ECLI:NL:GHARL:2021:8706

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
9 september 2021
Publicatiedatum
15 september 2021
Zaaknummer
21-003393-18
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van verdachte voor diefstal en oplichting met taakstraf en beslissingen op beslag

In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 9 september 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Nederland. De verdachte is veroordeeld voor meerdere feiten, waaronder diefstal van DVD's en Playstation spellen, en oplichting. De feiten vonden plaats op 3 en 4 maart 2017, waarbij de verdachte zich schuldig maakte aan het wederrechtelijk toe-eigenen van goederen van de winkelketen [naam1]. De verdachte heeft een taakstraf van 80 uren opgelegd gekregen, subsidiair 40 dagen hechtenis, met aftrek van voorarrest. Het hof heeft de eerdere veroordeling van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan, waarbij het hof rekening heeft gehouden met de overschrijding van de redelijke termijn in de procedure. De verdachte heeft zich herhaaldelijk schuldig gemaakt aan winkeldiefstal, wat heeft geleid tot een onvoorwaardelijke taakstraf. Daarnaast zijn er beslissingen genomen over in beslag genomen goederen, waarbij sommige goederen aan de verdachte zijn teruggegeven en andere zijn onttrokken aan het verkeer. Het hof heeft de vorderingen tot tenuitvoerlegging van eerdere straffen afgewezen.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-003393-18
Uitspraak d.d.: 9 september 2021
TEGENSPRAAK
Verkort arrestvan de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden,
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Nederland van 6 juni 2018 in de in eerste aanleg gevoegde strafzaken, parketnummers 18-044466-17 en 18-059568-17, en de van dat vonnis deel uitmakende beslissingen op de vordering tot tenuitvoerlegging, parketnummers 18-214211-16, 16-031312-16, tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1984,
wonende te [woonplaats] , [woonadres] ,
thans uit anderen hoofde verblijvende in PI Midden Holland - HvB De Geniepoort te Alphen aan den Rijn.

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 26 augustus 2021 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot vernietiging van het vonnis, waarvan beroep, met veroordeling van de verdachte ter zake van hetgeen hem is tenlastegelegd onder parketnummer 18-044466-17 feiten 1, 2 en 3 en onder parketnummer 18-059568-17 feiten 1 en 2 tot een taakstraf van 70 uren, subsidiair 35 dagen hechtenis. Ten aanzien van het beslag heeft de advocaat-generaal onttrekking aan het verkeer gevorderd. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen namens verdachte door zijn raadsman, mr. C.J.J. Kwint, naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

De politierechter in de rechtbank Noord-Nederland heeft bij vonnis van 6 juni 2018 verdachte veroordeeld ter zake van hetgeen hem is tenlastegelegd onder parketnummer 18-044466-17 feiten 1, 2 en 3 en onder parketnummer 18-059568-17 feiten 1 en 2 tot een taakstraf van 80 uren, subsidiair 40 dagen hechtenis, met aftrek van voorarrest. Ten aanzien van het beslag heeft de politierechter teruggave gelast van het inbeslaggenomen geldbedrag aan de als rechthebbende aan te merken persoon, te weten de [naam1] , en de overige op de beslaglijst vermelde voorwerpen onttrokken aan het verkeer. De politierechter heeft voorts de vorderingen tot tenuitvoerlegging met parketnummer 18-214211-16 respectievelijk 16-031312-16 toegewezen.
Het hof zal het vonnis waarvan beroep om proceseconomische redenen vernietigen en daarom opnieuw rechtdoen.

