ECLI:NL:GHARL:2021:8571

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
15 september 2021
Publicatiedatum
13 september 2021
Zaaknummer
21-004073-19
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Mensenhandel, seksuele en financiële uitbuiting van kwetsbare vrouwen

In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 15 september 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere veroordeling van de verdachte voor mensenhandel en witwassen. De verdachte, geboren op [geboortedag 1] 1985, werd beschuldigd van het uitbuiten van drie jonge vrouwen, [aangeefster 1], [aangeefster 2] en [aangeefster 3], die in de prostitutie werkten. De vrouwen waren kwetsbaar door hun achtergrond en omstandigheden, waaronder een laag IQ en gebrek aan een sociaal netwerk. Het hof oordeelde dat de verdachte misbruik maakte van zijn overwicht en de kwetsbaarheid van de vrouwen, door hen te dwingen tot prostitutiewerkzaamheden en hen een oneerlijke verdeling van de inkomsten op te leggen. De verdachte ontkende de beschuldigingen, maar het hof achtte de verklaringen van de aangeefsters geloofwaardig en ondersteund door bewijs. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 20 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, en moest schadevergoeding betalen aan [aangeefster 1]. De zaak benadrukt de ernst van mensenhandel en de noodzaak om kwetsbare personen te beschermen tegen uitbuiting.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-004073-19
Uitspraak d.d.: 15 september 2021
TEGENSPRAAK
Arrestvan de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Zwolle,
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Gelderland van 16 juli 2019 met parketnummer 05-881320-16 in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag 1] 1985,
wonende te [woonplaats] .

Het hoger beroep

De officier van justitie heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 11 augustus 2021 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg. Op 15 september 2021 is het onderzoek gesloten en is meteen uitspraak gedaan.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot veroordeling van de verdachte ter zake van hetgeen hem onder 1 tot en met 5 ten laste is gelegd tot een gevangenisstraf van 46 maanden, met aftrek van de tijd die verdachte reeds in voorarrest heeft doorgebracht. De advocaat-generaal heeft daarnaast gevorderd dat het hof de vordering van de benadeelde partij [aangeefster 1] volledig zal toewijzen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het ontstaan van de schade en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Tot slot heeft de advocaat-generaal gevorderd dat hoewel de benadeelde partijen [aangeefster 2] en [aangeefster 3] hun vorderingen in hoger beroep niet gehandhaafd hebben, het hof ook ten aanzien van hen de schadevergoedingsmaatregel zal opleggen. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennisgenomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman, mr. S.F.J. Smeets, naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

De rechtbank heeft verdachte vrijgesproken ten aanzien van hetgeen hem onder 1 tot en met 4 ten laste is gelegd en ten zake van het onder 5 tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf van 5 maanden, met aftrek van de tijd die verdachte reeds in voorarrest heeft doorgebracht. Daarnaast heeft de rechtbank de vorderingen van de benadeelde partijen niet ontvankelijk verklaard.
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een andere bewijsbeslissing komt en daarom opnieuw rechtdoen.

De tenlastelegging

Aan verdachte is -na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg en in hoger beroep- tenlastegelegd dat:
1.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 14 maart 2014 tot en met 13 maart 2016 te [plaats] en/of te Apeldoorn, althans in Nederland, een ander, te weten [aangeefster 2] (geboren op [geboortedag 2] 1998),
(sub 2)
heeft geworven en/of vervoerd en/of overgebracht en/of gehuisvest en/of opgenomen, (telkens) met het oogmerk van uitbuiting van die [aangeefster 2] , terwijl die [aangeefster 2] de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt,
immers heeft verdachte
- op het schoolplein van de jeugdinstelling Hoenderloogroep , waar die [aangeefster 2] was opgenomen en waar verdachte werkzaam was als groepsleider, oogcontact gemaakt met die [aangeefster 2] en/of geflirt met die [aangeefster 2] en/of
- [aangeefster 2] gevraagd om haar telefoonnummer en/of
- [aangeefster 2] opgebeld en een afspraak met haar gemaakt om bij hem thuis te komen en/of
- een relatie met die [aangeefster 2] aangeknoopt, althans zich heeft voorgedaan alsof hij verliefd op haar was en de schijn heeft opgewekt/opgehouden dat er sprake was van een affectieve relatie en/of
- tegen die [aangeefster 2] gezegd dat zij niet meer met andere jongens om mocht gaan en/of;
- aan [aangeefster 2] laten zien dat hij over veel geld beschikte en/of
- tegen [aangeefster 2] gezegd dat als zij een keer snel geld zou willen verdienen, zij naar hem moest komen als zij 18 was en/of
- aan [aangeefster 2] gevraagd of zij het leuk vond om op een makkelijke manier geld te verdienen en om met mannen seks te hebben tegen betaling en/of
- [aangeefster 2] opgedragen om te investeren en lingerie aan te schaffen en/of
- seksueel/erotisch getinte foto’s gemaakt van die [aangeefster 2] ten behoeve van de seksadvertentie(s) en/of
- [aangeefster 2] onderdak geboden in zijn huis en/of
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 14 maart 2016 tot en met medio april 2016 te Apeldoorn en/of te Rotterdam en/of elders in Nederland, een ander, te weten [aangeefster 2] , geboren [geboortedag 2] 1998,
(sub 1)
(telkens) door dwang en/of door dreiging met geweld of een andere feitelijkheid, door misleiding en/of door misbruik uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie, heeft geworven en/of vervoerd en/of overgebracht en/of gehuisvest en/of opgenomen, (telkens) met het oogmerk van uitbuiting van die [aangeefster 2] en/of
(sub 4)
(telkens) met een of meerdere van de onder sub 1 genoemde middelen, te weten door dwang en/of door dreiging met geweld of een andere feitelijkheid door misleiding en/of door misbruik vanuit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie die [aangeefster 2] heeft gedwongen of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (bestaande uit seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling) dan wel onder de onder sub 1 genoemde omstandigheden, te weten door dwang en/of door dreiging met geweld of een andere feitelijkheid, door misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie, enige handeling heeft ondernomen waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die [aangeefster 2] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot liet verrichten van die arbeid of diensten (bestaande uit seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling) en/of
(sub 6)
(telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de (seksuele) uitbuiting van [aangeefster 2] en/of
(sub 9)
(telkens) met een of meerdere van de onder sub 1 genoemde middelen, te weten door dwang en/of door dreiging met geweld of een andere feitelijkheid, door misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie, die [aangeefster 2] heeft gedwongen dan wel bewogen hem te bevoordelen uit de opbrengst van haar seksuele handelingen met of voor een derde,
immers heeft verdachte
- aan [aangeefster 2] gevaagd of zij het leuk vond om op een makkelijke manier geld te verdienen en om met mannen seks te hebben tegen betaling en/of
- die [aangeefster 2] opgedragen, althans gevraagd, om zichzelf te prostitueren en/of
- het door [aangeefster 2] in de prostitutie verdiende geld (geheel of gedeeltelijk) ingenomen
waarbij verdachte
- [aangeefster 2] heeft opgedragen om te investeren en lingerie aan te schaffen en/of
- seksueel/erotisch getinte foto’s heeft gemaakt van die [aangeefster 2] en/of
- een of meer profielen en/of accounts op sekssites heeft aangemaakt en/of
- een of meer seksadvertentie(s) heeft gemaakt van die [aangeefster 2] onder de werknaam [werknaam] en/of die seksadvertenties op een of meerdere sekssites heeft geplaatst en/of
- bepaalde welke seksuele handelingen [aangeefster 2] moest verrichten bij de klanten en/of
- bepaalde wanneer de werkdag van [aangeefster 2] was afgelopen omdat verdachte degene was die haar terug zou moeten brengen naar “huis” en dit pas deed wanneer hij dat wilde en/of
- bepaalde wanneer [aangeefster 2] de tijd kreeg om te eten en/of (even) rust te nemen en/of
- de seksadvertenties van [aangeefster 2] omhoog heeft gebeld en/of
- [aangeefster 2] in het bezit heeft gesteld van een klantentelefoon en/of
- een of meerdere kamers heeft gearrangeerd in (een) flat(s) in Rotterdam waar [aangeefster 2] klanten kon ontvangen en/of
- [aangeefster 2] (telkens) naar haar werkplek in Rotterdam heeft gebracht en/of
- die [aangeefster 2] heeft geïnstrueerd hoe zij om moest gaan met haar prostitutieklanten en/of
- die [aangeefster 2] , ook als zij ongesteld was, als prostituee heeft laten (door)werken
terwijl verdachte [aangeefster 2] heeft misleid
- door een relatie met die [aangeefster 2] aan te knopen, althans voor te doen alsof hij verliefd op haar was, seks met haar te hebben en aldus de schijn heeft opgewekt/opgehouden dat er sprake was van een affectieve relatie waardoor hij haar vertrouwen heeft gewonnen en/of
- door haar voor te spiegelen dat je makkelijk in korte tijd 10 a 20.000 euro kunt verdienen waarbij opvallend dikke pakken geld werden getoond en/of
- door “haar gedeelte” van het door [aangeefster 2] verdiende geld in bewaring te nemen waarbij hij tegen [aangeefster 2] zei dat hij dat voor haar zou sparen en/of
terwijl verdachte een feitelijk overwicht had op en/of misbruik maakte van de kwetsbare positie van [aangeefster 2] omdat verdachte:
- toen 30 jaar oud was en [aangeefster 2] toen net 18 jaar oud was en/of
- een verleden heeft van groepsleider in een jeugdinrichting en [aangeefster 2] een meisje is met een internaatverleden en/of
- dominant, intimiderend en gewelddadig gedrag kon vertonen en/of
- [aangeefster 2] kleineerde als zij niet deed wat hij haar opdroeg, waarbij hij haar hoer noemde en/of
- dreigde haar uit huis te zetten waardoor zij geen dak meer boven haar hoofd zou hebben en/of
- die [aangeefster 2] had geïsoleerd door haar in zijn buis op te nemen en door constant in haar nabijheid te zijn of haar constant op te bellen en/of
- naaktfoto’s en/of een seksfilmpje van [aangeefster 2] in zijn bezit had welke hij openbaar dreigde te maken en/of dreigde haar moeder op de hoogte te brengen van haar werk als prostituee en/of
- ( het) door [aangeefster 2] met/in de prostitutie verdiende geld geheel of gedeeltelijk aan hem, verdachte (onder het mom van sparen) heeft doen afstaan en toen zij aangaf haar geld te willen hebben dit alleen te geven als zij door zou werken als prostituee
door welke feiten en omstandigheden voor die [aangeefster 2] een afhankelijkheidssituatie is ontstaan en/of in stand gehouden waaraan zij zich niet heeft kunnen onttrekken en/of ten gevolge waarvan zij geen weerstand heeft kunnen bieden aan verdachte.
(lid 3 sub 2)
terwijl die [aangeefster 2] voornoemd een kwetsbare persoon in een kwetsbare positie was omdat die [aangeefster 2] :
- een laagbegaafd meisje is met een oppositioneel opstandige gedragsstoornis (ODD) en een internaatverleden en/of
- geen sociaal netwerk/vangnet had en/of
- niet beschikte over een eigen inkomen en/of
- niet beschikte over een eigen woning maar inwoonde bij verdachte
2.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 21 april 2017 tot en met 27 juni 2017 te Apeldoorn en/of te Amsterdam en/of te Utrecht en/of te Lelystad en/of te Almere en/of te Hilversum en/of elders in Nederland een ander, te weten [aangeefster 1] , geboren op [geboortedag 3] 1996
(sub 1)
(telkens) door dwang en/of door dreiging met geweld of een andere feitelijkheid, door misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie, heeft geworven en/of vervoerd en/of overgebracht en/of gehuisvest en/of opgenomen, (telkens) met het oogmerk van uitbuiting van die [aangeefster 1] , en/of
(sub 4)
(telkens) met een of meerdere van de onder sub 1 genoemde middelen, te weten door dwang en/of door dreiging met geweld of een andere feitelijkheid, door misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie, die [aangeefster 1] heeft gedwongen of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (bestaande uit seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling) dan wel onder de onder sub 1 genoemde omstandigheden, te weten door dwang en/of door dreiging met geweld of een andere feitelijkheid, door misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie, enige handeling heeft ondernomen waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die [aangeefster 1] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van die arbeid of diensten (bestaande uit seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling) en/of
(sub 6)
(telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de (seksuele) uitbuiting van [aangeefster 1] en/of
(sub 9)
(telkens) met een of meerdere van de onder sub 1 genoemde middelen, te weten door dwang en/of door dreiging met geweld of een andere feitelijkheid, door misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie, die [aangeefster 1] heeft gedwongen dan wel bewogen hem te bevoordelen uit de opbrengst van haar seksuele handelingen met of voor een derde,
immers heeft verdachte
- tegen [aangeefster 1] gezegd dat zij op een makkelijke manier geld kon verdienen door met mannen seks te hebben tegen betaling waarbij hij aan [aangeefster 1] liet zien dat hij over veel geld beschikte en/of
- die [aangeefster 1] opgedragen, althans gevraagd, om zichzelf te prostitueren en/of
- het door [aangeefster 1] in de prostitutie verdiende geld (geheel en/of gedeeltelijk) ingenomen
waarbij verdachte
- [aangeefster 1] heeft opgedragen seksueel/erotisch getinte foto’s te maken van zichzelf en/of
- een of meer profielen en/of accounts op sekssites heeft aangemaakt en/of
- een of meer seksadvertentie(s) heeft gemaakt van die [aangeefster 1] en/of die seksadvertenties op een of meerdere sekssites heeft geplaatst en/of
- de seksadvertenties van [aangeefster 1] omhoog heeft gebeld en/of
- [aangeefster 1] in het bezig heeft gesteld van een klantentelefoon en/of
- [aangeefster 1] met de auto naar prostitutieklanten heeft gebracht en na haar prostitutiewerkzaamheden weer heeft opgehaald (escortservice) en/of
- die [aangeefster 1] heeft geïnstrueerd hoe zij om moest gaan met haar prostitutieklanten en/of
- heeft toegezien op de werktijden van die [aangeefster 1] , haar werkzaamheden in de gaten heeft gehouden en gecontroleerd en/of gedirigeerd en/of
- bepaalde welke bedragen zij moest vragen voor haar werkzaamheden en/of
- bepaalde wanneer [aangeefster 1] de tijd kreeg om te eten en/of (even) rust te nemen en/of
- bepaalde wanneer ze kon stoppen met klanten ontvangen, altijd pushen, nooit pauze of tijd om te eten en/of
- bepaalde dat zij door moest gaan met werken tijdens de menstruatie en als zij pijn had,
terwijl verdachte die [aangeefster 1] heeft misleid door
- wetende dat [aangeefster 1] eenzaam was, een vriendschappelijke relatie met die [aangeefster 1] aan te knopen, althans door zich ten overstaan van [aangeefster 1] voor te doen als een vriend en/of
- [aangeefster 1] heel vaak heeft laten verblijven in zijn huis waardoor hij een bepaald vertrouwen bij haar heeft opgewekt en/of
- door haar voor te spiegelen dat je makkelijk in korte tijd veel geld kon verdienen
- door haar voor te houden dat hij met haar wilde reizen, maar eerst moesten ze nog even “knallen” en/of
- te veinzen dat als zij voor hem in de prostitutie zou gaan werken zij zelf de controle zou houden en zelf kon bepalen hoeveel klanten zij wilde ontvangen en/of
terwijl verdachte een feitelijk overwicht had op en/of misbruik maakte van de kwetsbare positie van die [aangeefster 1] omdat verdachte
- een verleden heeft van groepsleider in een jeugdinrichting en [aangeefster 1] een meisje is met een posttraumatische stressstoornis en een verleden van lichamelijk en emotioneel geweld en/of
- dominant, streng, intimiderend, manipulatief en gewelddadig gedrag vertoonde en/of;
- [aangeefster 1] kleineerde en uitschold voor kankerhoer of kankerslet en/of
- met haar gevoel speelde en haar bespeelde door ruzie met haar te maken als zij niet wilde werken en zich pas met haar verzoende als zij nog een klant zou afwerken
door welke feiten en omstandigheden voor die [aangeefster 1] een afhankelijkheidssituatie is ontstaan waaraan zij zich niet heeft kunnen onttrekken en/of ten gevolge waarvan zij geen weerstand heeft kunnen bieden aan verdachte,
(lid 3 sub 2)
terwijl die [aangeefster 1] een kwetsbare persoon in een kwetsbare positie was, omdat die [aangeefster 1]
- een eenzaam beschadigd meisje was met een posttraumatische stressstoornis en een verleden van huiselijk geweld, fysieke en emotionele mishandeling en vrijheidsbeperkingen wat heeft geleid tot minderwaardigheidsgevoelens en suïcidegedachten en het wegvallen van haar “oude” sociaal netwerk/vangnet omdat zij was gebroken met haar familie en/of
- geen eigen woonruimte had en/of geen eigen inkomen had en/of schulden had
3.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van maart 2015 tot en met maart 2018 te Apeldoorn en/of te Amsterdam en/of Badhoevedorp en/of elders in Nederland een ander, te weten [aangeefster 3] , geboren [geboortedag 4] 1996,
(sub 1)
(telkens) door dwang en/of door dreiging met geweld of een andere feitelijkheid, door misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie, heeft geworven en/of vervoerd en/of overgebracht en/of gehuisvest en/of opgenomen, (telkens) met het oogmerk van uitbuiting van die [aangeefster 3] , en/of
(sub 4)
(telkens) met een of meerdere van de onder sub 1 genoemde middelen, te weten door dwang en/of door dreiging met geweld of een andere feitelijkheid, door misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie, die [aangeefster 3] heeft gedwongen of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (bestaande uit seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling) dan wel onder de onder sub 1 genoemde omstandigheden, te weten door dwang en/of door dreiging met geweld of een andere feitelijkheid, door misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie, enige handeling heeft ondernomen waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die [aangeefster 3] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van die arbeid of diensten (bestaande uit seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling) en/of
(sub 6)
(telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de (seksuele) uitbuiting van [aangeefster 3] en/of
(sub 9)
(telkens) niet een of meerder van de onder sub 1 genoemde middelen, te weten door dwang en/of door dreiging met geweld of een andere feitelijkheid, door misleiding en/of door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie, die [aangeefster 3] heeft gedwongen dan wel bewogen hem te bevoordelen uit de opbrengst van haar seksuele handelingen met of voor een derde,
immers heeft verdachte
- aan [aangeefster 3] gevraagd of zij op een makkelijke manier geld wilde verdienen en om met mannen seks te hebben tegen betaling en/of
- die [aangeefster 3] opgedragen, althans gevraagd, om zichzelf te prostitueren en/of
- het door [aangeefster 3] in de prostitutie verdiende geld (geheel of gedeeltelijk) ingenomen
waarbij verdachte
- [aangeefster 3] heeft opgedragen om te investeren en lingerie aan te schaffen en/of
- [aangeefster 3] heeft opgedragen seksueel/erotisch getinte foto’s van zichzelf te maken en/of
- een of meer profielen en/of accounts op sekssites heeft aangemaakt en/of
- een of meer seksadvertentie(s) heeft gemaakt van die [aangeefster 3] en/of die seksadvertenties op een of meerdere sekssites heeft geplaatst en/of
- de seksadvertenties van [aangeefster 3] omhoog heeft gebeld en/of
- een appartement heeft gearrangeerd in Amsterdam waar [aangeefster 3] klanten kon ontvangen en/of
- [aangeefster 3] (telkens) naar haar werkplek in Amsterdam en/of elders in Nederland heeft vervoerd en/of
- bepaalde wanneer [aangeefster 3] de tijd kreeg om te eten en/of (even) rust te nemen,
terwijl verdachte [aangeefster 3] heeft misleid
- door een vriendschappelijke relatie met die [aangeefster 3] aan te knopen, seks met haar te hebben en aldus de schijn heeft opgewekt/opgehouden dat er sprake was van een affectieve relatie en/of
- door een gedeelte van het door haar verdiende geld in bewaring heeft genomen waarbij hij tegen haar zei dat hij dat voor haar zou sparen en/of
terwijl verdachte een feitelijk overwicht had op en/of misbruik maakte van de kwetsbare positie van die [aangeefster 3] omdat verdachte
- toen 30 jaar oud was en [aangeefster 3] toen 19 jaar oud was en/of
- dominant, dreigend en intimiderend gedrag kon vertonen en/of
- die [aangeefster 3] had geïsoleerd door haar in zijn huis op te nemen en door constant in haar nabijheid te zijn en/of
- dreigde op facebook te zetten dat [aangeefster 3] werkzaam was in de prostitutie en/of
- dreigde foto’s van [aangeefster 3] in lingerie naar haar familie te sturen en/of
- het account van [aangeefster 3] in beheer had waarvan hij haar het wachtwoord niet wilde geven en/of
- die [aangeefster 3] onderweg uit de auto heeft gezet omdat zij niet deed wat hij opdroeg en/of
- ( het) door [aangeefster 3] met/in de prostitutie verdiende geld geheel of gedeeltelijk in zijn bezit had (onder het mom van sparen),
door welke feiten en omstandigheden voor die [aangeefster 3] een afhankelijkheidssituatie is ontstaan waaraan zij zich niet heeft kunnen onttrekken en/of ten gevolge waarvan zij geen weerstand heeft kunnen bieden aan verdachte
(lid 3 sub 2)
terwijl die [aangeefster 3] voornoemd een kwetsbare persoon in een kwetsbare positie was, omdat die [aangeefster 3] afkomstig was uit een streng moslimgezin en weinig aansluiting had bij haar ouders waardoor zijn geen sociaal netwerk/vangnet had en niet beschikte over een eigen inkomen en geen eigen woonruimte had maar inwoonde bij verdachte.
4.
hij op een of meer tijdstippen in de periode van 1 januari 2014 tot en met 26 juni 2018 te Apeldoorn, in elk geval in Nederland, van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, immers heeft hij, verdachte, één of meer geldbedragen (in totaal € 59.576,00 euro), verworven en (telkens) omgezet en/of daarvan gebruik gemaakt, door deze bedragen te besteden aan en/of om te zetten in boodschappen en/of eten en/of kleding en/of (buitenlandse) reizen en/of een auto en/of benzine en/of verdovende middelen en/of een telefoon en/of haarimplantaten en/of andere gebruiksvoorwerpen, terwijl hij wist dat die voorwerpen en geldbedragen onmiddellijk of middellijk geheel of gedeeltelijk afkomstig waren uit misdrijven.
5.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 december 2014 tot en met 29 juli 2018 te Apeldoorn, althans in Nederland, in strijd met een hem bij of krachtens wettelijk voorschrift opgelegde verplichting, te weten artikel 25 Werkeloosheidswet (WW) en/of artikel 49 Ziektewet (ZW) en/of artikel 27 Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA), (telkens) opzettelijk heeft nagelaten tijdig de benodigde gegevens aan het Uitkeringsinstituut Werknemersverzekering (UWV) te verstrekken, en dit feit kon strekken tot bevoordeling van zichzelf of een ander, terwijl hij, verdachte, wist, althans redelijkerwijze moest vermoeden dat die gegevens van belang waren voor de vaststelling van verdachtes of eens anders recht op een verstrekking of tegemoetkoming, te weten de WW en/of de ZW en/of de WIA, dan wel voor de hoogte of de duur van die verstrekking of tegemoetkoming, door ontvangen inkomsten uit (al dan niet gedwongen) prostitutie te verzwijgen.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Overwegingen met betrekking tot het bewijs

