ECLI:NL:GHARL:2021:8735

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
9 september 2021
Publicatiedatum
16 september 2021
Zaaknummer
TBS P21/0157
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging van de verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde na behandeling en resocialisatieproblemen

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 9 september 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Den Haag van 6 april 2021, waarbij de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde met twee jaar werd verlengd. De terbeschikkinggestelde, geboren in 1987 en verblijvende in FPC De Kijvelanden, heeft in zijn beroep aangevoerd dat de behandeling en resocialisatie niet zonder problemen zijn verlopen en dat er behoefte is aan nieuwe pro justitiarapportages van externe deskundigen. Het hof heeft de terbeschikkinggestelde gehoord, bijgestaan door zijn raadsman, en heeft de adviezen van de pro justitiarapporteurs uit 2018 in overweging genomen. Ondanks de afwijkende diagnoses en risicotaxaties van de pro justitiarapporteurs, concludeert het hof dat er geen sprake is van een impasse in de behandeling en dat de verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar gerechtvaardigd is. Het hof bevestigt de beslissing van de rechtbank en benadrukt dat de behandeling meer tijd in beslag zal nemen dan de tijd die resteert bij een verlenging van één jaar. De beslissing is openbaar uitgesproken en de voorzitter en raadsheren hebben de uitspraak ondertekend, waarbij enkele leden buiten staat waren om te ondertekenen.

Uitspraak

TBS P21/0157
Beslissing d.d. 9 september 2021
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van
[terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1987,
verblijvende in Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) De Kijvelanden te Poortugaal
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Den Haag van 6 april 2021, houdende verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van twee jaar.
Het hof heeft gelet op de stukken, waaronder:
  • het proces-verbaal van het onderzoek in eerste aanleg;
  • de beslissing waarvan beroep;
  • de akte van beroep van de terbeschikkinggestelde van 9 april 2021;
  • de aanvullende informatie van FPC De Kijvelanden van 11 augustus 2021;
  • het e-mailbericht van mr. A.R. Ytsma van 25 augustus 2021, met als bijlagen de pro justitiarapportage van psychiater I. Maksimovic van 24 november 2018, en de pro justitiarapportage van psycholoog B. van Giessen van 19 november 2018.
Het hof heeft ter zitting van 26 augustus 2021 gehoord de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door zijn raadsman mr. A.R. Ytsma, advocaat te Haarlem, en de advocaat generaal mr. W.C.J. Stienen.

Overwegingen:

Het standpunt van de terbeschikkinggestelde
De adviezen van de pro justitiarapporteurs Maksimovic en Van Giessen uit 2018 zijn niet opgevolgd. De terbeschikkinggestelde is toch overgeplaatst van FPC Dr. S. van Mesdagkliniek naar FPC De Kijvelanden. Tijdens zijn verblijf in FPC De Kijvelanden is ineens een andere diagnose gesteld. De terbeschikkinggestelde betwist dat er bij hem sprake is van een parafiele stoornis. Door de diagnose van die stoornis zal het traject nog langzamer gaan verlopen. De kliniek vaart geen vaste koers. Naar aanleiding van de schematherapie zou eerst worden bepaald of er libidoremmende medicatie zou worden ingezet. Na een personeelswisseling heeft de huidige behandelcoördinator van de terbeschikkinggestelde gezegd dat hij een volledige behandeling voor zedendelinquenten moet volgen. Maksimovic en Van Giessen kwamen in 2018 tot een gunstigere risicotaxatie dan de kliniek. Volgens Van Giessen is het recidiveriscio matig binnen het kader van de terbeschikkingstelling. Het recidiveriscio is al behoorlijk teruggebracht. De maatregel is niet bedoeld om een modelburger van de terbeschikkinggestelde te maken. Zijn begeleide verlof is goed verlopen. Bij hem is geen sprake meer van agressie. Hij overtreedt wel regels, maar hij laat geen delictgerelateerd gedrag zien. Zijn cannabisgebruik is niet delictgerelateerd. Ten tijde van het indexdelict gebruikte hij cocaïne en handelde hij uit rancune. Hij beseft wat hij het slachtoffer heeft aangedaan. Hij ziet nu ook in wat hij moet doen en laten om recidive te voorkomen. De terbeschikkinggestelde wil dat de maatregel wordt verlengd met een termijn van één jaar om de effectiviteit van zijn behandeling te volgen. Ook gelet op de onduidelijkheid over de diagnose bestaat behoefte aan nieuwe pro justitiarapportages van externe deskundigen die bij een verlenging met een termijn van één jaar begin volgend jaar zullen worden uitgebracht. Door en namens de terbeschikkinggestelde is bepleit de verlengingshuur van de maatregel tot één jaar te beperken.
Het standpunt van het openbaar ministerie
Het is begrijpelijk dat terbeschikkinggestelde snel wenst te komen tot een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege of een onvoorwaardelijke beëindiging van de terbeschikkingstelling. Hij zet daarvoor zich in, ook al gaat dit met vallen en opstaan, maar het is niet reëel om te verwachten dat de maatregel na een verlenging met een termijn van één jaar (voorwaardelijk) kan worden beëindigd. Er is sprake van een hoog risico. Desondanks is er een stapsgewijs resocialisatietraject ingezet. Het begeleide verlof is wel opgestart, maar recent
on holdgezet. Gelet op de ontwikkeling in de behandeling van de terbeschikkinggestelde is het niet nodig om druk op de ketel te zetten door de terbeschikkingstelling te verlengen met één jaar in plaats van twee jaren. De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot bevestiging van de verlengingsbeslissing van de rechtbank.
Het oordeel van het hof
Het hof is van oordeel dat de rechtbank op goede gronden heeft geoordeeld en op juiste wijze heeft beslist de terbeschikkingstelling te verlengen met een termijn van twee jaren. Daarom zal de beslissing, waarvan beroep met overneming van die gronden worden bevestigd, met aanvulling van het volgende.
Het hof heeft als uitgangspunt dat, wanneer aannemelijk is geworden dat de behandeling van de terbeschikkinggestelde meer tijd in beslag zal nemen dan de tijd die resteert bij een verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van een jaar, de terbeschikkingstelling verlengd dient te worden met een termijn van twee jaren. Het hof ziet in dit geval geen aanleiding om van dit uitgangspunt af te wijken.
Uit het verlengingsadvies en de aanvullende informatie van FPC De Kijvelanden volgt dat de behandeling en de resocialisatie van de terbeschikkinggestelde in de afgelopen periode niet zonder problemen zijn verlopen. Naar het oordeel van het hof is er echter geen sprake van een impasse in de behandeling van de terbeschikkinggestelde of een andere reden om de voortgang van zijn traject over een jaar opnieuw te laten toetsen door de verlengingsrechter. Dat de pro justitiarapporteurs Maksimovic en Van Giessen in 2018 op enkele punten tot een andere diagnose en een, zeer beperkt, afwijkende risicotaxatie kwamen dan de kliniek in haar recente rapportages, leidt niet tot een ander oordeel en maakt het evenmin noodzakelijk dat externe gedragsdeskundigen over één jaar al nieuwe pro justitiarapportages uitbrengen.

Beslissing

Het hof:
Bevestigtde beslissing van de rechtbank Den Haag van 6 april 2021 met betrekking tot de terbeschikkinggestelde
[terbeschikkinggestelde] .
Aldus gedaan door
mr. A.B.A.P.M. Ficq als voorzitter,
mr. M.E. van Wees en mr. M.J. Vos als raadsheren,
en dr. J. Lucieer en drs. I.M. van Woudenberg als raden,
in tegenwoordigheid van mr. R. Hermans als griffier,
en op 9 september 2021 in het openbaar uitgesproken.
Mr. M.J. Vos en de raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.