Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.De procedure in eerste aanleg
2.De procedure in hoger beroep
- het beroepschrift met producties, ingekomen op 28 januari 2020;
- het verweerschrift;
- een brief van de raad voor de kinderbescherming van 4 juni 2020 dat er geen medewerker van de raad aanwezig zal zijn op de mondelinge behandeling van 3 september 2020;
- een journaalbericht van mr. Spekschoor van 1 september 2020 met als bijlage de spreekaantekeningen voor de mondelinge behandeling van 3 september 2020 met een bijlage.
- een journaalbericht van 21 januari 2021 van mr. C.A. Spekschoor;
- een journaalbericht van 21 januari 2021 van mr. van Gruijthuijsen-van Gent;
- een journaalbericht van 31 mei 2021 van mr Spekschoor met productie;
- een brief van de raad van 1 juni 2021;
- een brief per e-mailbericht van 1 juni 2021 van mr. van Gruijthuijsen-van Gent met als bijlage de akte wijziging dan wel aanvulling verzoek;
- een journaalbericht van 4 juni 2021 van mr. Spekschoor met als bijlage de antwoordakte aanvulling verzoek, tevens reactie op voormelde brief van 1 juni 2021.
3.De feiten
- [de minderjarige1] , geboren [in] 2006 te [woonplaats1] en
- [de minderjarige2] , geboren [in] 2007 te [woonplaats1] .
4.Het geschil
- met ingang van 1 mei 2013 dan wel met ingang van de datum van indiening van het verzoekschrift (30 juli 2019) de kinderalimentatie vast te stellen op (het hof begrijpt) € 433,54 per maand per kind met inachtneming van een zorgkorting van 35 % onder afwijzing van al hetgeen in eerste aanleg door de rechtbank is beslist dan wel ten aanzien van de kinderalimentatie een beslissing te nemen die het hof juist oordeelt;
- de zorgregeling te wijzigen en vast te stellen dat de kinderen bij de man verblijven:
kinderen dat willen, inclusief slapen;
- wekelijks op woensdag na school tot 20.00 uur,
- wekelijks op zaterdag van 16.00 uur tot zondag 20.00 uur;
- gedurende de helft van de feestdagen en de vakanties, op Moederdag, de verjaardag van de vrouw en de verjaardagen van de kinderen.
De vrouw heeft verder verzocht te bepalen dat de man met ingang van 1 september 2020 als bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen € 267,- per maand, telkens bij vooruitbetaling aan de vrouw zal voldoen.
€ 15.715,33 aan te veel ontvangen kinderalimentatie.
5.De overwegingen voor de beslissing
6.De slotsom
7.De beslissing
29 oktober 2019 en opnieuw beschikkende:
- [de minderjarige1] , geboren [in] 2006 te [woonplaats1] en
- [de minderjarige2] , geboren [in] 2007 te [woonplaats1]