematiek. Doordat hij in een klinische setting gedwongen wordt, reageert hij juist afwerend en vijandig en komt hij in conflict. Het advies van voortzetting van het kader van de verpleging van overheidswege wordt door de kliniek geenszins onderbouwd, nu zij onder meer niet aangeven waarvoor de terbeschikkinggestelde in recidivebeperkend opzicht behandeld dient te worden. Het is niet juist dat de reclassering tegen een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege is. De reclassering zag zich geconfronteerd met praktische problemen van het kunnen plaatsen van de terbeschikkinggestelde. Er is een indicatie afgegeven en het is aan de Dienst Individuele Zaken om de terbeschikkinggestelde daadwerkelijk te plaatsen. De betreffende zorginstellingen hebben een opnameplicht. Wanneer de terbeschikkinggestelde niet zonder het doorlopen van het reguliere traject uit de klinische setting wordt gehaald, heeft dit tot gevolg dat hij uiteindelijk zal eindigen in de longstay ondanks zijn lage recidiverisico en het ontbreken van noodzaak tot behandeling. Terecht heeft de rechtbank deze impasse doorbroken door de verpleging van overheidswege voorwaardelijk te beëindigen en het systeem te dwingen de terbeschikkinggestelde te plaatsen op een passende plek. Gedurende het gehele traject wordt toezicht uitgeoefend door de reclassering.
Het standpunt van het openbaar ministerie
De vraag is welke stappen moeten worden gezet om uit de patstelling te komen. Het recidiverisico is nog niet zo laag om te komen tot een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege. De vraag is hoe de stap naar het begeleid wonen zich kan gaan manifesteren. Er moeten kleine tussenstapjes worden gezet om te komen tot een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege. Dit is de enige vorm van samenwerking of interactie om daadwerkelijk stappen te kunnen zetten. Het is op dit moment te vroeg om over te gaan naar een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege. Voor de volgende verlenging kunnen de uitkomsten van de zorgconferentie worden betrokken. De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot bevestiging van de beslissing van de rechtbank ten aanzien van de verlengingsduur en tot vernietiging van het onderdeel van de beslissing van de rechtbank voor zover deze ziet op de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege.
De tussenbeslissing van het hof
Bij de beraadslaging in raadkamer is gebleken dat het hof zich op basis van de voorhanden zijnde informatie onvoldoende acht voorgelicht om te kunnen oordelen op het door de officier van justitie ingediende hoger beroep.
Het hof acht het voor de vorming van zijn eindoordeel noodzakelijk dat de reclassering in de regio alwaar de terbeschikkinggestelde bij een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege naar toe zal gaan, een maatregelenrapport opstelt en daarbij in het bijzonder rapporteert over de wijze waarop en onder welke voorwaarden een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege zou kunnen worden vormgegeven. Het maatregelenrapport dient te zijn gericht op een ambulant traject, nu is gebleken dat de klinische mogelijkheden zijn uitgeput gelet op de persoonlijkheidsproblematiek van de terbeschikkinggestelde. Daarnaast acht het hof het in verband met de verzochte rapportage noodzakelijk dat de reclasseringswerker die het gevraagde onderzoek zal uitvoeren, voor de volgende zitting wordt opgeroepen.
Het hof zal het onderzoek met voormeld doel heropenen, het onderzoek voor een periode van maximaal drie maanden schorsen, de stukken in handen stellen van de advocaat-generaal en iedere verdere beslissing aanhouden.

Tussenbeslissing

Heropentde behandeling van de zaak om vermelde redenen en schorst het onderzoek voor onbepaalde tijd voor een periode niet langer dan drie maanden.
Verzoektde advocaat-generaal om zorg te dragen voor voormelde rapportage.
Steltde stukken met voormelde doelen in handen van de advocaat-generaal.
Beveeltde oproeping van de terbeschikkinggestelde tegen het nog nader te bepalen tijdstip, met tijdige kennisgeving hiervan aan de raadsvrouw.
Beveeltde oproeping van de reclasseringsmedewerker die de gevraagde rapportage zal opstellen, tegen dat nog nader te bepalen tijdstip.
Houdtiedere verdere beslissing aan.
Aldus gedaan door
mr. M. Keppels als voorzitter,
mr. G. Mintjes en mr. M.J. Vos als raadsheren,
en drs. A. Vissers en drs. I. van Outheusden als raden,
in tegenwoordigheid van mr. K. van Laarhoven als griffier,
en op 8 april 2021 in het openbaar uitgesproken.
De raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.