Verdachte wordt onder 1 tot en met 3 verweten dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan mensenhandel met betrekking tot [aangeefster 2] , [aangeefster 1] en [aangeefster 3] . Daarnaast wordt verdachte onder 4 (gewoonte)witwassen verweten en onder 5 – kort gezegd – uitkeringsfraude.
Het standpunt van de verdediging
Verdachte heeft ontkend dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan mensenhandel ten aanzien van [aangeefster 2] , [aangeefster 1] en [aangeefster 3] en aan witwassen. Ten aanzien van feit 5 heeft verdachte een bekennende verklaring afgelegd, met dien verstande dat hij verklaart dat hij vanaf maart 2015 zwarte inkomsten uit prostitutie had.
Ter terechtzitting van het hof is door de verdediging vrijspraak bepleit van het onder 1 tot en met 4 tenlastegelegde. De rechtbank heeft volgens de verdediging een juiste beslissing genomen. Daartoe heeft de raadsman allereerst aangevoerd dat de verklaringen van aangeefsters onbetrouwbaar zijn en niet voor het bewijs gebruikt kunnen worden. Aangeefsters hebben aantoonbaar gelogen. Zo heeft [aangeefster 2] gelogen over de wijze waarop ze verdachte heeft leren kennen, te weten dat ze met hem in aanraking is gekomen op de Hoenderloogroep , hetgeen aantoonbaar onmogelijk blijkt te zijn. Ook loog zij erover dat verdachte haar voor haar achttiende benaderde, hetgeen blijkt uit de Facebookmessenger-gesprekken tussen verdachte en [aangeefster 2] , waarin zij zelf verdachte benadert om over ‘money’ te spreken. Tussen de aangiftes en de verklaringen van aangeefsters bij de rechter-commissaris zitten daarnaast forse discrepanties. Bij kritische ondervraging door de verdediging vielen aangeefsters, geconfronteerd met nieuwe informatie, volledig door de mand. Ook verklaren meerdere getuigen, zoals [getuige 1] , [getuige 2] en [getuige 3] , dat aangeefsters liegen. Daarnaast stelt de raadsman zich op het standpunt dat van uitbuiting geen sprake is geweest. Sekswerk is niet per definitie uitbuiting. Van inbreuk op de geestelijke en lichamelijke integriteit van aangeefsters was geen sprake, hetgeen ook blijkt uit het feit dat enkele van hen tot op de dag van vandaag sekswerk verrichten in een massagesalon. Ook is de fiftyfifty verdeling van opbrengsten veelvoorkomend en geen aanduiding van uitbuiting. Dat blijkt ook wel uit verklaringen van andere vrouwen in dit dossier, die onder dezelfde voorwaarden werkten maar zich niet uitgebuit voelden. Verdachte chauffeerde de vrouwen en bleef in de buurt voor noodgevallen. De twintig euro reiskosten betaalde verdachte uit eigen zak, als een klant dat niet betaalde. De vrouwen bepaalden zelf de prijs en eventuele fooien hielden ze zelf. Verdachte betaalde beppies, condooms, eten en rookwaren. De huur van appartementen werd tussen hen gedeeld. Ook is het onwaar dat verdachte het geld van aangeefsters afnam, hij bewaarde het slechts op hun verzoek en zij konden er ten allen tijde bij. Daarnaast is onjuist dat aangeefsters van verdachte moesten werken tijdens de ongesteldheid. Immers blijkt uit de WhatsApp gesprekken dat [aangeefster 2] hem zélf om een beppie vraagt. [aangeefster 1] verklaart zelf niet te hebben gewerkt tijdens haar ongesteldheid. Verder voert de verdediging aan dat de middelen als bedoeld in artikel 273f van het Wetboek van Strafrecht ontbreken. Van dwang is geen enkel concreet voorbeeld te vinden. Aangeefsters hadden het kennelijk zo naar hun zin, dat zij vriendinnen vroegen hetzelfde werk te gaan doen. [getuige 4] en [getuige 5] verklaren ook dat niemand werd gedwongen en ook aangeefster [aangeefster 3] verklaart dat. Aangeefsters hadden alternatieven, maar kozen voor het werk in de prostitutie. Ook van geweld was nooit sprake. Ook zijn de vrouwen niet kwetsbaar, maar juist het voorbeeld van mondige prostituees. Voor zover zij al kwetsbaar waren, was dat bij verdachte niet bekend. Ook de tenlastegelegde handelingen werven, vervoeren, overbrengen en huisvesten ontbreken in strafbare zin. Het initiatief tot het werken in de prostitutie ging uit van aangeefsters zelf. Van oogmerk tot uitbuiting kan dus evenmin worden gesproken. Verder is de periode waarin de vrouwen met verdachte hebben samengewerkt veel korter dan ten laste is gelegd. Voor allen geldt dat in ieder geval een deel van de periode niet bewezen kan worden. Tot slot is de vrijspraak voor witwassen terecht geweest en is de kasopstelling van de politie op aannames gebaseerd. Al met al moet, ook in hoger beroep, de conclusie zijn dat verdachte voor de tenlastegelegde mensenhandel en het witwassen moet worden vrijgesproken.
Het hof komt tot een ander oordeel.
Aan de hand van de onderstaande bewijsmiddelen, bevattende onder meer redengevende feiten en omstandigheden, zet het hof zijn overwegingen uiteen.
Bewijsmiddelen, feiten en omstandigheden [1]
[aangeefster 2] legt op meerdere momenten een verklaring af. In het informatief gesprek met de politie op 3 mei 2017 verklaart zij dat ze drie a vier weken voor [verdachte] (het hof begrijpt: verdachte) in de prostitutie heeft gewerkt, vanaf de dag nadat zij 18 jaar werd in 2016. Verdachte maakte in zijn huis foto’s van haar en zette deze op een al bestaand account op [website 1] . Zij werkte onder meer vanuit een kamer in een appartement in Rotterdam. Verdachte belde de advertentie op [website 1] omhoog, maar zij moest dit betalen. [aangeefster 2] verklaart dat zij moest doorwerken als zij ongesteld was. Verdachte kocht dan Beppies voor haar. Zij gaf de helft van het geld aan verdachte, en ook nog haar helft zodat hij het voor haar kon bewaren. Hij spaarde het op voor haar. Na veel aandringen heeft ze ongeveer € 2.000,- van verdachte gekregen. [2]
In haar aangifte op 15 augustus 2017 verklaart [aangeefster 2] : “ [verdachte] heeft de foto’s gemaakt in zijn huis. Het waren foto’s in lingerie. Ik heb geposeerd.” (…) “Ik heb wel vaker ruzie met hem gehad. Ik wilde toen mijn geld en hij wilde dat niet geven. (…). Hij heeft mij het huis uitgegooid. Toen ben ik zonder mijn geld weggegaan. (…) Ik had toen € 2.000,- euro gespaard en hij had gezegd dat hij het voor mij bewaarde. Hij wilde dat geld niet teruggeven. Dat bedrag was de helft van het geld wat ik had verdiend. Ik deelde het verdiende geld al door twee en gaf de helft aan [verdachte] en deze € 2.000,- euro was het geld wat ik voor mij zelf gespaard had.” Verbalisanten vragen [aangeefster 2] of het klopt dat zij begonnen is met werken op 14 maart 2016, een dag na haar 18e verjaardag. Zij bevestigt dit. Blijkens de aangifte is zij geboren op [geboortedag 2] 1998. Ze gingen naar Rotterdam, hij (het hof begrijpt verdachte) had daar een kamer geregeld. Met werken bedoelt ze seks tegen betaling. Verder verklaart zij: “Als ik een dagje niet werkte dan was ik bij [verdachte] thuis. Ik sliep daar ook en mocht daar douchen.” Verbalisanten vragen [aangeefster 2] wie de advertentie heeft gemaakt. Daarop antwoordt zij: “ [verdachte] , daar ben ik niet bij geweest. Hij wilde mij niets leren over dat account. Ik weet zeker dat het een bestaand account was, je moet 21 zijn voor een account op [website 1] . Hij lette er op dat niemand anders toegang had tot dat account. Ik wilde het zelf doen omdat ik benieuwd was hoe het gaat en zo. Ik weet niet eens hoe je omhoog belt. Hij is heel goed in praten. Hij is groepsleiding geweest.” [aangeefster 2] verklaart verder dat zij het niet fijn vond te werken tijdens haar ongesteldheid. Op een vraag van verbalisanten wie die beslissing maakte, antwoordt zij: “Die maakte [verdachte] , hij zei kom op en iedereen doet het. Ik had geen huis, ik sliep bij hem, mijn geld was bij hem. Ik wilde geen ruzie. Ik was op dat moment afhankelijk van hem. (…) Ik had niemand anders, ik had de deur uit kunnen lopen en op straat kunnen lopen maar het was belangrijk voor me dat ik daar kon blijven. Dan had ik een dak boven mijn hoofd en geld en eten.” Op vragen van verbalisanten of er momenten waren waarop zij niet wilde werken, verklaart zij: “Als ik bijvoorbeeld al 4 klanten had of zo en dan zei ik: “Laten we naar huis gaan”, dan zei hij: “Wacht even dan ga ik je omhoog bellen en als er dan niemand komt dan gaan we”, maar als je omhoog belt dan komen er altijd klanten want dan sta je weer bovenaan. Ook een keer toen ik aan het eten was, belde er een klant en toen zei ik even 10 minuten dan kan ik eten en de klant vond het goed. [verdachte] vond het niet goed, ik was toen zo boos, want ik mocht van [verdachte] niet eten, terwijl de klant het wel goed vond om even te wachten. [verdachte] legde boos zijn eten weg en zei tegen mij: “Schiet op laat die klant niet wachten”. Ik kreeg geen tijd om rustig te eten en überhaupt niet om te rusten. Daar werd ik heel erg boos om, ik heb toen mijn eten weggegooid en de klant gebeld dat hij kon komen. Ik had toen de tranen van boosheid in mijn ogen staan. Altijd maar pushen en altijd maar doorgaan, terwijl ik hard werkte en geen tijd kreeg om te eten. Daarom heeft [aangeefster 1] ook ruzie met hem gekregen, zij mocht ook niet eten van hem.” Op de vraag of ze klanten kon weigeren: “Nee, dat kon niet. Ik zou dan echt problemen krijgen met [verdachte] . [verdachte] zat in de kamer er naast. Hij hoorde alles. (…) Ik wilde wel eens weigeren, maar heb dit nooit gedaan. Ik had bij [verdachte] aangegeven dat ik geen donkere jongens wilde, maar voor hem was er geen verschil zei hij. Ik kreeg dus wel gewoon donker gekleurde klanten.” [3]
Op 17 augustus 2017 legt [aangeefster 2] nog een verklaring bij de politie af. Daarin verklaart zij over de verdeling van de opbrengsten onder meer: “In het begin was het niet echt duidelijk afgesproken. Op het moment zelf zei hij gewoon: “oh wist je niet dat we dat altijd zo doen? Had ik dat niet gezegd?” (…) Ik vond het niet echt leuk, maar ik had niet echt een andere keus. (…) Ik had niet echt andere vrienden, ik had geen huis en geen inkomen en ook een slecht contact met mijn moeder. (…) Je hebt geen geld en onderdak dus dat was voor mij echt wel verleidelijk.” Ook verklaart [aangeefster 2] : “ V: Wat voor werkna(a)m(en) gebruikte jij voor het sekswerken? A: [werknaam] (fon). (…) V: Wie bracht jou naar de kamers in Rotterdam-Oost en Rotterdam-Zuid om daar te gaan sekswerken? A: [verdachte] . (…) V: Wie had dit gevonden? A: [verdachte] . (…) V: Wie betaalde de huur van deze kamers? A: We moesten de helft betalen. [verdachte] betaalde de helft en ik. (…) V: Hoe lang zijn jullie in Rotterdam gebleven? A: We zijn iedere dag terug gereden naar het huis van [verdachte] . (…) V: Ook vertelde je dat je geen rust en pauze kreeg van [verdachte] tijdens het sekswerken. Hoe komt het dat je dan toch uiteindelijk doet wat hij zegt? Dat je toegeeft? A: Ik wist niet zo goed wat ik moest doen. Ik woonde bij hem. Ik was afhankelijk van hem. Ik had op dat moment geen vriendinnen. Wat had ik moeten doen? Midden in de nacht in Rotterdam naar buiten lopen? (…). V: Wat weet [verdachte] allemaal van jou? A: Alles wel. (…) Mijn familie, mijn broer. Hij weet waar ik woon. Dat ik op veel groepen heb gezeten. (…) [4]
Bij de rechter-commissaris heeft [aangeefster 2] tweemaal een verklaring afgelegd. In haar eerste verklaring, op 20 december 2018, verklaart ze als volgt: “V: Wanneer bent u voor het eerst in de prostitutie gaan werken? A: Toen ik 18 jaar was geworden. Ik had niks en [verdachte] had wel wat. (…). Ik had geen geld. Ik had geen andere mogelijkheid. Er is goed op mij ingepraat om dat te gaan doen. Het waren mooie praatjes. Hij zei dat ik veel geld zou gaan verdienen en dat ik bij hem zou kunnen gaan wonen. Dat soort dingen. (…). Als je geen huis en geen eten hebt, dan heb je daar wel oren naar. V: Waar verbleef u dan voor die tijd? A: Bij vriendinnen. Daar sliep ik toen ik geen huis had. Drie maanden ofzo. (…). V: Waarom kon u niet bij [naam 1] blijven? A: We hadden ruzie gekregen.” [5]
In haar tweede verklaring bij de rechter-commissaris, op 18 januari 2019, verklaart [aangeefster 2] dat ze twee keer op de Hoenderloogroep heeft gezeten, één keer op school en één keer woonde ze er ook. Verder verklaart ze onder meer: “Hij wist dat ik een kwetsbaar meisje was. Dat ik op meerdere groepen had gezeten. Hij wist dat ik in de problemen zat. Hij wist dat ik het zwaar had. (…). Ik kreeg geen eten, ik mocht niet meer naar buiten, ik mocht niet met andere mensen afspreken, met vriendinnen afspreken. Ik denk dat ik iets van 3 a 4 weken met [verdachte] heb gewerkt. (…). Als we ongesteld waren, dan konden we gewoon doorwerken. (…). Hij (het hof begrijpt: verdachte) had daar iets voor bedacht. Dat was zo’n sponsje. Ik wist niet dat het bestond. Hij noemde het een Beppie. (...). In het begin heeft [verdachte] mij uitgelegd hoe ik een Beppie moest gebruiken. Als ik ongesteld was, moest ik werken. Dat moest gewoon. (…). Hij vertelde: “iedereen doet dat, werken als je ongesteld was.” (…). Hij zei dan: “wil je geen geld verdienen?” (…). Hij ging pushen: je bent hier toch om geld te verdienen. Ik voelde mij onder druk gezet. (…). [6]
De moeder van [aangeefster 2] , [moeder aangeefster 2] , heeft op 14 maart 2017 een telefonische verklaring afgelegd. In het proces-verbaal van bevindingen staat: “Verder geeft mevrouw [aangeefster 2] aan dat [aangeefster 2] zwakbegaafd is. (…). [aangeefster 2] heeft op verschillende opvanglocaties, waaronder ook gesloten afdelingen, gezeten waar zij iedere keer weer kans zag om weg te lopen. (...). [aangeefster 2] heeft geen vaste woon of verblijfplaats.” [7]
In het dossier bevindt zich een verklaring van [gezinscoach] : “Ik ben gezinscoach bij ‘ [instelling 1] ’. (…). Ik heb haar (het hof begrijpt: [aangeefster 2] ) leren kennen in de periode van januari 2016. (…). Ik maakte mij zorgen omdat zij geen onderdak had, geen financiën had en haar omgang met diverse jongemannen die om haar en [naam 1] heen draaiden. (…). [aangeefster 2] is op [geboortedag 2] 2016 18 geworden en vanaf de dag dat ze 18 werd tot aan 2 mei 2016 is zij uit beeld geweest. (…) Toen ik haar leerde kennen was het uiterlijk een mooi meisje en spontaan in haar contact en tegelijkertijd heel kwetsbaar. (…). Kwetsbaar, omdat [aangeefster 2] een laag IQ heeft, dat is lang geleden getest. Ik schat haar IQ in op 75-80. (…). Ze heeft een langdurig tehuis verleden. Vanaf haar 6e of 7e jaar heeft ze in tehuizen gewoond. In haar puberteit was het een afwisseling van gesloten instellingen, weglopen en wederom gesloten instellingen. (…). Ze is in ieder geval heel kwetsbaar en beïnvloedbaar.. [aangeefster 2] is een makkelijke prooi voor een dergelijke iemand.” [8]
Uit het dossier blijkt dat [aangeefster 2] onder meer in de Hoenderloogroep heeft verbleven: “Op maandag 16 juli 2018 ontving ik, verbalisant, per e-mail, de gevorderde gegevens van de
Hoenderloogroep van Pluryn. Inhoud van de e-mail / verstrekte gegevens: Naar aanleiding van onderstaande mail kan ik u melden dat de volgende jongeren bij DHG hebben verbleven:
- [aangeefster 2] .” [9]
Omtrent deze instelling bevindt zich in het dossier de volgende informatie: “De Hoenderloogroep is onderdeel van Pluryn. Pluryn is er voor jongeren met complexe zorgvragen, zoals jongeren met ernstige gedragsproblemen, eventueel in combinatie met een licht verstandelijke handicap. Deze jongeren kunnen aangemerkt worden als kwetsbaar.” [10]
Verdachte is geboren op [geboortedag 1] 1985 en tijdens de feiten rond de dertig jaar oud, derhalve fors ouder dan aangeefster.
Uit het dossier blijkt dat verdachte werkzaam is geweest als groepsleider bij een jeugdinrichting: “Uit het onderzoek is gebleken dat de verdachte, [verdachte] , als groepsleider heeft gewerkt bij de Hoenderloogroep . (…). [verdachte] heeft een MBO diploma; Sociaal Pedagogische Hulpverlening niveau 4.” [11]
Verdachte verklaart bij de politie hierover onder meer het volgende: “Ik was gewoon pedagogisch medewerker. Ik moest op zo ‘n groep aanwezig zijn. (…). De laatste waar ik heb gewerkt was bij de Hoenderloo groep in [plaats] . Daar had ik een vaste aanstelling. Daar was ik pedagogisch medewerker.” [12]
Omtrent [aangeefster 2] verklaart verdachte onder meer: “V: En wat heeft zij jou verteld, [aangeefster 2] ? Over haar zelf? (…). A: Dat [aangeefster 2] in het verleden op de Hoenderloo groep heeft gezeten. (…). Omdat ik daar ook heb gewerkt, was ik wel benieuwd. (…). Het contact wat er toen ontstond heeft kort geduurd. Voor de duur van ongeveer twee dagen. Na deze twee dagen kwam ik erachter dat [aangeefster 2] geen achttien was. (…).Een 2 tot 3-tal dagen daarna (het hof begrijpt: na haar 18e verjaardag). (…) ben ik werkzaam geweest als chauffeur voor haar. Want chauffeur zijn mag, zij is achttien plus, dan kon ik wel wat voor haar betekenen.” [13]
In het dossier bevinden zich verschillende telefoontaps en WhatsApp berichten, deels uitgewerkt in processen-verbaal. Onder meer is daarin het volgende geverbaliseerd over de foto’s van [aangeefster 2] : “In de periode 15 maart 2016 tussen 15:35 uur en 22:30 uur werden er 27 foto’s door [verdachte] verzonden naar [aangeefster 2] . Dit betroffen seksueel getinte foto’s. De wijze waarop op de foto’s is geposeerd, het gezicht op geen van de foto’s zichtbaar is, zijn deze foto’s zeer vermoedelijk gemaakt met als doel te gebruiken in seksadvertenties. Gezien de licht getinte huid en de grote bos krullen van de vrouw op de foto’s betreft de vrouw op de foto’s [aangeefster 2] . (…). [verdachte] geeft aan dat [aangeefster 2] even moet kijken of er één tussen zit die ze niet mooi vindt. [aangeefster 2] geeft aan dat ze allemaal mooi zijn geworden. [verdachte] geeft aan dat hij deze dan gaat gebruiken.” [14]
[aangeefster 3] verklaart bij de politie over [aangeefster 2] onder meer het volgende: “Ik heb overigens ook gehoord en gezien dat [aangeefster 2] nog geld van [verdachte] tegoed had en dat hij dat niet wilde geven. Dat ging om 2000 of 1000 euro of zo. Volgens mij wilde hij dit niet geven omdat hij dan dacht dat ze weg wilde gaan. Dat was het geld dat ze gespaard had van het verdiende in de prostitutie. (…). Hij zou dit achterhouden om te sparen. Anders zouden we het misschien uitgeven.” [15]
Ook [aangeefster 1] , geboren op [geboortedag 3] 1996, [16] legt meerdere malen een verklaring af over haar werk in de prostitutie en het werken met verdachte. Tijdens het informatieve gesprek met de politie op 30 augustus 2017 verklaart zij onder meer: “Hij heeft gebruik gemaakt van de situatie, ik had geen huis en geen geld en ik sliep bij een vriendin. Via een andere vriendin ben ik met hem in contact gekomen. Toen had hij het erover: Je kan bij mij slapen en ik ga voor je zorgen, eten, drinken, over geld hoef je je niet druk te maken. Hij was heel lief en op een gegeven moment begon hij er over dat hij veel meisjes had werken en dat dat heel normaal was. Dat ik toch gescheiden was, dus je hebt geen ouders meer en die letten dan toch niet op je. (…). Ik dacht:” Oh, als ik zoveel geld kan verdienen dan kan ik gewoon een huis huren en ben ik niet meer afhankelijk van mijn vriendin. En toen zei hij van 50-50. Ik zei toen: “ Luister, ik ga naar binnen en doe al het werk, jij zit hier, jij doet niets, we doen 80-20. Toen zei hij: Nee, we doen 50-50, want dat doe ik bij al de andere meisjes ook, ga dan maar lekker terug naar je vriendin zonder geld, ga maar weg, ga maar lekker zwerven.” De periode dat ik heb gewerkt in de prostitutie is over een periode van drie maanden totaal een maand. (…). Ik merkte al de eerste twee dagen dat hij heel opdringerig was als ik niet wou. Ik moest gaan van hem. Ik moest gaan. Ik had zoiets van, oké één klant dan kan ik naar huis want ik kan een brood kopen en drinken kopen, dat is genoeg voor een dag. Maar dat wilde hij niet. Ik had geen tijd om te drinken of te eten in de auto, hij liet mij niet eten en zelfs niet naar het toilet gaan. Dat moest ik maar bij een klant doen, zei hij. (…). Hij moest persé zijn reiskosten hebben, 20 euro. (…). Dat is ook zo gebleven 50-50 en 20 euro reiskosten. Ook de credits deden we fifty-fifty. Dat waren de credits om een pagina op te hogen van [website 1] (…). Toen ik merkte dat hij misbruik maakte van de situatie, dat hij eigenlijk meer verdiende dan dat ik verdiende, toen draaide ik aan de knoppen en heb ik er een einde aan gemaakt. (…). Ik had hem duidelijk gemaakt dat hij mijn pagina van [website 1] af moest halen. Hij had de telefoon, de simkaart, het emailadres en de wachtwoorden. (…). Ik vroeg hem het profiel te verwijderen en hij zei dat ie dat had gedaan. Toen ik een nieuw account wilde maken op [website 1] kreeg ik een mailtje van [website 1] support dat dat niet kon omdat ik er al één had, toen wist ik dus dat hij het niet gedaan had.” Verder verklaart ze: “ Hij maakt je mentaal kapot” en “Het tonen van zijn gedrag en als iets hem niet beviel was het gelijk een andere houding. Hij
wist dat ik niemand had, ik had alleen hem en hij maakt daar zwaar gebruik van” [17]
In haar aangifte op 19 september 2017 verklaart zij onder meer: “Ik moest van [verdachte] ook doorgaan als ik aangaf dat het veel pijn deed in mijn vagina, maar dan zei hij: nee gewoon doorgaan, we zijn hier niet voor drie uurtjes gekomen. Die andere meiden doen het ook gewoon.” Over haar achtergrond, thuissituatie en over de wijze waarop zij verdachte ontmoette verklaart zij onder meer: “Op een gegeven moment werd ik niet alleen mentaal mishandeld, maar ook fysiek. Op mijn 17e heb ik besloten om uit huis te gaan. (…). Ik ben toen van huis weggegaan en kreeg een geheime plaatsing in [behandelcentrum] . Dat was eer-gerelateerd. (…). We gingen op vakantie naar Azerbeidzjan en toen werd ik daar uitgehuwelijkt. Mijn man was 27 en ik was 20. (…). Toen kwam ik bij de vrouwenopvang, [vrouwenopvang] . (…) Ik heb geen contact meer met mijn ouders. (…). Ik woonde toen bij [vrouwenopvang] , mijn buurmeisje bij [vrouwenopvang] , had de neef van [verdachte] leren kennen. Ik maakte daar kennis met die neef van [verdachte] . (…). Dat was in de periode dat ik nog bij [vrouwenopvang] zat. (…). Toen hebben we dus afgesproken met naar later bleek [verdachte] , [naam 2] , [naam 3] , ik en nog een neef van [verdachte] . (…).We zijn naar het appartement van [verdachte] gegaan. (…). Ik was toen weg bij [vrouwenopvang] en sliep bij een oudere vrouw van 42 jaar. Ik was net uit Azerbeidzjan gevlucht, bij [vrouwenopvang] terechtgekomen, net een abortus gehad. Stond op straat. En toen kwam ik dus bij die vrouw terecht. Ik werd door die vrouw ook niet echt goed behandeld. Ik had geen geld ik had geen uitkering en ik stond op straat. (…). [verdachte] appte mij. Hij wist van mijn situatie af en zei: “je hoeft niet bij die vrouw te wonen. Je kan bij mij komen wonen. Ik heb een mooi huis zoals je al weet, je kan bij mij op de bank slapen en je was bij me doen. Je hoeft geen huur te betalen omdat ik je mag. Je kan altijd bij me eten en drinken.” [18]
Op 21 september 2017 verklaart [aangeefster 1] : “Er is ook PTSS vastgesteld. (…). Ik had wel eens zelfmoordneigingen. Ik heb in de periode toen bij mijn ouders thuis wel eens geprobeerd om zelfmoord te plegen. En later toen ik uitgehuwelijkt werd ook nog een keer. [verdachte] vertelde dat hij werkte bij de [plaats] met probleemkinderen. (…). [verdachte] wist over mijn ouders. (…). Hij wist ook dat ik in een instelling in Leeuwarden heb gezeten en dat ik een abortus had gehad. (…). Ik was alleen, ik had geen geld. Ik voelde me echt zo eenzaam. En hij praatte er zoveel over dat het leek alsof het niks was. (…). V: Wat voor afspraken had jij gemaakt met [verdachte] over jouw prostitutiewerkzaamheden? A: Wanneer ik wilde en wanneer ik kon gaan werken. We hadden afgesproken dat we fifty fifty zouden
doen plus zijn benzinegeld. We hadden afgesproken dat ik klanten kon weigeren. Hij liet het
overkomen alsof ik de controle had en hij alleen maar mijn chauffeurtje was en mij zou beschermen als er wat zou zijn. V: En was dat ook zo? A: Nee, natuurlijk niet. (…). V: Hoe kwam jij aan jouw klanten? A: Via [website 1] . Dat is een website waar je seksadvertenties voor jezelf kan plaatsen zodat klanten je kunnen bellen voor escort. Dat regelde [verdachte] allemaal. (…). Dat deed hij op zijn telefoon. Via zijn telefoon kwam hij op de website. Hij kocht ook nog een andere telefoon, een kleine. Daarmee belde hij de advertenties omhoog. Dat was de klantentelefoon. Daarmee activeerde hij de advertentie. (…). Hij heeft ook een nieuw account voor mij gemaakt op [website 1] . (…). Plas- en poepseks wilde ik ook niet. Er was een klant die dat wilde dat ik in zijn mond zou poepen en plassen. Dat wilde ik echt niet doen. Toen werd [verdachte] heel erg boos en zei: waarom niet, doe niet zo kinderachtig. (…) Het was fifty fifty plus 20 euro benzinegeld. Als ik bij een klant ging neuken, dan zat [verdachte] in de auto. Ik gaf hem 50 % van mijn verdiende geld plus die 20 euro. Als de klant die 20 euro extra niet wilde betalen moest ik die van mijn eigen 50% betalen. Dus [verdachte] verdiende veel meer dan ik uiteindelijk. (…). En ik mocht ook niet eten of drinken want hij wilde dat ik gewoon door bleef werken. Ik heb heel vaak mijn eten weggegooid. Hij zei: “Als je wilt eten, drinken of naar de wc moet, doe maar bij de klant.” [19]
Op 22 september 2017 verklaart [aangeefster 1] bij de politie: “Er werd vaak voor meerdere uren of een hele nacht geboekt. En dan moest ik eerst met [verdachte] over de prijs onderhandelen voor ik dat aan de klant kon doorgeven. (…). Hij bepaalde mijn prijs. (…). Als ik echt een super goede dag had dan ging ik met heel veel geld naar huis. Dat is wel eens voorgekomen. Ik was toen met [aangeefster 3] toen hebben we 4000 euro verdiend, maar dat moesten we dus verdelen over ons drieën. Maar ik moet daarbij wel zeggen dat zowel ik als [aangeefster 3] van ons deel ook nog de helft aan [verdachte] moesten geven. Dus wij hadden elk 1000 euro en [verdachte] hield er 2000 euro aan over. (…). V: Waar was [verdachte] als jij met een klant was? A: In de auto of hij was aan het eten of ergens in de buurt. Hij zei als er wat is geef dan een telefoontje dan kom ik er aan. V: En als je klaar was met die klant wat deed je dan? Dan ging ik douchen, voor ik ging douchen moest ik hem appen dat ik over 10 minuten klaar was. (…). Maar dan moesten we weer door naar de volgende klant. Dan zei ik van ja ik wil eerst iets eten of drinken maar dan zei hij van ja dat doe je maar bij de volgende klant. En oh ja, als ik in de auto stapte dan moest ik gelijk het geld aan hem geven. Hij vroeg dan ook om die 20 euro extra. (…). Hij heeft me wel gedwongen, hij speelde met mijn gevoel, hij had mij onder controle. Ik voelde mij gedwongen om dit werk te doen. Ik voelde bij hem slechte en negatieve emoties die ik nog nooit eerder had gevoeld, terwijl ik al zoveel heb meegemaakt in mijn leven. Hij bespeelt je gewoon. Hij is echt zo slim. Hij maakt ruzie met je zodat als het weer goed komt je beter je best gaat doen voor hem om het goed te houden waardoor je weer meer gaat werken. Dan was het zo van: Ach, ik doe nog een klant er bij dan is hij niet meer boos. [20]