De tenlastelegging

Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
Zaak met parketnummer 18-044466-17:
1.
hij op of omstreeks 4 maart 2017 bij winkelketen [naam1] te [plaats] , gemeente [gemeente] , met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen meerdere DVD's, te weten 10 stuks, in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan [naam1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
2.
hij op of omstreeks 4 maart 2017 te [plaats] , wederrechtelijk is binnengedrongen in een besloten lokaal gelegen aan [adres] , aldaar en in gebruik bij winkelketen [naam1] , althans bij een ander of anderen dan bij verdachte, welk binnendringen daarin bestond dat hij, verdachte, toen aldaar opzettelijk voornoemd lokaal is binnengegaan, althans daar heeft vertoefd, terwijl aan hem, verdachte, door of namens rechthebbende de toegang tot voornoemd lokaal (schriftelijk) was ontzegd voor een periode van 24 maanden, ingaande op 20 september 2016;
3.
hij op of omstreeks 4 maart 2017 te [plaats] , gemeente [gemeente] , althans in Nederland met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, een winkelbediende van de [naam1] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten een geldbedrag ter hoogte van € 53,- , doordat hij een leeg doosje van een harde schijf heeft geplaatst in een schap en vervolgens een vol doosje met daarin een harde schijf uit dat schap heeft weggenomen en ter restitutie heeft aangeboden bij de servicebalie;
Zaak met parketnummer 18-059568-17 (gevoegd):
1.
hij op of omstreeks 3 maart 2017 te [plaats] , gemeente [gemeente] , met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen drie Playstation spellen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam1] BV, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
2.
hij op of omstreeks 3 maart 2017 te [plaats] , wederrechtelijk is binnengedrongen in een besloten lokaal gelegen aan [adres] , aldaar en in gebruik bij winkelketen [naam1] , althans bij een ander of anderen dan bij verdachte, welk binnendringen daarin bestond dat hij, verdachte, toen aldaar opzettelijk voornoemd lokaal is binnengegaan, althans daar heeft vertoefd, terwijl aan hem, verdachte, door of namens rechthebbende de toegang tot voornoemd lokaal (schriftelijk) was ontzegd voor een periode van 24 maanden, ingaande op 20 september 2016.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Bewezenverklaring

Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel -ook in onderdelen- slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het in de zaak met parketnummer 18-044466-17 onder 1, 2 en 3 en in de zaak met parketnummer 18-059568-17 onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
Zaak met parketnummer 18-044466-17:
1.
hij op 4 maart 2017 bij winkelketen [naam1] te [plaats] , met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen 10 DVD's, toebehorende aan [naam1] ;
2.
hij op 4 maart 2017 te [plaats] , wederrechtelijk is binnengedrongen in een besloten lokaal gelegen aan [adres] aldaar en in gebruik bij winkelketen [naam1] , welk binnendringen daarin bestond dat hij, verdachte, toen aldaar opzettelijk voornoemd lokaal is binnengegaan, terwijl aan hem, verdachte, door of namens rechthebbende de toegang tot voornoemd lokaal (schriftelijk) was ontzegd voor een periode van 24 maanden, ingaande op 20 september 2016;
3.
hij op 4 maart 2017 te [plaats] , met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door listige kunstgrepen en een samenweefsel van verdichtsels, een winkelbediende van de [naam1] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten een geldbedrag ter hoogte van € 53,- , doordat hij een leeg doosje van een harde schijf heeft geplaatst in een schap en vervolgens een vol doosje met daarin een harde schijf uit dat schap heeft weggenomen en ter restitutie heeft aangeboden bij de servicebalie;
Zaak met parketnummer 18-059568-17 (gevoegd):
1.
hij op 3 maart 2017 te [plaats] , met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen drie Playstation spellen, geheel toebehorende aan [naam1] BV;
2.
hij op 3 maart 2017 te [plaats] , wederrechtelijk is binnengedrongen in een besloten lokaal gelegen aan [adres] , aldaar en in gebruik bij winkelketen [naam1] , welk binnendringen daarin bestond dat hij, verdachte, toen aldaar opzettelijk voornoemd lokaal is binnengegaan, terwijl aan hem, verdachte, door of namens rechthebbende de toegang tot voornoemd lokaal (schriftelijk) was ontzegd voor een periode van 24 maanden, ingaande op 20 september 2016.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het in de zaak met parketnummer 18-044466-17 onder 1 en in de zaak met parketnummer 18-059568-17 onder 1 bewezenverklaarde levert op:
telkens: diefstal.
Het in de zaak met parketnummer 18-044466-17 onder 2 en in de zaak met parketnummer 18-059568-17 onder 2 bewezenverklaarde levert op:
telkens: in het besloten lokaal bij een ander in gebruik, wederrechtelijk binnendringen.
Het in de zaak met parketnummer 18-044466-17 onder 3 bewezenverklaarde levert op:
oplichting.

Strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.

