ECLI:NL:GHARL:2021:8639
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- K.A.M. van Os - ten Have
- H. Phaff
- H. van Loo
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot wijziging van de hoofdverblijfplaats van minderjarige kinderen in het kader van echtscheiding
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 14 september 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de hoofdverblijfplaats van de minderjarige kinderen van de ouders, die beiden de Eritrese nationaliteit hebben. De vader, verzoeker in hoger beroep, heeft het hof verzocht de beschikking van de rechtbank Gelderland te vernietigen, waarin was bepaald dat de kinderen hun hoofdverblijfplaats bij de moeder zouden hebben. De vader stelt dat de moeder de zorgregeling niet nakomt en dat zij hem niet informeert over de kinderen. De moeder heeft verweer gevoerd en stelt dat zij de zorgregeling wel naleeft en dat een wijziging van de hoofdverblijfplaats niet in het belang van de kinderen is.
Het hof heeft de procedure in eerste aanleg en het verloop van het hoger beroep in detail besproken. De minderjarigen zijn in de gelegenheid gesteld hun mening kenbaar te maken, maar slechts één van hen heeft dat gedaan. Tijdens de mondelinge behandeling waren beide ouders aanwezig, samen met hun advocaten en tolken. De raad voor de kinderbescherming heeft ook een advies uitgebracht.
Na beoordeling van de feiten en omstandigheden, waaronder de huidige zorgregeling en de stabiliteit in het leven van de kinderen, heeft het hof geconcludeerd dat het in het belang van de kinderen is dat hun hoofdverblijfplaats bij de moeder blijft. Het hof heeft de beschikking van de rechtbank bekrachtigd en het verzoek van de vader afgewezen.