[aangeefster 1] heeft bij de rechter-commissaris ook verklaringen afgelegd. Op 20 december 2018 verklaart ze onder meer: “Ik heb in een vrouwenopvang gezeten. Hij (het hof begrijpt: verdachte) wist van die neef, [naam 2] , in welke situatie ik zat. [naam 2] kwam vaak bij [naam 4] , die zat ook in de opvang. (…). Ze stond bij mij voor de deur en toen stond [naam 2] er ook bij. Zo heb ik [naam 2] leren kennen. (…). [verdachte] en [naam 2] zijn neven van elkaar. (…). Zijn neef kwam veel bij [verdachte] . Hij wist dat ik in de opvang had gezeten. (…). V: Maar heeft u [verdachte] ooit verteld dat u in de opvang had gezeten? A: Later, in de dagen daarna. Ik kwam daar in dat huis. Het gesprek ging vanzelf. Hij vroeg mij hoe ik in Apeldoorn terecht was gekomen. Ik ben toen verder gaan vertellen. (…). [21] Over het starten in de prostitutie verklaart zij: “Hij zei “Je bent nu toch al ontmaagd, je ouders spreek je toch niet meer.” [22]
Op 7 januari 2019 wordt [aangeefster 1] nogmaals gehoord bij de rechter-commissaris. Daar verklaart ze over de aanvang van de escort onder meer: “Ik wilde gewoon weg bij die vrouw. Ik wilde mee met hem (het hof begrijpt: verdachte) om in de escort te werken.” [23] Verder verklaart zij: “Er waren wel eens klanten die ik niet prettig vond. [verdachte] zei dat ik wel met hen mee moest gaan. Ik wilde geen donkere mannen. Dat moest ik wel en dat heb ik
uiteindelijk ook gedaan. Daar was ik ook heel boos om. Ik vond het echt niet kunnen van hem. Dat heb ik hem ook gezegd. Er was een keer een donkere dag (het hof begrijpt: man) ergens in een weiland bij een caravan. Ik wilde echt niet, maar ik moest het doen. Hij zei we zijn er al. Hij zei “ga”. (…). Hij zei dat we er nu toch waren en dat ik wel moest gaan. Hij weet mij mentaal zo te dwingen. Hij neukt met je mentale brein. Ik kan dat gedrag van hem niet aan.” [24]
[aangeefster 3] verklaart bij de rechter-commissaris onder meer het volgende over [aangeefster 1] : “V: Heeft u wel eens waargenomen hoe [verdachte] met [aangeefster 1] omging? Hoe ze beiden met elkaar
omgingen? A: Ja, ik weet wel dat [verdachte] vaak tegen [aangeefster 1] zei: “Kom werken, kom werken.” (…). V: Wat gebeurde er dan als zij niet wilde werken? A: Dan ging [verdachte] wel zeuren dat ze moest werken.” [25]
In het dossier bevinden zich ook met betrekking tot het contact tussen [aangeefster 1] en verdachte verschillende telefoontaps en WhatsApp berichten, deels uitgewerkt in processen-verbaal. Onder meer is daarin het volgende geverbaliseerd: “Op 21 april 2017 tussen 04:40 uur en 7:38 uur volgen er een aantal berichten waaruit op te maken is dat [aangeefster 1] zeer vermoedelijk in de prostitutie aan het werk is. (…). Op 23 april 2017 om 00:31 uur geeft [aangeefster 1] aan dat er nog 2 uur bijkomt. [verdachte] geeft aan dat het dan 450 euro is en dat hij haar ziet om half 3. Later volgt er een bericht van [aangeefster 1] waarbij er nog een uurtje bijkomt. [verdachte] noemt [aangeefster 1] een topper en geeft aan ‘600 tot half 4’. Vervolgens geeft [aangeefster 1] aan: de hele nacht. [verdachte] maakt een berekening en geeft aan dat dit 950 euro kost. Op 23 april 2017 om 06:42 uur geeft [aangeefster 1] aan dat ze eraan komt en dat ze geld krijgt. [verdachte] geeft aan dat het 950 is en dat ze het moet controleren. (…). Op 26 april 2017, (…), om 3:38 uur geeft [aangeefster 1] aan dat ze een klant heeft voor 3 uur. Drie kwartier later appt ze hoeveel het kost tot morgenochtend 10 uur. [verdachte] maakt een berekening en komt op 1000 euro uit, maar zegt dat het 900 euro kost. [aangeefster 1] geeft aan dat de klant akkoord is. (…).Daarna geeft [aangeefster 1] aan dat hij tot 4 uur in de middag wil. [verdachte] geeft aan dat dit nog een keer 6 uur is en nog een keer 900 euro. Totaal 1800 euro. [aangeefster 1] geeft aan dat de klant 1500 euro wil. [verdachte] zegt dat het goed is. (…). Op 1 juni 2017 heeft [aangeefster 1] een klant voor een half uur. [verdachte] geeft aan dat ze de 20 reis(kosten) niet moet vergeten. (…). Op 27 juni 2017 stuurt [verdachte] een berekening naar [aangeefster 1] . Hij stuurt het volgende: “1000 pp? 750 + 500 = 1250 pp. Maar dan nog klopt het niet qua tijd, want voor 1250 had ik jullie om 6 uur moeten ophalen. Dus kijk hoe jullie dat gaan doen, hij moet 1800 pp geven als je tot 10 uur blijft en dat is het nu bijna.” [26]
Ook bevindt zich een verklaring van getuige [getuige 6] in het dossier. Zij is casemanager bij [instelling 2] in Apeldoorn, waar [aangeefster 1] door [vrouwenopvang] is aangemeld. Getuige [getuige 6] heeft vanaf maart 2017 vanuit het Sociaal Wijkteam contact gehad met [aangeefster 1] en verklaart hierover onder meer het volgende: “ [aangeefster 1] had hulp nodig op financieel gebied, met betrekking tot haar aanvraag van een uitkering. (…). Haar hoop was het zoeken naar een eigen zelfstandige woning. (…). [aangeefster 1] woonde in een huis waar ook andere bewoners woonden welke psychische problemen hadden. Zij voelde zich daar heel angstig. (…). Ze wilde een zelfstandige woning. Ze kwam nog niet daarvoor in aanmerking en ook niet voor huurtoeslag omdat ze nog te jong was. Zolang zij geen andere woonruimte vond bleef die onveiligheid in haar huidige woontoestand bestaan. (…). Wij zagen een hele kwetsbare vrouw met een enorm verleden waardoor ze heel beschadigd is geraakt. (…). Ze vertelde ook eens dat ze bij een vriend was die mozaïeken maakte. Omdat ze het in haar eigen kamer niet fijn vond was ze daar een tijdje. (…). Dat zal ergens in april mei 2017 zijn geweest. (…). Ze heeft een negatief zelfbeeld en voelt zich altijd eenzaam. Ze voelt zich nergens bij horen. Ze wilde het wel anders.” [27]
Ter terechtzitting van het hof op 11 augustus 2021 heeft de verdachte over [aangeefster 1] onder meer verklaard over zijn eerste ontmoeting met haar: “Vervolgens zei [aangeefster 1] : ‘Ik kom hier zodat jullie mij kunnen verkrachten vanavond.’ Dat was in de lift, de allereerste keer dat ik haar zag nota bene. (…). Daar had ik wat scherper op moeten zijn.” [28] Ook verklaarde verdachte: “Ik maak veel mozaïeken. Misschien dat ik in de toekomst daar wat mee kan doen.” [29]
Ook [aangeefster 3] , geboren op [geboortedag 4] 1996, [30] heeft meerdere verklaringen afgelegd over haar werk in de prostitutie. Op 12 juli 2018 verklaart ze bij de politie onder meer: “We (het hof begrijpt: verdachte en [aangeefster 3] ) verdeelden de opbrengst 50/50. Hij reed mij dan naar een afspraak toe en hij beheerde de advertenties. (…). Ik had geen onderdak en geen geld en heb toen een tijdje bij hem verbleven. (…). Ik ben met hem gestopt omdat hij meer verdiende dan mij, terwijl ik ervoor op mijn rug lag. Hij kreeg 50% van mijn verdiende geld en het geld van de klant voor de benzine. Dat was standaard € 20,-. (…). In het werk wilde hij nooit dat een klant moest wachten omdat ik nog wat wilde eten, daar hadden we ook geregeld onenigheid over. (…). V:Wat was zijn taak? A: Rijden naar klanten. (…). V: En de advertenties ? Omhoog bellen, aanpassen en zo. Dat deed hij ook. (…). V: Op welke sites stonden de advertenties? A: Op [website 1] . V: Wie heeft het account aangemaakt op [website 1] ? A: Dat heeft [verdachte] aangemaakt. (…). V: Wie kon dit account veranderen? A: Alleen hij. Ik had geen inloggegevens en kon er niet in komen. (…). V: Vanaf wanneer heb je voor [verdachte] in de prostitutie gewerkt ? Vanaf 2015 tot in 2016. Daarna had ik een vriend en toen ben ik een tijdje gestopt. Daarna weer begonnen. Ik denk dat ik totaal een jaartje gewerkt heb met [verdachte] . Maar dat is geen jaar achter elkaar. Ik denk 7 maanden achter elkaar, daarna kreeg ik een vriend en daarna soms wel en soms niet. Vorig jaar werkte ik nog wel eens af en toe. (…). V: Je vertelde eerder dat je gestopt was omdat hij meer verdiende dan jij. A: Ja dat klopt ik vond dit niet kunnen. Na een tijdje word je wijzer en pik je dit niet meer. Als we met z’n drieën seks hadden dan had mijn vriendin 75 en ik 75 en hij had 150 euro. Dat vond ik kut. (…). V: In het chat bericht van 13-4-2016 09:50 uur spreken jullie over € 400. Vertel daar eens over? A: Het geld dat ik verdiend had in de laatste tijd dat ik met [verdachte] werkte had ik aan hem gegeven zodat hij dit voor mij zou bewaren. Dit wilde ik terug toen ik naar mijn ex ging. Daar ging dit over. Het is geld wat ik in de prostitutie heb verdiend en wat [verdachte] niet terug wilde geven omdat ik terug naar mijn ex ging. (…). Ik kreeg het geld terug van [verdachte] nadat ik weer gewerkt had. V: Van wie kwam dit idee dan? A: Van [verdachte] . V: Dus je hebt toen je 50% gekregen van je klanten gekregen en daarna kreeg je die 400 euro van [verdachte] weer terug? A: Ja. (…). V: Op welke locaties werkte je toen? A: Amsterdam. (…). Ik heb hem 30% van mijn inkomsten aangeboden. Dat was volgens mij vorig jaar of misschien al in 2016. Hij ging hiermee niet akkoord. V: Waarom ging je toen niet zonder hem verder zodat alle inkomsten voor jou waren? A: Hij had mijn account en hij kon inloggen. (…). Ik had honger. (…). Blijkbaar vond hij (het hof begrijpt: verdachte) het belangrijker dat er geld binnen kwam, dan dat de meisjes er goed uitzagen.” [31]
Op 5 september 2018 legt [aangeefster 3] nogmaals een verklaring af bij de politie. Dan verklaart zij: “Dat was ergens in Utrecht. Ik werd door [verdachte] uit de auto gezet omdat ik geen beltegoed wilde gaan halen bij een tankstation. (…). V: Wanneer ben je begonnen met je werk in de prostitutie? A: Dat was begin maart 2015. (…). Ik heb vanaf maart 2015 echt veel gewerkt tot in de zomer/herfst. Ik denk augustus of september 2015. (…). V: Van waaruit werkte je toen? A: Amsterdam. Vanuit hotels of appartement. (…). Ik vond het fucked up dat hij mij het wachtwoord van het account niet wilde geven, maar hij wilde dit niet geven. Dat heb het toen maar zo gelaten. Ik dacht ik maak er maar geen problemen van want straks stuurt hij foto’s van mij naar mijn familie. Hij heeft foto’s van mij in lingerie waar mijn gezicht op stond en heeft op een gegeven moment berichtjes naar familie van mij gestuurd met de vraag of ze familie van mij waren. Hij heeft toen nog geen foto’s gestuurd. Dit was in 2016. Hij dreigde mij er wel mee om dit te doen. Dit ging om die 400 euro waar ik al eerder over verklaard had. Ik had hem gevraagd om die 400 euro en hij wilde dat ik stopte met zeuren, daarom stuurde hij deze berichtjes. Vervolgens ben ik weer via [naam 5] met hem in contact gekomen en heb ik weer gewerkt in de prostitutie . Dat was ongeveer 2 maanden later. Ik ben toen weer gaan werken omdat dat wel even lekker was om weer inkomsten te hebben en ik kreeg die 400 euro terug van [verdachte] . V: Maar hoe ging het dan toen met de verdeling van het werk dat je deed? A: [verdachte] kreeg weer 50%. V: Maar je zou toch juist werken om die 400 euro terug te krijgen, die eigenlijk al van je was? A: Ja dat klopt. Ik besef nu ook dat dit best raar is. Een slimme zet van hem. (…). Wanneer heb je met [aangeefster 1] gewerkt? A: Dat is niet zo lang geleden. Dat was denk ik in de zomer van 2017. (…). Hij (het hof begrijpt: verdachte) heeft misbruik gemaakt van de situatie. Hij wist dat we uit huis waren, en geen dak boven ons hoofd hadden en niet meer terug durfden.” [32]
Op 3 december 2018 heeft [aangeefster 3] bij de rechter-commissaris een verklaring afgelegd. Dan verklaart zij onder meer: “Hij stuurde dan berichten naar mijn familie via Facebook. Hij vroeg ze dan “Ken je [aangeefster 3] ”. Hij liet mij die berichten dan zien. Hij stuurde screenshots
naar mij toe. Hij wilde mij er van weerhouden om 400 euro terug te vragen bij hem. (…). Ik stopte dan, omdat ik bang was dat hij mijn familie er lastig mee ging vallen. Vaak werd ik door zijn woorden overgehaald. Hij kan heel goed praten. Ik ging dan over dingen nadenken en dan dacht ik “ja je hebt wel gelijk”. Deze dingen deed hij niet alleen bij mij. Hij kan gewoon heel goed mindfucken. (…). Sommige klanten wilde ik niet, maar die moest ik gewoon pakken. Hij zei dan: “doe niet zo dom, wat voor hoer ben je nou, je hebt toch geld nodig.” Sommige klanten staan je gewoon niet aan, je vindt ze eng of ze zijn vies. Ik ben wel eens teruggegaan en dan zei ik dat ik die klant niet wilde. Ik ging dan terug naar de auto en vertelde dat ik niet wilde. Hij werd dan boos en stuurde mij dan terug. V: Heb je op zo’n moment nooit overwogen om het niet te doen en weg te gaan? A: Waar had ik dan naartoe moeten gaan midden in de nacht? Waar moest ik dan slapen? Dat waren soms van die momenten. (…). Ik zei dan tegen die klant “Ik kom zo terug”. Ik liep dan weg en liep naar [verdachte] toe, die wachtte met de auto een klein stukje verderop. Ik zei dan dat ik die klant niet wilde. [verdachte] werd dan boos. (…). Dat was die keer bij die vieze man bij wie ik aan de deur
stond. Hij was oud, 40 a 50 jaar oud. Hij zag er eng uit. Hij was kaal en had maar één of twee tanden in zijn mond. (…). We hebben geneukt. V: Wat heeft u tegen [verdachte] over die man verteld? A: Dat ik hem eng vond en dat ik niet wilde. Hij zei dat ik een domme kankerhoer was en hij vroeg of ik soms bang was. Hij zei ook dat ik toch geld nodig had. (…). Ik was net het huis uit. Ik verbleef hier en daar bij mensen. Bij jongens. De ene nacht bij die en de andere nacht bij de ander. (…). V: U bent gestopt toen u een relatie met [naam 6] kreeg? A: Toen is het inderdaad wel even gestopt. V: Wanneer is het dan weer begonnen? A: Dat was toen de relatie eindigde. Ik had dringend geld nodig. Ik heb contact opgenomen met [verdachte] . (…). Ja, ik belde [verdachte] , dat was de situatie toen. Hoe kan ik het snelste geld maken? Wie had het beheer van mijn account? [verdachte] . Het lag voor de hand om dan naar hem toe te gaan. Ik heb hem wel eens gevraagd het beheer van mijn account aan mij over te laten, maar dat wilde hij niet.” [33]
Getuige [getuige 7] verklaart over [aangeefster 3] : “Ik dacht dat [aangeefster 3] zijn vriendin was omdat ik hen als stel zag. Zij was aan het stofzuigen bij hem in huis toen ik daar kwam. Later begreep ik van [verdachte] dat het een vriendin van hem was en dat zij bij hem thuis was omdat ze problemen thuis had en verdrietig was.” [34]
In het dossier bevinden zich meerdere processen-verbaal met betrekking tot het contact tussen [aangeefster 3] en verdachte, waarvan telefoontaps en WhatsApp berichten in het dossier zijn opgenomen. Door verbalisanten is hierover onder meer het volgende geverbaliseerd: “Op 8 april 2016 vraagt [aangeefster 3] of [verdachte] haar spullen bij het huis van [aangeefster 2] heeft gezet. Ze wil weten of haar geld daar ook bij zit. [verdachte] reageert niet. [aangeefster 3] blijft berichten sturen over dat ze haar spullen op wil komen halen in de daarop volgende dagen. Op 13 april reageert [verdachte] met: “Jy vieze vuile goedkope kk Turk, vieze neger hoer. Na alles hoe ik je heb geholpen, neuk je me nog een keer? Vieze kk neus, heb spijt dat ik je kleren nog naar Arnhem heb gebracht, wollah had alles buiten moeten gooien eigenlijk.. Vanaf nu praat nooit met my, als je me ziet groet my niet, je bent nix meer voor my, ik ken je niet meer." [aangeefster 3] geeft aan dat [verdachte] niet zo moet doen. [verdachte] stuurt dat er maar weinig mensen zijn die hem zo geneukt hebben. [aangeefster 3] en haar zwarte aap moeten de kanker krijgen, stuurt [verdachte] . [aangeefster 3] biedt haar excuses aan en geeft aan dat ze in persoon met [verdachte] wil spreken. [verdachte] reageert als volgt: “Waar over? Ik hoef je niet meer te zien ofte spreken, niet om die kk 400 euro, maar ik heb je gewaarschuwd als je weer zou gaan wat ik zou doen. Op myn moeder als ik je had gezien had je een paar goeie trappen van
my gekregen. Maar gelukkig ben ik je niet tegen gekomen. Als ik je ooit zie en je groet me, wollah dan zie je wat ik doe. En nou opkkren naar je poep." [aangeefster 3] geeft aan dat [verdachte] dit mag doen vandaag, maar dat ze dan ook gelijk haar spullen en haar geld pakt.
[verdachte] geeft aan dat ze kan oprotten met haar spullen. (…) [aangeefster 3] geeft op 13 april 2016 aan dat ze haar geld vandaag op komt halen. [verdachte] geeft aan dat [aangeefster 3] die aap ook gelijk mee moet nemen. Hij stuurt dat hij die aap dan ook wel neukt. Hij geeft aan dat hij [aangeefster 3] haar kop niet moet zien. [aangeefster 3] blijft aangeven dat ze haar geld wil hebben. [verdachte] stuurt dat hij naar Zutphen gaat rijden om [aangeefster 3] haar broertje op te halen. [aangeefster 3] geeft aan dat ze haar geld wil hebben. Ze geeft aan dat ze haar kutje voor dat geld heeft gegeven. [verdachte] stuurt dat hij [aangeefster 3] haar geld geeft als hij niet meer boos op haar is. [aangeefster 3] zegt dat ze weet hoe [verdachte] is, dat hij boos gaat blijven. [aangeefster 3] stuurt dat ze daarom beter kunnen praten en dat [verdachte] haar dan een paar schoppen kan geven, omdat het dan weer over is. [verdachte] stuurt dat [aangeefster 3] maar lekker bij haar drol moet blijven. [aangeefster 3] geeft aan dat ze vanmiddag komt, omdat ze het geld nodig heeft. (…) [aangeefster 3] geeft nogmaals aan dat zij gewerkt (gestreden) heeft voor dat geld. Ze stuurt dat hij dat zelf heeft gezien. Ze geeft aan dat hij zo niet met haar om kan gaan. Dat zij ervoor heeft gewerkt. [verdachte] reageert dat [aangeefster 3] vanavond gaat denken dat ze beter naar hem had moeten luisteren. [aangeefster 3] stuurt dat [verdachte] alleen maar op zijn luie kont heeft zitten wachten tot de ‘doekoe’ (geld) binnen kwam. [aangeefster 3] geeft aan dat ze alleen haar geld wil.” [35]
Ter terechtzitting van het hof op 11 augustus 2021 heeft de verdachte verklaard: “Het was de meest voor de hand liggende afspraak van chauffeurs en dames onderling, zo begreep ik van mijn neefje, om de opbrengsten fiftyfifty te verdelen. (…). Sommige dagen reden we naar Amsterdam. (…). Ze (het hof begrijpt: [aangeefster 2] , [aangeefster 1] en [aangeefster 3] ) hebben wel eens bedragen bij me achter gelaten. Ik liet zien waar ik het verstopte. (…). Ze hebben alle drie wel eens bij me geslapen. (…). Met [aangeefster 2] heb ik twee tot drie weken gewerkt. Met [aangeefster 1] ook twee tot drie weken. Met [aangeefster 3] ben ik in 2015 begonnen.” [36]
Door de politie is financieel onderzoek naar verdachte gedaan. Onder meer het volgende is gebleken: “Vastgesteld is dat [verdachte] inkomsten ontving uit een UWV-uitkering en via teruggave van belastingen. Deze inkomsten zijn via bancaire betalingen op de bankrekening [verdachte] ontvangen. Van andere legale inkomsten is niets gebleken. Deze bekende inkomsten van [verdachte] waren onvoldoende om alle feitelijke contante uitgaven te doen die in het onderzoek naar voren zijn gekomen.” [37]
De politie heeft vervolgens verschillende uitgaven van verdachte opgesomd en berekend aan de hand van de in het dossier aanwezige informatie. Verdachte had twee voertuigen op zijn naam staan. [38] Omtrent de kosten die verdachte aan brandstof gemaakt heeft, verbaliseert de politie het volgende: “De gemiddelde dieselprijs in 2017 kostte, aan een onbemande pomp, EUR 1,18. (…). Verbalisant [verbalisant 1] heeft aan de hand van de historische mastgegevens (20180910.1423) uitgerekend wat verdachte in de onderzoeksperiode in ieder geval kwijt is geweest aan brandstof: EUR 5.035,-. Van niet alle maanden in de onderzoeksperiode zijn de historische mastgegevens bekend. Dit in het voordeel van [verdachte] . Uit de bankmutaties blijkt niet dat [verdachte] voor EUR 5.035 getankt heet. Op de bankrekening van [verdachte] zijn deze uitgaven nagenoeg niet aanwezig.” [39]
Vervolgens verbaliseert de politie over allerlei gebleken contante uitgaven van verdachte, te weten onder meer vakanties, boodschappen, eten, verdovende middelen, kleding en schoenen. [40] Over deze hierna nader gespecifieerde uitgaven verbaliseert de politie het volgende: “Deze hierna beschreven uitgaven waren niet zichtbaar op zijn bankrekening. Het is aannemelijk dat deze uitgaven contant zijn voldaan.” [41]
Omtrent de vakanties blijkt uit het onderzoek het volgende. Tijdens de doorzoeking op dinsdag 26 juni 2018 nam de politie het vervallen en het nog geldige paspoort van verdachte in beslag, waarin meerdere in- en uitreisstempels stonden. In de periode van maart 2015 tot en met juni 2018 is verdachte in Marokko, Indonesië en de Filipijnen geweest. [42] De politie verbaliseert hierover: “Door D-Reizen werden op 30 juli 2018 boekingsgegevens verstrekt van een in 2018 door [verdachte] geboekte en contant betaalde reis naar Jakarta, Indonesië. De betaalde reissom van EUR 795,65 was contant door [verdachte] voldaan. Uit onderzoek blijkt [verdachte] op 2 februari op reis is gegaan en dat hij vier maanden later omstreeks 2 mei 2018 weer is terug gekomen in Nederland. Uit zijn paspoort blijkt dat hij onder andere in Indonesië en de Filipijnen is geweest.” [43]
De politie verbaliseert verder over het contant afrekenen van boodschappen. Dat is met name gebaseerd op resultaten van observaties van verdachte in juli en augustus van 2017. De politie observeert in die periode dat verdachte viermaal boodschappen contant afrekent. [44] Over boodschappen verbaliseert de politie eveneens: “Volgens de gegevens van NIBUD is het aannemelijk dat [verdachte] , gezien zijn (legale) inkomsten EUR 270, - uitgaf voor zijn maandelijkse huishoudelijke kosten, waaronder ook zijn boodschappen. Op een enkele betaling na werden deze uitgaven nauwelijks aangetroffen op zijn bankrekening. De
aangetroffen contante opnames en pinbetaling waren hiervoor onvoldoende.” [45]
Omtrent het eten van verdachte baseert de politie zich op de tapgesprekken. In het dossier bevinden zich drie tapgesprekken waarin verdachte telefonisch eten bestelt. Ook bevindt zich in het dossier een tapgesprek waarin de verdachte verklaart dat hij gestopt is voor zichzelf te koken en dat er elke keer een andere kok voor hem kookt; restaurantje hier, restaurantje daar. [46] Hierover heeft de politie geverbaliseerd: “Deze (vermoedelijke) uitgaven heb ik niet aangetroffen op de bankrekening van [verdachte] , [rekeningnummer] . Vermoedelijk zijn deze uitgaven contant voldaan.” [47]
Over de contante uitgaven aan verdovende middelen verbaliseert de politie: “Uit onderzoek blijkt dat verdachte regelmatig wiet gebruikt. De vrouwen die voor hem in de prostitutie werkten verklaarden hierover, maar ook uit de tapgesprekken blijkt dat [verdachte] regelmatig wiet haalde, bestelde of in de coffeeshop gebruikte. Over de tap geeft [verdachte] zelf het volgende aan: “Ik blow misschien honderd (100) euro per week ongeveer. (…). is toch wel vierhonderd (400) per maand.” Uit opgenomen en afgeluisterde telecommunicatie en observaties blijkt verder dat [verdachte] veelvuldig komt in de coffeeshop [coffeshop] aan [adres] te Apeldoorn. [48]
Omtrent kleding en andere gebruiksvoorwerpen zoals schoenen wordt geverbaliseerd: “Ook werden diverse kledingstukken in beslag genomen. Tevens werd er een “grote” hoeveelheid schoenen aangetroffen. Ook werd er een herenjas en een factuur van het merk Parajumper
aangetroffen en in beslag genomen. Volgens de factuur was de aankoopwaarde van deze jas EUR 900,00. In proces-verbaal PL1100- 2017028978-4 werd vastgelegd dat [verdachte] op vrijdag 10 februari 2017 een jas van het merk Para Jumpers droeg. De koop van deze jas was niet zichtbaar op zijn bankrekening. De factuur van deze jas stond op naam van [naam 7] . Het afleveradres betrof het woonadres van [verdachte] . (…). Uit Whatsapp gesprekken blijkt dat getuige [getuige 8] ook bestellingen voor [verdachte] deed. Zo blijkt dat zij voor EUR 822,70 nieuwe Nike schoenen voor [verdachte] heeft besteld en betaald: “
Op 25-11-2016 11:16 uur zegt [naam 8] dat ze het geld heeft kunnen storten en vraagt aan [verdachte] of hij een screenshot van het mandje wil maken omdat deze leeg is. [verdachte] vraagt aan haar of zij opnieuw kan inloggen op [website 2] met “ [e-mail] ” met wachtwoord “ [naam 8] ”. Hij vraagt aan [naam 8] wat het bedrag is wat zij daar heeft en zegt: “275 + 550 = 825 toch”? [verdachte] zegt daarbij dat hij moet kijken welke schoenen hij wil en daarom dat bedrag moet weten. [naam 8] zegt dat ze 825 heeft.” [49]
Uit het dossier blijkt dat verdachte verschillende uitkeringen ontving. Uit een proces-verbaal van bevindingen van het Uitkeringsinstituut Werknemersverzekering (UWV) blijkt het volgende: “Aan verdachte is een WW-uitkering toegekend over de periode van 1 december 2014 tot en met 20 januari 2015 en van 1 april 2015 tot en met 3 februari 2016. Opvolgend is een Ziektewet-uitkering toegekend over de periode van 4 februari 2016 tot en met 24 december 2017. Ten slotte is een WIA-uitkering toegekend vanaf 25 december 2017 tot en met 29 juli 2018. (…). Uit het dossier van verdachte blijkt niet dat een melding is gedaan omtrent werkzaamheden en/of inkomsten gedurende een van de uitkeringen van verdachte.” [50]
Ter terechtzitting van de rechtbank op 1 en 2 juli 2019 heeft verdachte verklaard: “Dat klopt. Alle papieren die het UWV mij met betrekking tot die uitkeringen heeft toegezonden heb ik ontvangen. Ik kan er kort over zijn, ik had mijn inkomsten uit prostitutie moeten opgeven wat ik niet gedaan heb. Dat had er mede mee te maken dat het telkens om korte perioden ging. Ik wist dat ik die inkomsten moest opgeven.” [51]
Overwegingen met betrekking tot de betrouwbaarheid van het bewijs