Oplegging van straf en/of maatregel

De politierechter heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 80 uren, subsidiair 40 dagen hechtenis, met aftrek van voorarrest.
Standpunt van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft gerekwireerd tot oplegging van een taakstraf van 70 uren, subsidiair 35 dagen hechtenis, nu sprake is van een overschrijding van de redelijke termijn, als bedoeld in artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden (hierna: EVRM).
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft primair verzocht artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) toe te passen. Subsidiair heeft de raadsman verzocht rekening te houden met de schending van de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6 EVRM.
Oordeel van het hof
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich op 3 respectievelijk 4 maart 2017 schuldig gemaakt aan lokaalvredebreuk bij de [naam1] in [plaats] . Op voornoemde data heeft de verdachte tevens twee diefstallen van 10 dvd’s en 3 Playstation spellen gepleegd en heeft hij op geraffineerde wijze een winkelbediende van de [naam1] bewogen tot de afgifte van een geldbedrag ter hoogte van € 53,- , doordat hij een leeg doosje van een een door hem eerder aangeschafte harde schijf heeft geplaatst in een schap en vervolgens een vol doosje met daarin een gelijke harde schijf uit dat schap heeft weggenomen en tezamen met de bon van de eerder aangeschafte schijf ter restitutie heeft aangeboden bij de servicebalie.
Het hof rekent het verdachte aan dat hij met zijn handelen herhaaldelijk schade, overlast en ergernis heeft veroorzaakt voor het gedupeerde winkelbedrijf. Ook de samenleving ondervindt schade van winkeldiefstallen doordat de kosten die gemoeid zijn met het nemen van veiligheidsmaatregelen tegen diefstallen uiteindelijk door consumenten betaald worden. Verdachte heeft zich met zijn handelen niet bekommerd om het eigendomsrecht van de Media Markt.
Het hof heeft gelet op straffen die ter zake van winkeldiefstal plegen te worden opgelegd hetgeen zijn weerslag heeft gevonden in de oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS). Daarbij is bij veelvuldige recidive een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 1 maand in beginsel het vertrekpunt.
Uit het verdachte betreffende Uittreksel Justitiële Documentatie van 21 juli 2021 blijkt dat verdachte reeds meermalen ter zake van winkeldiefstal en andersoortige strafbare feiten onherroepelijk is veroordeeld.
In beginsel is een onvoorwaardelijke gevangenisstraf zonder meer passend en geboden voor deze strafbare feiten, mede gezien het justitiële verleden van de verdachte. Het gerechtshof heeft evenwel rekening te houden met de eerder aan verdachte opgelegde straffen èn met overschrijding van de redelijke termijn in de fase van de berechting in hoger beroep. Voor wat betreft dit laatste aspect zal het hof, in aanmerking genomen de op te leggen straf
- anders dan de advocaat-generaal heeft gevorderd en in overeenstemming met het arrest van de Hoge Raad van 17 juni 2008, ECLI:NL:HR:2008:BD2578 - volstaan met de constatering daarvan.
Het hof acht toepassing van artikel 9a Sr, zoals betoogd door de raadsman, niet aan de orde, nu verdachte in korte tijd is gerecidiveerd, terwijl hij in twee proeftijden liep. Artikel 9a Sr acht het hof tegen die achtergrond niet passend.
Alles afwegende acht het hof oplegging van een onvoorwaardelijke taakstraf van 80 uren, subsidiair 40 dagen hechtenis, met aftrek van voorarrest (drie dagen), passend en geboden.

