Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
2 (twee) weken.
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 10 september 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Midden-Nederland, dat op 28 mei 2018 was gewezen. De verdachte, geboren in 1979, had hoger beroep ingesteld tegen de veroordeling voor diefstal, waarbij hij was veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee weken met aftrek van voorarrest. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank bevestigd, behalve wat betreft de strafoplegging. De verdachte had zich schuldig gemaakt aan diefstal van goederen uit een auto en had eerder soortgelijke veroordelingen op zijn naam staan. Het hof heeft rekening gehouden met de omstandigheden van de zaak, waaronder de eerdere veroordeling van de verdachte tot een voorwaardelijke ISD-maatregel in een andere strafzaak. Het hof oordeelde dat de redelijke termijn voor de behandeling van de zaak was overschreden, wat leidde tot de beslissing om de gevangenisstraf voorwaardelijk op te leggen voor de duur van twee weken, met een proeftijd van twee jaren. De beslissing is genomen in overeenstemming met de aard en ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder het feit is begaan. Het hof heeft de toepasselijke wettelijke voorschriften in acht genomen en de uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffier.