Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
de raad voor de kinderbescherming(de raad),
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 7 september 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over het verzoek van een moeder om gezamenlijk gezag over haar minderjarige kind. De moeder, die in een turbulente en instabiele situatie verkeert, heeft verzocht om samen met de vader belast te worden met het ouderlijk gezag. Het hof heeft in zijn beoordeling het toetsingskader van artikel 1:253c BW gehanteerd, in plaats van het zwaardere criterium van artikel 1:253b BW, dat eerder door de rechtbank was toegepast. Het hof oordeelt dat er geen onaanvaardbaar risico is dat het kind klem of verloren raakt tussen de ouders, en dat gezamenlijk gezag in het belang van het kind is. De raad voor de kinderbescherming heeft geadviseerd om de ouders gezamenlijk met het gezag te belasten, en het hof volgt dit advies. De beslissing van de rechtbank is vernietigd en de ouders zijn voortaan gezamenlijk belast met de uitoefening van het ouderlijk gezag over het kind. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.