Beslag

De politierechter heeft ten aanzien van het beslag teruggave gelast van het inbeslaggenomen geldbedrag aan de als rechthebbende aan te merken persoon, te weten de [naam1] , en de overige op de beslaglijst vermelde voorwerpen onttrokken aan het verkeer.
Standpunt van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft verzocht de beslissing van de politierechter ten aanzien van het beslag te bevestigen.
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft om dezelfde beslissing verzocht.
Oordeel van het hof
In het dossier bevindt zich op pagina 24 een bewijs van ontvangst van een geldbedrag van €53,- door [naam1] . Door de teruggave is het beslag ingevolge artikel 134, lid 2, Sv geëindigd. Derhalve zal het hof ten aanzien van dat voorwerp geen beslissing meer nemen.
Voorts bevindt zich in het dossier op pagina 23 een bewijs van ontvangst van 10 DVD’s door [naam1] . Derhalve zal het hof ten aanzien van voornoemd voorwerp geen beslissing meer nemen.
Verbeurdverklaring
De hierna te noemen inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen zijn bij gelegenheid van het onderzoek naar de door verdachte in de zaak met parketnummer 18-044466-17 onder 1, 2 en 3 en in de zaak met parketnummer 18-059568-17 onder 1 en 2 begane feiten aangetroffen.
Het hof stelt vast dat bij gelegenheid van het onderzoek onder verdachte een aantal voorwerpen – te weten
  • 8 Computer Software spellen, te weten: Farcry, Gta5, Gears of war 4, For honor, Final fantasy xv, Battefield l, (x2) Fifa 17;
  • 1 Harddisk randapparatuur (Seagate 500gb);
  • 1 Computer –
in beslag zijn genomen die nog niet zijn teruggegeven.
Het in de zaak met parketnummer 18-044466-17 onder 3 tenlastegelegde en bewezenverklaarde is begaan met betrekking tot deze voorwerpen. Zij behoren de verdachte toe. Zij zullen daarom worden verbeurd verklaard. Het hof heeft hierbij rekening gehouden met de draagkracht van verdachte.
Het hof stelt voorts vast dat er verschillende voorwerpen – te weten
  • 1 ijzer (magneet);
  • 1 Hash Pijp –
in beslag zijn genomen. Zij behoren aan verdachte toe en kunnen dienen tot het begaan of de voorbereiding van soortgelijke feiten. Zij zullen worden onttrokken aan het verkeer aangezien het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met het de wet en het algemene belang.
Teruggave aan verdachte
Het hof gelast de teruggave van de inbeslaggenomen servies (roze rietje) aan verdachte omdat hij redelijkerwijs als rechthebbende kan worden aangemerkt.
Bewaring rechthebbende
Het hof stelt vast dat bij gelegenheid van het onderzoek onder verdachte een Navigatiesysteem, Tom Tom Via 125, kaartnummer [nummer] in beslag is genomen dat nog niet is teruggegeven.
Nu niet vastgesteld kan worden dat dit voorwerp toebehoort aan verdachte, gelast het hof de bewaring van deze voorwerpen ten behoeve van de rechthebbende.

Vorderingen tot tenuitvoerlegging

De politierechter heeft de vorderingen tot tenuitvoerlegging met parketnummer 18-214211-16 respectievelijk 16-031312-16 toegewezen.
Standpunt van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft verzocht beide vorderingen af te wijzen.
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft dezelfde beslissing bepleit.
Oordeel van het hof
Op grond van hetgeen bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, zullen de vorderingen tot tenuitvoerlegging worden afgewezen.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het hof heeft gelet op de artikelen 9, 22c, 22d, 33, 33a, 36b, 36c, 36d, 57, 63, 138, 310 en 326 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 18-044466-17 onder 1, 2 en 3 en in de zaak met parketnummer 18-059568-17 onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het in de zaak met parketnummer 18-044466-17 onder 1, 2 en 3 en in de zaak met parketnummer 18-059568-17 onder 1 en 2 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
80 (tachtig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
40 (veertig) dagen hechtenis.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf in mindering zal worden gebracht, volgens de maatstaf van twee uren taakstraf per in voorarrest doorgebrachte dag, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Verklaart verbeurdde in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
18-044466-17: 8 STK Computer Software (Farcry, gta5, gears of war 4, for honor, final fantasy xv, battefield l, (x2) fifa 17;
18-044466-17: 1 STK Harddisk randapparatuur (Seagate 500gb);
18-04466-17: 1 STK Computer.
Beveelt de
onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
18-044466-17: 1 STK IJzer (magneet);
18-044466-17: 1 STK Hash Pijp.
Gelast de teruggave aan de verdachtevan het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
18-044466-17: 1 STK Servies (Roze rietje).
Gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbendevan het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
Navigatiesysteem, Tom Tom Via 125, kaartnummer [nummer] .
Wijst af de vordering van de officier van justitie in het arrondissement Noord-Nederland van 19 april 2017, strekkende tot tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de politierechter Noord-Nederland van 9 februari 2017, parketnummer 18-214211-16, voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf van 2 weken.
Wijst af de vordering van de officier van justitie in het arrondissement te Noord-Nederland van 20 oktober 2016, strekkende tot tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de politierechter Midden-Nederland van 26 september 2016, parketnummer 16-031312-16, voorwaardelijk opgelegde taakstraf van 20 uren.
Aldus gewezen door
mr. A. Meester, voorzitter,
mr. W. Foppen en mr. G.A. Versteeg, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. A.G. Veenstra, griffier,
en op 9 september 2021 ter openbare terechtzitting uitgesproken.