Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
Overwegingen met betrekking tot het bewijs
het hof begrijpt: verdachte) tegen. Ik ken [verdachte] van vroeger (…). Hij heeft een keer mijn ruiten van mijn woning ingegooid. [verdachte] vertelde mij een aantal maanden gel[e]den dat hij dit zou vergoeden en maandelijks wat geld in mijn brievenbus zou doen. Dit heeft hij nooit gedaan. (…)
het hof begrijpt: aangever) zei: “Hey portemonneetje”. Ik hoorde en zag dat het [benadeelde partij] (
het hof leest: aangever) was. [benadeelde partij] kwam op mij af en sloeg mij twee keer met kracht [in] het gezicht met de bovenzijde van zijn hand. Ik wilde het uit de weg gaan en liep [weg], maar [benadeelde partij] liep achter mij aan [en] zocht de confrontatie. Hij pakte mij bij mijn schouder en hij wilde mij met de vuist slaan. Ik kon hem ontwijken en liep door en zei tegen [benadeelde partij] : “Laat het, ga weg, dit loopt voor niemand goed af”. [benadeelde partij] schold mij vervolgens uit en begon over mijn moeder te praten. Ik bleef doorlopen en vroeg [benadeelde partij] meerder[e] malen om mij met rust te laten omdat ik dit niet wilde[.] [benadeelde partij] pakte mij vervolgens bij mijn schouder en trok hieraan zodat ik omdraaide. Ik draaide mij om en gaf hem twee vuistslagen in zijn gezicht. Een rechtse en een linkse. Ik deed dit uit zelfverdediging. Ik hoorde [benadeelde partij] roepen: “Stop, ik ben dronken ik ben dronken”. Ik gaf [benadeelde partij] daarop een duw [en] zag dat [benadeelde partij] op de grond viel en met zijn hoofd tegen de wieldop van een aldaar geparkeerde auto aankwam. (…) Ik ben meerdere malen de confrontatie uit de weg gegaan en heb mij laten slaan en bedreigen maar de maat was deze keer vol.
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij]
Gijzeling
Vordering tenuitvoerlegging
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
taakstrafvoor de duur van
40 (veertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
20 (twintig) dagen hechtenis.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij]
€ 150,00 (honderdvijftig euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.