Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
hij op of omstreeks 22 augustus 2018 te [plaats] [benadeelde partij] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [benadeelde partij] dreigend de woorden toe te voegen "Ik zal je godverdomme toch een paar klappen om de oren geven" en/of "dan trap ik je kop helemaal letterlijk en figuurlijk van je romp af", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
hij op of omstreeks 22 augustus 2018 te [plaats] [benadeelde partij] heeft mishandeld door die [benadeelde partij]
hij op of omstreeks 22 augustus 2018 te [plaats] opzettelijk en wederrechtelijk een (mobiele) telefoon, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander, te weten aan [benadeelde partij] toebehoorde, heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt.
Overwegingen met betrekking tot het bewijs
Ik zal je godverdomme toch een paar klappen om de oren geven” geen bedreiging met enig misdrijf tegen het leven en/of zware mishandeling oplevert, hetgeen moet leiden tot partiële vrijspraak.
Ten aanzien van feit 1
Ik zal je godverdomme toch een paar klappen om de oren geven”, nu die zinsnede naar het oordeel van het hof geen bedreiging als bedoeld in artikel 285 van het Wetboek van Strafrecht oplevert.
Ten aanzien van feit 2
Ten aanzien van feit 3
Bewezenverklaring
hij op 22 augustus 2018 te [plaats] [benadeelde partij] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, door die [benadeelde partij] dreigend de woorden toe te voegen "dan trap ik je kop helemaal letterlijk en figuurlijk van je romp af";
hij op 22 augustus 2018 te [plaats] [benadeelde partij] heeft mishandeld door die [benadeelde partij] - bij de keel te pakken en
hij op 22 augustus 2018 te [plaats] opzettelijk en wederrechtelijk een mobiele telefoon, die aan [benadeelde partij] toebehoorde, heeft vernield.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en/of maatregel
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) weken.
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 3 (drie) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang als de reclasseringsinstelling dit noodzakelijk acht daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd.
taakstrafvoor de duur van
60 (zestig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
30 (dertig) dagen hechtenis.