Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in het principaal hoger beroep,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- het beroepschrift met producties, ingekomen op 18 februari 2021;
- het verweerschrift tevens incidenteel hoger beroep met producties;
- het verweerschrift in het incidenteel hoger beroep met producties;
- een journaalbericht van mr. Schröder van 21 juli 2021 met producties;
- een journaalbericht van mr. Wolkenfelt van 21 juli 2021 met producties.
3.De feiten
4.De omvang van het geschil
- de woning aan de [adres1] in [woonplaats] (hierna: de woning) zal worden verkocht aan een derde voor ten minste de door [naam1] Makelaardij te [woonplaats] vastgestelde taxatiewaarde:
- de verkoopopbrengst van de woning zal worden gebruikt om de hypothecaire geldlening bij Woonfonds af te lossen en de verkoopkosten van de woning te betalen, het resterende bedrag wordt door partijen bij helfte gedeeld;
- de beleggingspolis bij [naam2] zal indien mogelijk worden gesplitst, als dat niet mogelijk is wordt deze te gelde gemaakt en wordt de netto-opbrengst bij helfte gedeeld;
- de inboedel van de voormelde woning in [woonplaats] wordt in onderling overleg bij helfte verdeeld;
- het appartement aan de [adres2] in [plaats2] (Marokko) (hierna: het appartement in [plaats2] ) wordt verkocht aan een derde, de verkoopopbrengst wordt na aftrek van de verkoopkosten bij helfte gedeeld;
- de inboedel van het appartement in [plaats2] wordt verkocht aan een derde, de verkoopopbrengst wordt bij helfte gedeeld;
- het stuk grond in [plaats3] (Marokko) wordt verkocht aan een derde, de verkoopopbrengst wordt na aftrek van de verkoopkosten bij helfte gedeeld:
- voor de bankrekeningen geldt dat:
- het saldo op de gezamenlijke spaarrekening bij [de bank1] eindigend op 571 op de peildatum 17 december 2018 van € 86.611,74 wordt bij helfte gedeeld;
- het saldo op de gezamenlijke rekening bij [de bank1] eindigend op 239 op de peildatum 17 december 2018 van € 2093.33 wordt bij helfte gedeeld;
- het saldo op de rekening op naam van de man bij de [de bank2] eindigend op [nummer6] op de peildatum 17 december 2018 moet bij helfte worden gedeeld;
- het saldo op de rekening op naam van de vrouw bij [de bank1] eindigend op 119 voor zover aanwezig op de peildatum 17 december 2018, moet bij helfte worden gedeeld;
- de saldi op de rekeningen op naam van de vrouw bij [de bank3] eindigend op 605 en 881, voor zover aanwezig op de peildatum 17 december 2018, moeten bij helfte worden gedeeld;
- veroordeelt de man tot betaling van € 1.000,- aan de vrouw voor de Mercedes Benz met het kenteken [kenteken1] ;
- de Peugeot met het kenteken [kenteken2] wordt toegedeeld aan de vrouw, tegen betaling door de vrouw van een bedrag van € 820,- aan de man;
- de elektrische fiets wordt toegedeeld aan de vrouw, tegen betaling door de vrouw van een bedrag van € 175,- aan de man.
- de woning tegen de getaxeerde waarde van € 502.500,- aan de vrouw toe te delen, onder de verplichting dat de vrouw de financieringen bij [naam3] hypotheken voor haar rekening neemt en als eigen schuld overneemt en de man doet ontslaan uit de hoofdelijke aansprakelijkheid voor deze financieringen, onder gelijktijdige toedeling van de beleggingspolis bij [naam2] aan de vrouw;
- te bepalen dat de notariële levering van de woning aan de vrouw binnen drie maanden na deze beschikking plaatsvindt;
- voor het geval de man niet meewerkt aan ondertekening van de leveringsakte bij de notaris: te bepalen dat deze beschikking daarvoor in de plaats treedt in de zin van artikel 3:300 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek (BW);
- te bepalen dat de kosten van notarieel transport voor rekening van beide partijen, ieder voor de helft komt;
- het appartement in [plaats2] met bijbehorende inboedelzaken tegen een waarde van € 133.592,- en het stuk grond in [plaats3] tegen een waarde van € 482.227,- aan de man toe te delen;
- de inboedelzaken van de woning tussen de man en de vrouw aldus te verdelen dat ieder van partijen de zaken verkrijgt die hij/zij ten tijde van indiening van het beroepschrift feitelijk onder zich hield;
- van het saldo van de spaarrekening bij [de bank1] met rekeningnummer [nummer1] per 17 december 2018 € 85.000,- aan de vrouw en € 1.611,74 aan de man toe te delen, te gelasten dat partijen deze bankrekening opheffen en voor het geval de man weigert aan deze opheffing mee te werken: te bepalen dat deze beschikking in de plaats treedt van de medewerking van de man;
- de man te veroordelen tot betaling van het debetsaldo op de en/of-rekening bij [de bank1] met rekeningnummer [nummer2] , waarna deze bankrekening kan worden opgeheven, partijen te veroordelen mee te werken aan opheffing van deze bankrekening. Voor het geval de man weigert aan deze opheffing mee te werken: te bepalen dat deze beschikking in de plaats treedt van de medewerking van de man;
- de saldi op de bankrekeningen ten name van de vrouw bij de [de bank3] met rekeningnummers [nummer3] en [nummer4] en bij [de bank1] met rekeningnummer [nummer5] aan de vrouw toe te delen;
- het saldo op de bankrekening bij de [de bank2] aan de man toe te delen;
- de Mercedes met kenteken [kenteken1] (waarde € 2.000,-) aan de man toe te delen;
- de elektrische fiets (waarde € 350,-) en de Peugeot met kenteken [kenteken2] (waarde € 1.640,-) aan de vrouw toe te delen;
- de man te veroordelen tot betaling van een overbedelingsvordering van € 104.177,- aan de vrouw, te vermeerderen met de wettelijk rente vanaf de datum van de beschikking.
- de woning tegen een nog te bepalen waarde aan de man toe te delen, onder de verplichting dat de man de financieringen bij [naam3] hypotheken voor zijn rekening neemt en als eigen schuld overneemt en de vrouw doet ontslaan uit de hoofdelijke aansprakelijkheid voor deze financieringen, onder gelijktijdige toedeling van de beleggingspolis bij [naam2] aan de man;
- te bepalen dat de notariële levering van de woning aan de man binnen drie maanden na deze beschikking plaatsvindt;
- voor het geval de vrouw niet meewerkt aan ondertekening van de leveringsakte bij de notaris: te bepalen dat deze beschikking daarvoor in de plaats treedt in de zin van artikel 3:300 lid 2 BW;
- te bepalen dat de kosten van notarieel transport voor rekening van beide partijen, ieder voor de helft komt;
- de inboedelzaken van de woning tussen de man en de vrouw aldus te verdelen dat ieder van partijen de zaken verkrijgt die hij/zij ten tijde van indiening van het beroepschrift feitelijk onder zich hield;
- te bepalen dat het appartement in [plaats2] wordt verkocht aan een derde en dat de verkoopopbrengst na aftrek van de verkoopkosten bij helfte door partijen wordt gedeeld;
- te bepalen dat de inboedel van het appartement in [plaats2] wordt verkocht aan een derde en dat de verkoopopbrengst door partijen bij helfte wordt gedeeld;
- de bepalen dat het stuk grond in [plaats3] wordt verkocht aan een derde en dat de verkoopopbrengst na aftrek van de verkoopkosten bij helfte door partijen wordt gedeeld;
- te bepalen dat het saldo op de spaarrekening bij [de bank1] met rekeningnummer [nummer1] per 17 december 2018 ad € 86.611,74 bij helfte door partijen wordt gedeeld en te gelasten dat de vrouw uit hoofde hiervan binnen 5 dagen na de deze beschikking € 41.694,03 aan de man dient over te maken;
- te bepalen dat het saldo op de rekening bij de [de bank2] met rekeningnummer eindigend op [nummer6] per 17 december 2018 ad 14.587 [naam4] bij helfte door partijen wordt gedeeld en te gelasten dat de vrouw de helft van de kosten die de man na 17 december 2018 voor het appartement in [plaats2] heeft voldaan, aan de man dient te betalen binnen 5 dagen na deze beschikking;
- de Mercedes met kenteken [kenteken1] (waarde € 2.000,-) aan de man toe te delen;
- de elektrische fiets (waarde € 350,-) en de Peugeot met kenteken [kenteken2] (waarde € 1.640,-) aan de vrouw toe te delen;
5.De motivering van de beslissing
- het saldo op de spaarrekening met rekeningnummer [nummer1] van € 86.611,74 op de peildatum komt aan partijen ieder voor de helft toe en hiervan moet – in overeenstemming met de wijze waarop dit saldo feitelijk is verdeeld – € 85.000,- aan de vrouw worden toebedeeld en € 1.611,74 aan de man, onder gehoudenheid tot vergoeding van € 41.694,13 door de vrouw aan de man;
- de man dient het resterende debetsaldo op de gezamenlijke bankrekening met rekeningnummer [nummer2] aan te zuiveren, waarna geen verdere vergoeding verschuldigd is;
- het saldo van de rekening van de vrouw met rekeningnummer [nummer5] was op de peildatum nul, zodat verdeling niet aan de orde is;
- de saldi op de rekeningen van de vrouw met rekeningnummers [nummer3] en [nummer4] dienen aan de vrouw te worden toegedeeld zonder gehoudenheid tot vergoeding aan de man;
- het saldo op de bankrekening van de man bij de [de bank2] van omgerekend € 1.342,- op de peildatum dient te worden toebedeeld aan de man, onder gehoudenheid tot vergoeding van de helft van het saldo aan de vrouw.