Verdachte heeft aangeefster leren kennen via een bdsm-website, een website waar mensen die interesse hebben in bdsm onderling contact met elkaar kunnen maken. Aangeefster omschrijft bdsm als een vorm van sm. In november 2017 ontving aangeefster, die haar onderdanige gevoelens op de site kenbaar had gemaakt, via deze site een bericht van verdachte. Aangeefster en verdachte, die kenbaar had gemaakt dat hij dominante gevoelens had, raakten in gesprek met elkaar. Aangeefster ging ervan uit dat verdachte (vanwege zijn nickname op de bdsm-site waarin ‘88’ was vermeld) was geboren in 1988. Zij wilde vanwege zijn jonge leeftijd niet ingaan op de uitnodiging van verdachte. Verdachte heeft haar toen verteld dat hij 39 jaar oud was. Ook gaf hij aan dat hij salesmanager was. Aangeefster vertelde aan verdachte dat zij in de bijstand zat, maar dat zij in het verleden (samen met haar ex-man) eigen bedrijven heeft gehad. Verdachte heeft toen gevraagd of zij niet opnieuw een webwinkel wilde hebben. Hij heeft vervolgens voorgesteld om haar hierbij te helpen.
Vanaf eind november 2017 hadden aangeefster en verdachte ook fysieke ontmoetingen met elkaar en kregen ze een relatie. Ze deelden hun sm-passie met elkaar (waarbij verdachte aangeefster in haar hoedanigheid van onderdanige ook opdrachten gaf in hun dagelijkse leven), maar voerden onderling ook gesprekken over hun werkzaamheden.
Begin december 2017 vertelde verdachte dat hij aangeefster uit de bijstand wilde halen en dat hij bezig was om een webshop in kinder-, dames-, erotische kleding en feestartikelen op te zetten en dat zij die webshop wel samen konden beginnen. Aangeefster is hierin meegegaan. Zij heeft zich op advies van verdachte laten inschrijven bij de Kamer van Koophandel.
Verdachte heeft aangeefster meegedeeld dat zij haar pinpas aan hem moest afstaan, omdat hij voor haar geld zou zorgen. Hij zou haar financiële zaken regelen en geld storten voor dagelijkse aangelegenheden zoals de boodschappen.
Aangeefster heeft al vrij snel na de kennismaking met verdachte haar pinpas afgegeven en de pincode naar verdachte ge-sms’t: ‘
Bij deze geef ik U Mr [verdachte] toestemming om geld van mijn rekening te pinnen.
De pincode is [nummer] .’
Verdachte heeft nadien (in Nederland) meermalen (grote) geldbedragen van haar bankrekening gepind en deze (deels) ten gunste van zichzelf gebruikt, terwijl aangeefster enkel toestemming had gegeven om het geld te gebruiken voor haar rekeningen en de aanschaf van kleding ten behoeve van de webshop.
Verdachte bepaalde welke rekeningen aangeefster wel of niet mocht betalen. Hij vertelde daarbij dat dit beter was voor haar financiële situatie en dat zij er beter uit zou komen. Aangeefster is daarin meegegaan, hoewel zij af en toe op haar tenen liep om financieel toch rond te kunnen komen.
Rond december 2017 moest aangeefster, als investering voor de webshop, verschillende producten bestellen die verdachte weer kon doorverkopen. Aangeefster heeft in de periode van december 2017 tot en met februari 2018 18 telefoons (al dan niet met abonnement), 3 tv’s en een E-bike op afbetaling gekocht, via een lening of door middel van Afterpay. Verdachte zou deze goederen dan verkopen en met de opbrengst kon een bedrag voor de webshop worden opgespaard, zo vertelde verdachte aan aangeefster. Volgens verdachte zou het allemaal goedkomen.
Aangeefster mocht van verdachte geen huur betalen om zodoende geld over te houden om nieuwe producten voor de webshop te kunnen kopen.
Toen aangeefster op een bepaald moment geen telefoons meer via webshops kon bestellen, liet verdachte haar weten dat, als zij op een bepaalde datum geen spullen zou hebben, hij haar zou ophalen en zou uitlenen aan 4 meesters om een goede slavin te worden.
Verdachte heeft alle aangekochte producten bij aangeefster opgehaald of laten ophalen. Hoewel aangeefster wel geld kreeg van verdachte voor dagelijkse aangelegenheden zoals de boodschappen, heeft zij geen geld van verdachte ontvangen van de verkoop van de genoemde producten of het gepinde geld. Evenmin is door verdachte geld uitgegeven aan de op te zetten webshop. Dat zij nooit ten behoeve van de webshop aangekochte kleding heeft gezien vindt steun in de verklaring die verdachte hierover bij de politie heeft afgelegd, te weten dat hij nimmer kleding ten behoeve van de webshop heeft aangeschaft.