Vooropgesteld wordt dat getuigenverklaringen in het algemeen en zeker in zaken als de onderhavige behoedzaam en zorgvuldig moeten worden gewogen. Consistentie, accuraatheid en volledigheid spelen hierbij een rol. Alle aangeefsters hebben meerdere verklaringen afgelegd. Het enkele feit dat daarbij verschillen worden aangetroffen, of dat de betreffende aangeefster bepaalde voorvallen niet goed in de tijd plaatst maakt nog niet dat de verklaring in zijn geheel als onbetrouwbaar terzijde moet worden geschoven. Van alle drie de aangeefsters kan worden gezegd dat ze (om verschillende redenen) als kwetsbaar kunnen worden beschouwd. Er is sprake van tijdverloop tussen de verweten gedragingen en het moment van het afleggen van de verklaringen Tegenstrijdigheden kunnen te wijten zijn aan de feilbaarheid van het menselijk geheugen, teweeggebracht door emoties of middelengebruik, dan wel ontstaan door het delict of tijdsverloop. Het gaat om de totale indruk die de verklaringen maken en de wijze waarop zij zijn afgelegd. Daarbij is van belang in hoeverre de betreffende verklaring door andere bewijsmiddelen wordt ondersteund. In hoofdlijnen komen de verklaringen van aangeefsters aangaande het gedrag van verdachte en de werkwijze met elkaar overeen. Ook getuigen die hebben verklaard voor of samen met verdachte soortgelijke werkzaamheden te hebben verricht (maar geen aangifte te willen doen) bevestigen dit beeld.
Zo verklaarde getuige [getuige 8] [52] : Op een gegeven moment vertrouwde ik [verdachte] heel erg. Ik voelde mij best wel speciaal. Hij droeg mij op handen en voeten. Hij is gewoon iemand die heel goed kan praten. Hij heeft goeie mensenkennis en kan goed observeren. Ik noem het een goeie prater. Hoe hij praatte herkende ik wel vanuit de hulpverlening. Omdat hij mij had verteld dat hij een pedagogisch medewerker was vertrouwde ik hem meer. Ik herkende de manier van praten omdat ik zelf in gezinshuizen en groepen heb gezeten. Ik geloofde hem daarom ook. Toen het bij ons fout ging wilde hij de macht over mij. Toen werd hij boos op mij. In het begin zei [verdachte] , we splitten alles. Van al mijn verdiensten kreeg [verdachte] de helft. [verdachte] zei toen tegen mij dat we in de escort verder zouden gaan. En toen reed [verdachte] mij naar klanten. En toen begon het anders tussen ons te worden. Als ik bijvoorbeeld vijf minuten langer bij een klant was dan werd hij boos op mij. Of als ik niet aan een klant had gevraagd om reiskosten dan werd hij ook boos. Hij werd boos dat ik vijf minuten te laat was omdat er weer een andere klant op mij zat te wachten. [verdachte] verdiende bij elke klant 20 euro reisgeld. Hij verdiende dus meer dan ikzelf. [verdachte] zei wel altijd wat vind je belangrijker eten of werk. Dan ging ik toch nog even twee klantjes doen om daarna rustig eten als er geen klanten waren.
Waar het gaat om de hoofdlijnen hebben aangeefsters ook consistent verklaard.
Al met al is het hof van oordeel dat de door de verdediging aangevoerde omstandigheden geen aanleiding geven te twijfelen aan de betrouwbaarheid van de door [aangeefster 2] , [aangeefster 1] en [aangeefster 3] afgelegde verklaringen voor zover deze voor het bewijs worden gebruikt. Ook overigens ziet het hof geen aanleiding te twijfelen aan de betrouwbaarheid van deze verklaringen. Het hof zal deze verklaringen gebruiken voor het bewijs.
Overwegingen met betrekking tot de feiten 1 tot en met 3
Aan de verdachte is onder 1 tot en met 3 ten laste gelegd dat hij zich ten aanzien van [aangeefster 2] , [aangeefster 1] en [aangeefster 3] schuldig heeft gemaakt aan overtreding van artikel 273f lid 1 sub 1, 4, 6 en 9 en lid 3 sub 2 van het Wetboek van Strafrecht. Ten aanzien van [aangeefster 2] is hem eveneens overtreding van artikel 273f lid 1 sub 2 ten laste gelegd van het Wetboek van Strafrecht.
Ten aanzien van sub 4, 6 en 9 geldt dat tot een bewezenverklaring kan worden gekomen als sprake is van gedragingen begaan onder omstandigheden waarbij uitbuiting kan worden verondersteld. Ten aanzien van sub 1 en 2 geldt dat verdachte het oogmerk moet hebben gehad van uitbuiting.
Het in art. 273f, eerste lid, Sr voorkomende bestanddeel ‘(oogmerk van) uitbuiting’ is in de wet niet gedefinieerd, anders dan door de opsomming in het tweede lid van een aantal vormen van uitbuiting, waaronder uitbuiting van een ander in de prostitutie. De vraag of - en zo ja, wanneer - sprake is van 'uitbuiting' in de zin van de onderhavige bepalingen, is niet in algemene termen te beantwoorden, maar is sterk verweven met de omstandigheden van het geval (zie onder meer Hoge Raad 27 oktober 2009, ECLI:NL:HR:2009:BI7099).
Uit de hiervoor uiteen gezette feiten en omstandigheden leidt het hof het volgende af.
Verdachte was op de hoogte van de leeftijd van aangeefsters. Er was in alle drie de gevallen sprake van een fors leeftijdsverschil tussen verdachte en de jongmeerderjarige aangeefsters. Daarbij komt dat verdachte gewerkt heeft in de jeugdhulpverlening en professioneel geschoold was op dit vlak. Elk van de aangeefsters was -om verschillende redenen- als kwetsbaar aan te merken; welke kwetsbaarheid zich onder meer kenmerkte door een laag iq, gebrek aan psychische stabiliteit, en het ontbreken van een sociaal netwerk, woonruimte en/of inkomsten.
Uit de hiervoor opgesomde bewijsmiddelen leidt het hof af dat verdachte wist van die kwetsbaarheid en gebruik heeft gemaakt van zijn overwicht teneinde de aangeefsters te bewegen hun in de prostitutie verdiende geld met hem te delen. Hoewel aangeefsters een 50%-50% verdeling niet eerlijk vonden - en [aangeefster 1] en [aangeefster 3] daarom (tevergeefs) een andere verdeling hadden voorgesteld – had verdachte kennelijk zoveel overwicht dat zij maar akkoord gingen met de door verdachte bepaalde verdeling van het geld. Verdachte heeft aangevoerd dat het wel een eerlijke verdeling was, want hij zorgde voor vervoer en voor de veiligheid als aangeefsters aan het werk waren. Verder betaalde hij alle kosten, regelde de advertentie en zorgde voor het omhoogbellen daarvan. Uit het dossier blijkt echter enkel van een duidelijke afspraak ten aanzien van de verdeling van het verkregen geld: elk 50%. En verder moest verdachte bij elke escortafspraak 20 euro benzinegeld ontvangen, bij voorkeur van de klant, maar anders van de prostituee. Over de overige kosten lijken minder afspraken te zijn gemaakt. De algemene lijn ten aanzien van de kosten van de kamer, de condooms, het eten, beltegoed en dergelijke lijkt te zijn dat deze de ene keer door verdachte en de andere keer door aangeefster werden betaald. Van een structurele betaling van deze kosten door verdachte blijkt niets uit het dossier. Het hof gaat er ten aanzien van deze kosten vanuit dat elk de helft betaalde.
Gelet op de te verrichten werkzaamheden door de aangeefsters enerzijds en verdachte anderzijds kan gesteld worden dat geen sprake was van een eerlijke verdeling. Terwijl aangeefsters het sekswerk verrichtten, deed verdachte niet veel meer dan wachten totdat ze klaar waren en in geval van escort vervoerde hij de aangeefsters. Ook in geval aangeefsters lange tijd bij een klant waren (en verdachte dan dus niet meer hoefde te doen dan beschikbaar zijn) werden de dan hoge inkomsten met verdachte gedeeld. Uit de hierboven genoemde bewijsmiddelen blijkt bijvoorbeeld dat [aangeefster 1] een keer zolang bij een klant was dat zij € 1.500 kreeg. Hiervan ging de helft naar verdachte, terwijl verdachte niet meer zal hebben gedaan dan zorgen dat hij telefonisch bereikbaar was en het halen en brengen van [aangeefster 1]. De enige keer dat één van de aangeefsters een beroep op verdachte deed omdat ze zich bij een klant niet veilig voelde, was verdachte niet beschikbaar om haar op te halen.
Verder verklaren [aangeefster 1] en [aangeefster 3] dat verdachte bij een trio van elk van de dames 50% kreeg, waarmee verdachte dus de helft en beide dames elk een vierde van de opbrengst kregen. Een dergelijke verdeling was duidelijk in het voordeel van verdachte en kan als zeer oneerlijk worden bestempeld. Verdachte hoefde even weinig te doen als in de situatie waarin één van de aangeefsters aan het werk was geweest (namelijk brengen, halen en telefonisch bereikbaar zijn), maar kreeg wel het dubbele van wat aangeefsters kregen.
Verder wordt verklaard over het in bewaring houden van het door [aangeefster 3] en [aangeefster 2] verdiende geld dat vervolgens pas na de nodige moeite van de zijde van aangeefsters door verdachte wordt afgegeven.
Het feit dat sprake is van een oneerlijke verdeling van het geld (in het voordeel van verdachte), het feit dat aangeefsters meer aan verdachte moesten afdragen dan ze wilden en het feit dat aangeefsters door toedoen van verdachte niet steeds konden beschikken over hun afgesproken deel van het geld, wijst reeds op omstandigheden waarbij uitbuiting kan worden verondersteld. Daarbij komt ook nog het volgende.
Aangeefsters verklaren alle drie dat de klanten elkaar zo snel opvolgden dat er geen pauze was en ze dus geen tijd hadden om te eten. Verdachte wilde niet dat de klanten moesten wachten.
Aangeefsters verklaren ook alle drie dat zij in sommige gevallen geen sekswerk wilden verrichten, maar dat ze door verdachte bewogen werden dit toch te doen. [aangeefster 2] heeft verklaard dat ze eigenlijk niet wilde werken tijdens ongesteldheid, maar dat verdachte haar overhaalde het toch te doen en dat ze soms wilde stoppen, maar dat verdachte haar dan weer ‘omhoog belde’ waardoor er toch weer klanten kwamen. Als ze klanten zou weigeren, zou dat problemen opleveren. [aangeefster 1] heeft verklaard dat haar vagina soms pijn deed, maar dat verdachte haar overhaalde toch verder te werken. [aangeefster 2] en [aangeefster 1] hebben verklaard dat ze sommige typen klanten niet wilden, dit ook duidelijk hadden gemaakt aan verdachte, maar dat ze niettemin seks moesten hebben met die klanten. Op het moment dat ze ontdekten dat het een man was met wie ze geen seks wilden, was de situatie zodanig dat ze zich daaraan niet konden onttrekken, bijvoorbeeld omdat ze voor vervoer terug naar huis afhankelijk waren van verdachte. Zo ontmoette [aangeefster 3] een klant die zij niet fris vond, zij wilde geen seks met hem, liep terug naar de auto van verdachte maar werd door verdachte naar de man teruggestuurd waarna zij seks had met die man.
Het hof overweegt dat in bovengenoemde situaties aangeefsters seksuele handelingen hebben verricht met klanten terwijl ze dat niet wilden. Verdachte heeft in die situaties aangeefsters bewogen toch het sekswerk te doen, zodat hij de helft (of meer) zou ontvangen van de verdiensten.
Uit het bovenstaande volgt dat aangeefsters door toedoen van verdachte geen invloed hadden op verdeling van het geld, verdachte (veel) meer kreeg dan zijn inspanningen rechtvaardigden, aangeefsters zelf niet altijd konden beschikken over hun deel van het geld, aangeefsters achter elkaar klanten moesten afwerken, zodat er geen tijd was om te eten en zij soms klanten moesten accepteren die zij niet wilden.
Gelet op die omstandigheden was sprake van (oogmerk van) uitbuiting. Daaraan doet niet af dat aangeefsters in beginsel wel bereid waren prostitutiewerkzaamheden te verrichten.
Het hof is gelet op de hiervoor benoemde feiten en omstandigheden aldus van oordeel dat sprake is geweest van (oogmerk van) uitbuiting van [aangeefster 2] , [aangeefster 1] en [aangeefster 3] en dat verdachte hen met de middelen misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en misbruik van een kwetsbare positie heeft vervoerd, opgenomen, gehuisvest en/of overgebracht met het oogmerk van uitbuiting. Hij heeft eveneens met dezelfde middelen hen bewogen tot het verrichten van prostitutiewerkzaamheden, dan wel enige handeling ondernomen waarvan hij wist dat zij zich daardoor beschikbaar zouden stellen tot het verrichten van die prostitutiewerkzaamheden.
Alles overwegende is het hof van oordeel dat ten aanzien van de feiten 1, 2 en 3 telkens sprake is van mensenhandel als bedoeld in artikel 273f, eerste lid, sub 1 en sub 4 Sr. Ook acht het hof financiële uitbuiting bewezen. Een situatie waarin een prostituee (als gevolg van misbruik van een kwetsbare positie en/of overwicht van de verdachte) slechts een beperkt deel van haar verdiensten mag behouden, levert in de regel financiële uitbuiting op, zoals strafbaar is gesteld in artikel 273f, eerste lid, sub 9 Sr. Verdachte heeft tevens voordeel getrokken uit die seksuele en financiële uitbuiting (artikel 273f, eerste lid, sub 6 Sr).
Het hof acht niet bewezen dat verdachte [aangeefster 2] - voordat [aangeefster 2] 18 jaar oud was - heeft geworven voor het prostitutiewerk, zodat het hof verdachte zal vrijspreken van het onder 1 tenlastegelegde voor zover dat ziet op sub 2.
Overwegingen met betrekking tot de feiten 4 en 5
De verdediging heeft vrijspraak bepleit ten aanzien van het onder 4 tenlastegelegde. Samengevat is de verdediging van mening dat de kasopstelling, waarmee de politie berekende dat verdachte geld heeft witgewassen niet klopt. De bedragen die voor de berekening worden gebruikt kloppen niet. Verdachte heeft een verklaring gegeven voor de grotere uitgaven. In elk geval was verdachte in 2014 nog niet bij prostitutie betrokken.
Het hof komt tot bewezenverklaring van mensenhandel, de feiten 1, 2 en 3. Het hof komt ook tot de conclusie dat verdachte met dit strafbaar handelen bedragen aan contant geld heeft verkregen. Met dit geld heeft verdachte deels in zijn levensonderhoud voorzien en goederen/diensten aangeschaft, reizen gemaakt en benzine betaald. Ook dit feit acht het hof bewezen.
Feit 5 heeft verdachte wederom ter zitting van het hof erkend. Ook dit feit acht het hof wettig en overtuigend bewezen.

