Uitspraak
Overwegingen:
Beslissing
[terbeschikkinggestelde].
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 9 september 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Amsterdam van 13 april 2021. De rechtbank had de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de maatregel van terbeschikkingstelling (TBS) afgewezen, evenals het verzoek om een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg. Het hof heeft de beslissing van de rechtbank bevestigd, waarbij het heeft geoordeeld dat het gevaar op herhaling van delict gedrag zodanig is verminderd dat beëindiging van de TBS-maatregel verantwoord is.
Tijdens de zitting op 26 augustus 2021 is de terbeschikkinggestelde gehoord, bijgestaan door zijn raadsman, mr. S. Burmeister. De advocaat-generaal, mr. J.J.T.M. Pieters, heeft zijn standpunt toegelicht, waarbij hij de noodzaak van een zorgmachtiging benadrukte, gezien de complexe situatie van de terbeschikkinggestelde, die lijdt aan schizofrenie en verslavingsproblematiek. De advocaat-generaal stelde dat, hoewel de TBS-maatregel kan worden beëindigd, een zorgmachtiging noodzakelijk is om de terbeschikkinggestelde te ondersteunen in de samenleving en om eventuele risico's te beheersen.
Het hof heeft echter geoordeeld dat de rechtbank op juiste gronden heeft beslist en dat de situatie van de terbeschikkinggestelde, die stabiel is en medicatietrouw, geen verlenging van de TBS-maatregel of een zorgmachtiging rechtvaardigt. Het hof heeft de beslissing van de rechtbank bevestigd en de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de TBS-maatregel en het verzoek om een zorgmachtiging afgewezen. De uitspraak benadrukt de afweging tussen de bescherming van de samenleving en de rechten van de terbeschikkinggestelde, waarbij het hof concludeert dat de maatregel van terbeschikkingstelling kan worden beëindigd zonder dat er een zorgmachtiging nodig is.