Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in het principaal hoger beroep,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- het beroepschrift tevens verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening met producties, ingekomen op 6 mei 2021;
- het verweerschrift tevens incidenteel hoger beroep met producties;
- het verweerschrift in het incidenteel hoger beroep met producties;
- een journaalbericht van mr. De Jong van 9 augustus 2021 met producties;
- een journaalbericht van mr. Elfrink van 16 augustus 2021 met productie.
- de moeder en haar advocaat;
- de vader en zijn advocaat;
- [naam1] namens de raad voor de kinderbescherming (hierna: de raad);
- [naam2] , tolk in de Duitse taal.
3.De feiten
4.De omvang van het geschil
- bepaald dat de hoofdverblijfplaats van [de minderjarige] bij de moeder zal zijn;
- als verdeling van de zorg- en opvoedingstaken vastgesteld dat de vader in de ene week contact met [de minderjarige] heeft op maandag, woensdag-donderdag (inclusief overnachting) en vrijdag en in de andere week op maandag, woensdag en vrijdag-zaterdag (inclusief overnachting), waarbij de tijden in onderling overleg worden vastgesteld en ook een verdere uitbreiding in onderling overleg zal worden gerealiseerd;
- het meer of anders verzochte afgewezen.
- bij wege van voorlopige voorziening als bedoeld in artikel 223 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) een voorlopige zorgregeling tussen [de minderjarige] en de vader te bepalen voor de duur van de procedure in hoger beroep, volgens het in het beroepschrift opgenomen schema;
- de bestreden beschikking deels te vernietigen, het verzoek van de moeder tot vervangende toestemming voor verhuizing met [de minderjarige] naar [plaats2] in Duitsland alsnog toe te wijzen en in dat geval als zorgregeling vast te stellen dat [de minderjarige] vier van de zeven weekenden bij de vader verblijft en gedurende door de ouders in overleg in te plannen extra contactmomenten of, als geen vervangende toestemming voor verhuizing wordt verleend, als zorgregeling vast te stellen dat [de minderjarige] in de ene week van vrijdag tot zondag bij de vader verblijft en in de andere week van woensdag tot donderdag, de tijden en extra omgangsmomenten in onderling overleg vast te stellen;
- althans de beslissing te nemen die het hof juist acht.
- het verzoek van de moeder tot het treffen van een voorlopige voorziening
- in het principaal hoger beroep: de verzoeken van de moeder af te wijzen;
- in het incidenteel hoger beroep:
- indien en voor zover de moeder voornemens blijft te verhuizen naar Duitsland: de bestreden beschikking te vernietigen voor zover het de hoofdverblijfplaats betreft en te bepalen dat de hoofdverblijfplaats van [de minderjarige] bij de vader zal zijn, met vaststelling van een goede zorgregeling voor [de minderjarige] en de moeder;
- de bestreden beschikking te vernietigen voor zover het de zorgregeling betreft en de zorgregeling vast te stellen zoals opgenomen in het verweerschrift, dan wel de regeling die het hof juist acht.
5.De motivering van de beslissing
a. een toedeling aan ieder der ouders van de zorg- en opvoedingstaken en
- de noodzaak om te verhuizen;
- de mate waarin de verhuizing is doordacht en voorbereid;
- de door de verhuizende ouder geboden alternatieven en maatregelen om de gevolgen van de verhuizing voor de minderjarige en de andere ouder te verzachten en/of te compenseren;
- de mate waarin de ouders in staat zijn tot onderlinge communicatie en overleg;
- de rechten van de andere ouder en de minderjarige op onverminderd contact met elkaar in een vertrouwde omgeving;
- de verdeling van de zorgtaken en de continuïteit van de zorg;
- de frequentie van het contact tussen de minderjarige en de andere ouder voor en na de verhuizing;
- de leeftijd van de minderjarige, zijn mening en de mate waarin de minderjarige geworteld is in zijn omgeving of juist extra gewend is aan verhuizingen;
- de (extra) kosten van de omgang na de verhuizing.
6.De slotsom
7.De beslissing
- in de ene week: op maandagochtend van 8.00 tot 12.00 uur, op woensdag van 14.00 tot 18.00 uur en van zaterdag 10.00 uur tot zondag 11.30 uur;
- in de andere week: op maandagochtend van 8.00 tot 12.00 uur en van woensdag 14.00 uur tot donderdag 12.00 uur;