In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 14 september 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Midden-Nederland. De verdachte is veroordeeld voor het voorhanden hebben van een vuurwapen, een omgebouwd alarmpistool, en kreeg een voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden opgelegd, met een proeftijd van 2 jaren en een meldplicht bij de reclassering. De verdachte had zelf bij de politie aangegeven dat hij een wapen thuis had, wat leidde tot de ontdekking van het vuurwapen in zijn woning. De politierechter had eerder een gevangenisstraf van 3 maanden opgelegd, waarvan 2 maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden zoals reclasseringstoezicht en een meldplicht. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en een andere strafoplegging gekozen, rekening houdend met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn gezondheidsproblemen en financiële situatie. De verdachte heeft verklaard dat hij het wapen had gevonden en dat hij inmiddels is gestopt met alcoholgebruik. Het hof oordeelde dat de oplegging van een voorwaardelijke gevangenisstraf passend was, gezien de ernst van het feit en de omstandigheden van de verdachte. De vordering tot tenuitvoerlegging van een eerdere voorwaardelijke gevangenisstraf werd afgewezen.