Bewezenverklaring

Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel -ook in onderdelen- slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1, 2, 3, 4 en 5 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
1.
hij op tijdstippen in de periode van 14 maart 2016 tot en met medio april 2016 in Nederland, een ander, te weten [aangeefster 2] , geboren [geboortedag 2] 1998,
(sub 1)
telkens door misbruik uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie, heeft vervoerd en/of overgebracht en/of gehuisvest en/of opgenomen, telkens met het oogmerk van uitbuiting van die [aangeefster 2] en
(sub 4)
telkens met een of meerdere van de onder sub 1 genoemde middelen, te weten door misbruik vanuit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie die [aangeefster 2] heeft bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (bestaande uit seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling) dan wel onder de onder sub 1 genoemde omstandigheden, te weten door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie, enige handeling heeft ondernomen waarvan hij wist dat die [aangeefster 2] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van die arbeid of diensten (bestaande uit seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling) en
(sub 6)
telkens opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de seksuele uitbuiting van [aangeefster 2] en
(sub 9)
telkens met een of meerdere van de onder sub 1 genoemde middelen, te weten door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie, die [aangeefster 2] heeft bewogen hem te bevoordelen uit de opbrengst van haar seksuele handelingen met of voor een derde,
immers heeft verdachte
- het door [aangeefster 2] in de prostitutie verdiende geld (geheel of gedeeltelijk) ingenomen,
waarbij verdachte
- seksueel/erotisch getinte foto’s heeft gemaakt van die [aangeefster 2] en
- een seksadvertentie heeft gemaakt van die [aangeefster 2] onder de werknaam [werknaam] en die seksadvertentie op een sekssite heeft geplaatst en
- bepaalde wanneer [aangeefster 2] de tijd kreeg om te eten en/of (even) rust te nemen en;
- de seksadvertenties van [aangeefster 2] omhoog heeft gebeld en
- een kamer heeft gearrangeerd in een flat in Rotterdam waar [aangeefster 2] klanten kon ontvangen en
- [aangeefster 2] telkens naar haar werkplek in Rotterdam heeft gebracht en
- die [aangeefster 2] , ook als zij ongesteld was, als prostituee heeft laten (door)werken,
terwijl verdachte een feitelijk overwicht had op en/of misbruik maakte van de kwetsbare positie van [aangeefster 2] omdat verdachte:
- toen 30 jaar oud was en [aangeefster 2] toen net 18 jaar oud was en
- een verleden heeft van groepsleider in een jeugdinrichting en [aangeefster 2] een meisje is met een internaatverleden en
- dominant gedrag kon vertonen en
- het door [aangeefster 2] met/in de prostitutie verdiende geld geheel of gedeeltelijk aan hem, verdachte (onder het mom van sparen) heeft doen afstaan;
door welke feiten en omstandigheden voor die [aangeefster 2] een afhankelijkheidssituatie is ontstaan en/of in stand gehouden, ten gevolge waarvan zij geen weerstand heeft kunnen bieden aan verdachte
(lid 3 sub 2)
terwijl die [aangeefster 2] voornoemd een kwetsbare persoon in een kwetsbare positie was omdat die [aangeefster 2]
- een laagbegaafd meisje is met een internaatverleden en
- geen sociaal netwerk/vangnet had en
- niet beschikte over een eigen inkomen en
- niet beschikte over een eigen woning.
2.
hij op tijdstippen in de periode van 21 april 2017 tot en met 27 juni 2017 in Nederland een ander, te weten [aangeefster 1] , geboren op [geboortedag 3] 1996;
(sub 1)
telkens door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie, heeft vervoerd en opgenomen, telkens met het oogmerk van uitbuiting van die [aangeefster 1] , en
(sub 4)
telkens met een of meerdere van de onder sub 1 genoemde middelen, te weten door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie, die [aangeefster 1] heeft bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (bestaande uit seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling) dan wel onder de onder sub 1 genoemde omstandigheden, te weten door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie, enige handeling heeft ondernomen waarvan hij wist dat die [aangeefster 1] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van die arbeid of diensten (bestaande uit seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling) en
(sub 6)
telkens opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de seksuele uitbuiting van [aangeefster 1] en
(sub 9)
telkens met een of meerdere van de onder sub 1 genoemde middelen, te weten door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie, die [aangeefster 1] heeft bewogen hem te bevoordelen uit de opbrengst van haar seksuele handelingen met of voor een derde,
immers heeft verdachte
- het door [aangeefster 1] in de prostitutie verdiende geld (geheel en/of gedeeltelijk) ingenomen,
waarbij verdachte
- een profiel en/of account op een sekssite heeft aangemaakt en
- een seksadvertentie heeft gemaakt van die [aangeefster 1] en die seksadvertentie op een sekssite heeft geplaatst en
- de seksadvertenties van [aangeefster 1] omhoog heeft gebeld en
- [aangeefster 1] met de auto naar prostitutieklanten heeft gebracht en na haar prostitutiewerkzaamheden weer heeft opgehaald (escortservice) en
- bepaalde welke bedragen zij moest vragen voor haar werkzaamheden en
- bepaalde wanneer [aangeefster 1] de tijd kreeg om te eten en/of (even) rust te nemen
terwijl verdachte een feitelijk overwicht had op en/of misbruik maakte van de kwetsbare positie van die [aangeefster 1] omdat
- [aangeefster 1] een meisje is met een verleden van emotioneel geweld en;
- verdachte dominant gedrag vertoonde en
- verdachte met haar gevoel speelde en haar bespeelde.,
door welke feiten en omstandigheden voor die [aangeefster 1] een afhankelijkheidssituatie is ontstaan;
(lid 3 sub 2)
terwijl die [aangeefster 1] een kwetsbare persoon in een kwetsbare positie was, omdat die [aangeefster 1]
- een eenzaam beschadigd meisje was met een verleden van huiselijk geweld, emotionele mishandeling en vrijheidsbeperkingen wat heeft geleid tot minderwaardigheidsgevoelens en het wegvallen van haar “oude” sociaal netwerk/vangnet omdat zij was gebroken met haar familie.
3.
hij op tijdstippen in de periode van maart 2015 tot en met maart 2018 in Nederland een ander, te weten [aangeefster 3] , geboren [geboortedag 4] 1996,
(sub 1)
telkens door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie, heeft vervoerd en/of opgenomen, telkens met het oogmerk van uitbuiting van die [aangeefster 3] , en
(sub 4)
telkens met een of meerdere van de onder sub 1 genoemde middelen, te weten door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie, die [aangeefster 3] heeft bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (bestaande uit seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling) dan wel onder de onder sub 1 genoemde omstandigheden, te weten door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie, enige handeling heeft ondernomen waarvan hij wist dat die [aangeefster 3] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van die arbeid of diensten (bestaande uit seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling) en
(sub 6)
telkens opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de seksuele uitbuiting van [aangeefster 3] en/of
(sub 9)
telkens met een of meerdere van de onder sub 1 genoemde middelen, te weten door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie, die [aangeefster 3] heeft bewogen hem te bevoordelen uit de opbrengst van haar seksuele handelingen met of voor een derde,
immers heeft verdachte
- het door [aangeefster 3] in de prostitutie verdiende geld (geheel of gedeeltelijk) ingenomen;
waarbij verdachte
- een profiel en/of account op een sekssite heeft aangemaakt en;
- een seksadvertentie heeft gemaakt van die [aangeefster 3] en die seksadvertentie op een sekssite heeft geplaatst en;
- de seksadvertenties van [aangeefster 3] omhoog heeft gebeld en;
- [aangeefster 3] telkens naar haar werkplek heeft vervoerd en;
- bepaalde wanneer [aangeefster 3] de tijd kreeg om te eten en/of (even) rust te nemen;
terwijl verdachte een feitelijk overwicht had op en/of misbruik maakte van de kwetsbare positie van die [aangeefster 3] omdat verdachte
- toen 30 jaar oud was en [aangeefster 3] toen 19 jaar oud was en
- dominant gedrag kon vertonen en
- het account van [aangeefster 3] in beheer had waarvan hij haar het wachtwoord niet wilde geven en
- die [aangeefster 3] onderweg uit de auto heeft gezet omdat zij niet deed wat hij opdroeg en
- ( het) door [aangeefster 3] met/in de prostitutie verdiende geld geheel of gedeeltelijk in zijn bezit had;
door welke feiten en omstandigheden voor die [aangeefster 3] een afhankelijkheidssituatie is ontstaan
4.
hij op tijdstippen in de periode van 1 maart 2015 tot en met 26 juni 2018 in Nederland, van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, immers heeft hij, verdachte, geldbedragen, verworven en (telkens) omgezet en/of daarvan gebruik gemaakt, door deze bedragen te besteden aan en/of om te zetten in boodschappen en/of eten en/of kleding en/of (buitenlandse) reizen en/of benzine en/of verdovende middelen en/ /of andere gebruiksvoorwerpen, terwijl hij wist dat die geldbedragen onmiddellijk of middellijk geheel afkomstig waren uit misdrijven.
5.
hij op tijdstippen in de periode van 1 maart 2015 tot en met 29 juli 2018 in Nederland, in strijd met een hem bij of krachtens wettelijk voorschrift opgelegde verplichting, te weten artikel 25 Werkeloosheidswet (WW) en/of artikel 49 Ziektewet (ZW) en/of artikel 27 Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA), telkens opzettelijk heeft nagelaten tijdig de benodigde gegevens aan het Uitkeringsinstituut Werknemersverzekering (UWV) te verstrekken, en dit feit kon strekken tot bevoordeling van zichzelf, terwijl hij, verdachte, wist dat die gegevens van belang waren voor de vaststelling van verdachtes recht op een verstrekking of tegemoetkoming, te weten de WW en/of de ZW en/of de WIA, dan wel voor de hoogte of de duur van die verstrekking of tegemoetkoming, door ontvangen inkomsten uit prostitutie te verzwijgen.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het onder 1 en 2 bewezenverklaarde levert op:
mensenhandel, terwijl de persoon ten aanzien van wie de in artikel 273f, eerste lid onder 1°, 4°, 6° en 9° van het Wetboek van Strafrecht omschreven feiten worden gepleegd, een persoon is bij wie misbruik van een kwetsbare positie wordt gemaakt.
meermalen gepleegd.
Het onder 3 bewezenverklaarde levert op:
mensenhandel. meermalen gepleegd.
Het onder 4 bewezenverklaarde levert op:
van het plegen van witwassen een gewoonte maken.
Het onder 5 bewezenverklaarde levert op:
in strijd met een hem bij of krachtens wettelijk voorschrift opgelegde verplichting, opzettelijk nalaten tijdig de benodigde gegevens te verstrekken, terwijl het feit kan strekken tot bevoordeling van zichzelf, en terwijl hij weet dat de gegevens van belang zijn voor de vaststelling van zijn recht op die verstrekking of tegemoetkoming dan wel voor de hoogte of de duur van een dergelijke verstrekking of tegemoetkoming.

Strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.

Oplegging van straf

Naar het oordeel van het hof is de hierna te melden strafoplegging in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken. Bij het bepalen van de straf voor mensenhandel gaat het hof uit van de strafdoeleinden, te weten de vergelding, speciale en generale preventie. In verband met die strafdoeleinden acht het hof voor strafoplegging in mensenhandel in het algemeen de volgende omstandigheden van belang:
- de mate waarin inbreuk is gemaakt op de autonomie van het slachtoffer;
- de periode waarin sprake is geweest van uitbuiting;
- het aantal slachtoffers dat is uitgebuit;
- de omstandigheid dat sprake is van een georganiseerd verband;
- de wijze (zoals de mate van geweld) waarop het slachtoffer is gedwongen/bewogen de prostitutiewerkzaamheden te doen;
- de leeftijd en/of kwetsbaarheid van het slachtoffer;
- het aantal dagen per week en het aantal uren per dag waarop er gewerkt moest worden;
- de werkzaamheden die verricht moesten worden;
- de werkomstandigheden (werken op straat of binnen, werken tijdens ziekte en zwangerschap, zonder condoom);
- de hoeveelheid geld die werd afgedragen;
- het percentage van de verdiensten dat moest worden afgedragen;
- overige omstandigheden zoals gedwongen abortus, tatoeages en borstvergrotingen;
- de rol van verdachte met betrekking tot die uitbuiting (vervulde hij een kernrol of was hij ‘slechts’ faciliterend);
- de houding van de verdachte (heeft hij inzicht getoond in het kwalijke van zijn gedrag);
- relevante recidive.
Mensenhandel is een ernstig strafbaar feit. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan uitbuiting van een drietal jonge, kwetsbare vrouwen. [aangeefster 2] werkte tegen haar zin ook tijdens haar ongesteldheid. Alle drie de aangeefsters hadden wel eens door toedoen van verdachte tegen hun zin in seks met (bepaalde) klanten en er was sprake van een onevenredige verdeling van het geld in het voordeel van verdachte, terwijl aangeefsters het niet eens waren met die verdeling. Ook volgden klanten elkaar zo snel op dat aangeefsters onvoldoende gelegenheid hadden om te eten. Verdachte heeft de lichamelijke en geestelijke integriteit van zijn slachtoffers ondergeschikt gemaakt aan zijn financiële belangen. Het is een feit van algemene bekendheid dat slachtoffers van dergelijk handelen gedurende lange tijd de psychische gevolgen hiervan (kunnen) ondervinden. Het hof houdt er anderzijds rekening mee dat aangeefsters in beginsel kozen voor of akkoord waren met het sekswerk als bron van inkomsten en zij (vaak) ongeveer 50% van de inkomsten mochten behouden, hetgeen meer is dan in veel andere mensenhandelzaken het geval is. Ten aanzien van [aangeefster 2] en [aangeefster 1] betrof het korte periodes van uitbuiting en in het geval van [aangeefster 3] werkte zij niet de gehele periode in de prostitutie Hoewel verdachte psychische druk heeft uitgeoefend, heeft hij geen geweld uitgeoefend.
Verdachte heeft zich ook schuldig gemaakt aan het witwassen van het geld dat hij middels de uitbuiting verdiende. Door zijn zwart verdiende inkomsten niet op te geven bij het UWV, heeft hij eveneens zijn inlichtingenplicht geschonden. Verdachte heeft hierdoor ten onrechte een uitkering ontvangen en misbruik gemaakt van gemeenschapsgeld. Het hof neemt deze feiten ook in aanmerking bij de oplegging van de straf.
Het hof heeft gelet op straffen die ter zake van mensenhandel plegen te worden opgelegd, hetgeen recent zijn weerslag heeft gevonden in de oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS). Het hof heeft daarnaast acht geslagen op het de verdachte betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie van 6 juli 2021. Hieruit blijkt dat verdachte eerder meerdere malen onherroepelijk is veroordeeld wegens het plegen van (andere) strafbare feiten.
Gezien de ernst van de bewezen verklaarde feiten acht het hof in beginsel een gevangenisstraf voor de duur van twintig maanden, waarvan 5 maanden voorwaardelijk, op zijn plaats. Gelet op de overschrijding van de redelijke termijn in hoger beroep en het feit dat sprake is van oude feiten, zal het hof dit verlagen tot een gevangenisstraf van 20 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht. De voorwaardelijke gevangenisstraf dient tevens als substantiële stok achter de deur om verdachte ervan te weerhouden wederom strafbare feiten te plegen.

