In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 14 september 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de beperking van de omgang tussen een moeder en haar twee kinderen, die onder toezicht staan van de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering. De moeder had in hoger beroep gevraagd om de schriftelijke aanwijzing van de GI, die het contact tussen haar en de kinderen beperkte, te laten vervallen en een ruimere contactregeling vast te stellen. De kinderen, geboren in 2018 en 2019, zijn sinds juni 2020 onder toezicht gesteld en sinds juli 2020 uit huis geplaatst. Het hof oordeelde dat de reacties van de kinderen bij en na de omgang van doorslaggevende betekenis zijn voor de beoordeling van de contactregeling. Het hof heeft vastgesteld dat de schriftelijke aanwijzing zorgvuldig tot stand is gekomen en voldoende gemotiveerd is. De GI had eerder schriftelijke aanwijzingen gegeven die het contact tussen de moeder en de kinderen beperkten, en de kinderrechter had deze aanwijzing bekrachtigd. Het hof concludeerde dat de huidige contactregeling van eens per twee weken een uur begeleid contact op neutraal terrein in het belang van de kinderen is, en bekrachtigde de beschikking van de kinderrechter.