Het slachtoffer steekt een weg over en blijft tussen een grote groep mensen stilstaan, die zich vlakbij de ingang van de [naam3] bevindt. Verdachte en [getuige1] passeren niet veel later het slachtoffer links van hen. Het slachtoffer beweegt zijn hoofd in de richting van verdachte en [getuige1] . Verdachte en [getuige1] lopen door. Het slachtoffer begint weer te lopen en loopt, op enige afstand achter hen, in dezelfde richting als verdachte en [getuige1] . Verdachte en [getuige1] lopen ieder via hun eigen weg om een groep mensen heen, waarbij verdachte een statafel passeert. Wanneer het slachtoffer niet veel later langs de statafel loopt, gooit hij deze om. Verdachte, die zich op ongeveer 3 meter afstand voor het slachtoffer bevindt, draait zich om en kijkt over zijn rechterschouder. Het slachtoffer loopt door, in de richting van verdachte. Verdachte en het slachtoffer lijken elkaar even aan te kijken. Het slachtoffer bevindt zich kort naast verdachte en loopt door. Verdachte loopt mee met het slachtoffer en [getuige1] volgt daarachter. Dan verdwijnen ze alle drie uit beeld.
Als verdachte weer in beeld verschijnt, loopt hij achterwaarts met zijn handen voor zich, ter hoogte van zijn borst. Het slachtoffer loopt op verdachte af en maakt een paar keer naar verdachte een wenkend gebaar. Het slachtoffer maakt vervolgens met zijn rechterhand een slaande beweging richting verdachte, waarbij verdachte, gelet op zijn lichaam, niet geraakt lijkt te worden. Het slachtoffer valt bijna ten gevolge daarvan, maar weet overeind te blijven. Het slachtoffer en verdachte verdwijnen weer uit beeld.
Mensen lopen ondertussen door. Verder is er een brede stoep met vrije ruimtes te zien. Verdachte verschijnt dan wederom achterwaarts lopend in beeld. Het slachtoffer maakt met zijn rechterhand een slaande beweging richting verdachte, waarbij deze niet wordt geraakt. Verdachte blijft naar achteren lopen en maakt met zijn linkerhand zelf een slaande beweging richting het slachtoffer, die niet wordt geraakt. Vervolgens wijst het slachtoffer met zijn linkerhand richting de grond en maakt daaropvolgend eerst met zijn linkerhand en dan met zijn rechterhand nogmaals een slaande beweging richting verdachte. Verdachte wordt niet geraakt. Het slachtoffer raakt daardoor in onbalans en komt ten val. Hij ligt languit op de grond, met zijn gezicht in de richting van verdachte, die naast hem staat. Het slachtoffer richt zich vervolgens, met beide handen steunend op de grond, omhoog. Verdachte heeft ondertussen zijn rechterbeen al naar achteren gebracht en maakt dan een schoppende beweging richting het hoofd van verdachte. Het slachtoffer wordt niet geraakt omdat hij zich wegdraait en zijn hoofd afwendt van het gestrekte been.
Het slachtoffer draait vervolgens om zijn as en valt rechts opzij, waarbij zijn hoofd de grond lijkt te raken. Verdachte staat ernaast en loopt in de richting van het slachtoffer, die op zijn buik ligt en in de richting van verdachte kijkt. Verdachte heeft zijn rechterbeen ondertussen gestrekt naar achteren gebracht en maakt een schoppende beweging voorwaarts. Hij raakt daarbij het slachtoffer in het gezicht. Het slachtoffer klapt achterover. Zijn armen en benen vallen roerloos naast zich neer, zijn benen liggen onnatuurlijk gevouwen schuin onder zijn billen en zijn knieën staan een beetje omhoog. Verdachte loopt dan om het slachtoffer heen, richting het hoofd. Wanneer verdachte naast het slachtoffer staat, brengt hij zijn rechtervoet omhoog en maakt vervolgens met de voet een neerwaartse, trappende beweging. Het gezicht lijkt daarbij te worden geraakt, gelet op het gezicht van het slachtoffer dat meebeweegt met de voet, op het moment dat de voet het gezicht raakt. Verdachte loopt naar achteren. Hij wordt weggeduwd door toesnellende mensen. Verdachte loopt vervolgens weg van het slachtoffer, die nog op de grond ligt. Hij kijkt een paar keer om, doet zijn handen in zijn zakken en wandelt weg. Wanneer de politie ter plekke arriveert, is te zien dat verdachte met versnelde pas uit beeld loopt.