Vorderingen van de benadeelde partijen

Vorderingen [aangeefster 2] en [aangeefster 3]
Ter zitting van het hof heeft de advocaat-generaal gevorderd dat hoewel de benadeelde partijen [aangeefster 2] en [aangeefster 3] hun vorderingen in hoger beroep niet gehandhaafd hebben, het hof ten aanzien van hen de schadevergoedingsmaatregel zal opleggen.
Het hof overweegt hierover het volgende. Niet is gebleken dat [aangeefster 2] en [aangeefster 3] niet in de gelegenheid zijn geweest hun vordering te handhaven. Om hen moverende redenen hebben zij evenwel besloten dat niet te doen. Nu zij niet meer kenbaar hebben gemaakt prijs te stellen op een schadevergoeding, zal het hof, anders dan door de advocaat-generaal is gevorderd, ten aanzien van hen niet de schadevergoedingsmaatregel opleggen.
Vordering [aangeefster 1]
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 19.950,00, waarvan € 6.900,00 materieel en € 10.350,00 immaterieel. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep niet-ontvankelijk verklaard. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van haar oorspronkelijke vordering.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is het hof voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 2 bewezenverklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden. Met betrekking tot de immateriële schade overweegt het hof dat, hoewel de vordering summier en weinig specifiek is onderbouwd, het op grond van het dossier evident is dat de geestelijke en lichamelijke integriteit van [aangeefster 1] vanwege de bewezenverklaarde uitbuiting is aangetast in die gevallen waarin zij tegen haar zin seks moest hebben met een klant, hetgeen (voor zover het hof bekend) meestal niet het geval was Het hof acht een bedrag van € 1.000,- aan immateriële schadevergoeding om die reden redelijk en billijk.
Met betrekking tot de gevorderde materiële schade overweegt het hof dat ook deze vordering summier is onderbouwd en evenmin is aangepast naar aanleiding van de wijziging tenlastelegging, waarin de tenlastegelegde periode van de mensenhanden ten aanzien van [aangeefster 1] is verkort. Wel is het hof van oordeel dat vast is komen te staan dat [aangeefster 1] teveel van haar inkomen aan verdachte heeft afgestaan. Gebruikmakend van zijn schattingsbevoegdheid ex artikel 6:97 van het Burgerlijk Wetboek, acht het hof toewijzing van een bedrag van € 4.500,-aan materiele schade billijk.
Al met al is verdachte is tot vergoeding van de schade gehouden, zodat de vordering tot een bedrag van in totaal € 5.500,00 zal worden toegewezen. Voor het overige is uit het onderzoek ter terechtzitting onvoldoende gebleken dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden. Verdachte is in zoverre niet tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering voor het overige zal worden afgewezen.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36f, 57, 227b, 273f en 420ter van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3, 4 en 5 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1, 2, 3, 4 en 5 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
20 (twintig) maanden.
Bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot
6 (zes) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.

Vordering van de benadeelde partij [aangeefster 1]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [aangeefster 1] ter zake van het onder 2 bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 5.500,00 (vijfduizend vijfhonderd euro) bestaande uit € 4.500,00 (vierduizend vijfhonderd euro) materiële schade en € 1.000,00 (duizend euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Wijst de vordering van de benadeelde partij tot schadevergoeding voor het overige af.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [aangeefster 1] , ter zake van het onder 2 bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 5.500,00 (vijfduizend vijfhonderd euro) bestaande uit € 4.500,00 (vierduizend vijfhonderd euro) materiële schade en € 1.000,00 (duizend euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 62 (tweeënzestig) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de materiële en de immateriële schade op 27 juni 2017.
Aldus gewezen door
mr. J.D. den Hartog, voorzitter,
mr. M.C. Fuhler en mr. M.L. Plas, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. D. de Jong, griffier,
en op 15 september 2021 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Proces-verbaal van het in dezelfde zaak voorgevallene ter openbare terechtzitting van het
gerechtshof van 15 september 202 l .
Tegenwoordig:
mr. J.D. den Hartog, voorzitter,
en, mr. C.J.C. Essen, griffier.
Het openbaar ministerie wordt vertegenwoordigd door mr. C.C.M. Poland, advocaat-generaal.
De voorzitter doet de zaak uitroepen.
De verdachte is niet in de zaal van de terechtzitting aanwezig.
De voorzitter verklaart het onderzoek gesloten en deelt mede, dat volgens de beslissing van het gerechtshof de uitspraak zal plaatsvinden ter terechtzitting van heden.
De voorzitter spreekt het arrest uit.
De voorzitter deelt mede dat tegen het arrest binnen 14 dagen na heden beroep in cassatie kan worden ingesteld.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal, dat door de voorzitter en de griffier is
en ondertekend.

Voetnoten

1.In de hierna in de voetnoten vermelde bewijsmiddelen wordt telkens verwezen naar de bijlagen van het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van politie, genummerd 2081106.1935 (onderzoek ONCC1603 ZILLER), gesloten en getekend op 8 november 2018 door [verbalisant 2] , verbalisant bij Eenheid Oost-Nederland, Dienst Regionale Recherche, tenzij anders vermeld. Het betreft telkens een zakelijke weergave.
2.Proces-verbaal informatief gesprek d.d. 3 mei 2017 (als bijlage op pagina 161 e.v. van voornoemd proces-verbaal) inhoudende de verklaring van [aangeefster 2] .
3.Proces-verbaal van verhoor aangeefster d.d. 15 augustus 2017 (als bijlage op pagina 164 e.v. van voornoemd proces-verbaal) inhoudende de verklaring van [aangeefster 2] .
4.Proces-verbaal van verhoor aangeefster d.d. 17 augustus 2017 (als bijlage op pagina 175 e.v. van voornoemd proces-verbaal) inhoudende de verklaring van [aangeefster 2] .
5.Het proces-verbaal van verhoor van getuigen d.d. 20 december 2018, opgemaakt door de rechter-commissaris strafzaken in de rechtbank Gelderland, inhoudende de verklaring van [aangeefster 2] .
6.Het proces-verbaal van verhoor van getuigen d.d. 18 januari 2019, opgemaakt door de rechter-commissaris strafzaken in de rechtbank Gelderland, inhoudende de verklaring van [aangeefster 2] .
7.Proces-verbaal van bevindingen naar aanleiding van telefonisch contact [moeder aangeefster 2] d.d. 14 maart 2017, (als bijlage op pagina 70 e.v. van voornoemd proces-verbaal) inhoudende de bevindingen van verbalisant [verbalisant 3] .
8.Proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 5 juni 2018 (als bijlage op pagina 195 e.v. van voornoemd proces-verbaal) inhoudende de verklaring van [gezinscoach] .
9.Proces-verbaal van bevindingen verstrekte gegevens Hoenderloogroep Pluryn d.d. 18 juni 2018 (als bijlage op pagina 194 van voornoemd proces-verbaal), inhoudende de bevindingen van verbalisant [verbalisant 4] .
10.Proces-verbaal aanvraag vordering verstrekking historische gegevens d.d. 10 juli 2018 (als bijlage op pagina 3067 e.v. van voornoemd proces-verbaal).
11.Proces-verbaal van bevindingen gesprek Directie Hoenderloogroep Pluryn, d.d. 6 juli 2018 (als bijlage op pagina 192 e.v. van voornoemd proces-verbaal) inhoudende de verklaring van verbalisanten [verbalisant 4] en [verbalisant 5] , beiden inspecteur van politie.
12.Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 27 juni 2018 (als bijlage op pagina 2579 e.v. van voornoemd proces-verbaal) inhoudende de verklaring van verdachte.
13.Proces-verbaal letterlijke weergave 5e verhoor verdachte d.d. 15 oktober 2018 (als bijlage op pagina 2630 e.v. van voornoemd proces-verbaal) inhoudende de verklaring van verdachte.
14.Proces-verbaal van bevindingen WhatsApp contact, d.d. 11 juli 2018 (als bijlage op pagina 214 e.v. van voornoemd proces-verbaal) inhoudende de bevindingen van verbalisant [verbalisant 6] .
15.Proces-verbaal van verhoor aangeefster d.d. 5 september 2018 (als bijlage op pagina 504 e.v. van voornoemd proces-verbaal) inhoudende de verklaring van [aangeefster 3] .
16.Proces-verbaal informatief gesprek d.d. 30 augustus 2017 (als bijlage op pagina 244 e.v. van voornoemd proces-verbaal) inhoudende de verklaring van [aangeefster 1] en eveneens haar persoonsgegevens.
17.Proces-verbaal informatief gesprek d.d. 30 augustus 2017 (als bijlage op pagina 244 e.v. van voornoemd proces-verbaal) inhoudende de verklaring van [aangeefster 1] .
18.Proces-verbaal van verhoor aangeefster d.d. 19 september 2017 (als bijlage op pagina 248 e.v. van voornoemd proces-verbaal) inhoudende de verklaring van [aangeefster 1] .
19.Proces-verbaal van verhoor aangeefster d.d. 21 september 2017 (als bijlage op pagina 257 e.v. van voornoemd proces-verbaal) inhoudende de verklaring van [aangeefster 1] .
20.Proces-verbaal van verhoor aangeefster d.d. 22 september 2017 (als bijlage op pagina 273 e.v. van voornoemd proces-verbaal) inhoudende de verklaring van [aangeefster 1] .
21.Het proces-verbaal van verhoor van getuigen d.d. 20 december 2018, opgemaakt door de rechter-commissaris strafzaken in de rechtbank Gelderland, inhoudende de verklaring van [aangeefster 1] .
22.Het proces-verbaal van verhoor van getuigen d.d. 20 december 2018, opgemaakt door de rechter-commissaris strafzaken in de rechtbank Gelderland, inhoudende de verklaring van [aangeefster 1] .
23.Het proces-verbaal van verhoor van getuigen d.d. 7 januari 2019, opgemaakt door de rechter-commissaris strafzaken in de rechtbank Gelderland, inhoudende de verklaring van [aangeefster 1] .
24.Het proces-verbaal van verhoor van getuigen d.d. 7 januari 2019, opgemaakt door de rechter-commissaris strafzaken in de rechtbank Gelderland, inhoudende de verklaring van [aangeefster 1] .
25.Het proces-verbaal van verhoor van getuigen d.d. 3 december 2018, opgemaakt door de rechter-commissaris strafzaken in de rechtbank Gelderland, inhoudende de verklaring van [aangeefster 3] .
26.Proces-verbaal van bevindingen WhatsApp contact, d.d. 8 augustus 2018 (als bijlage op pagina 310 e.v. van voornoemd proces-verbaal) inhoudende de bevindingen van verbalisant [verbalisant 6] .
27.Proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 23 oktober 2018 (als bijlage op pagina 306 e.v. van voornoemd proces-verbaal) inhoudende de verklaring van [getuige 6] .
28.De verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van het hof d.d. 11 augustus 2021.
29.De verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van het hof d.d. 11 augustus 2021.
30.Proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 12 juli 2018 (als bijlage op pagina 487 e.v. van voornoemd proces-verbaal) inhoudende de verklaring van [aangeefster 3] en eveneens haar persoonsgegevens.
31.Proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 12 juli 2018 (als bijlage op pagina 487 e.v. van voornoemd proces-verbaal) inhoudende de verklaring van [aangeefster 3] .
32.Proces-verbaal van verhoor aangeefster d.d. 5 september 2018 (als bijlage op pagina 504 e.v. van voornoemd proces-verbaal) inhoudende de verklaring van [aangeefster 3] .
33.Het proces-verbaal van verhoor van getuigen d.d. 3 december 2018, opgemaakt door de rechter-commissaris strafzaken in de rechtbank Gelderland, inhoudende de verklaring van [aangeefster 3] .
34.Proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 9 oktober 2018 (als bijlage op pagina 2169 e.v. van voornoemd proces-verbaal) inhoudende de verklaring van [getuige 7] .
35.Proces-verbaal van bevindingen WhatsApp contact, d.d. 13 juli 2018 (als bijlage op pagina 581 e.v. van voornoemd proces-verbaal) inhoudende de bevindingen van verbalisant [verbalisant 6] .
36.De verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van het hof d.d. 11 augustus 2021.
37.Proces-verbaal bevindingen witwassen/ leefstijl [verdachte] d.d. 6 november 2018 (als bijlage op pagina 632 van voornoemd proces-verbaal) inhoudende de bevindingen van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 7] .
38.Proces-verbaal bevindingen witwassen/ leefstijl [verdachte] d.d. 6 november 2018 (als bijlage op pagina 635 van voornoemd proces-verbaal) inhoudende de bevindingen van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 7] .
39.Proces-verbaal bevindingen witwassen/ leefstijl [verdachte] d.d. 6 november 2018 (als bijlage op pagina 635 van voornoemd proces-verbaal) inhoudende de bevindingen van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 7] .
40.Proces-verbaal bevindingen witwassen/ leefstijl [verdachte] d.d. 6 november 2018 (als bijlage op pagina 636 e.v. van voornoemd proces-verbaal) inhoudende de bevindingen van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 7] .
41.Proces-verbaal bevindingen witwassen/ leefstijl [verdachte] d.d. 6 november 2018 (als bijlage op pagina 636 van voornoemd proces-verbaal) inhoudende de bevindingen van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 7] .
42.Proces-verbaal bevindingen witwassen/ leefstijl [verdachte] d.d. 6 november 2018 (als bijlage op pagina 635 van voornoemd proces-verbaal) inhoudende de bevindingen van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 7] .
43.Proces-verbaal bevindingen witwassen/ leefstijl [verdachte] d.d. 6 november 2018 (als bijlage op pagina 636 en 637 van voornoemd proces-verbaal) inhoudende de bevindingen van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 7] .
44.Proces-verbaal bevindingen witwassen/ leefstijl [verdachte] d.d. 6 november 2018 (als bijlage op pagina 638 van voornoemd proces-verbaal) inhoudende de bevindingen van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 7] .
45.Proces-verbaal bevindingen witwassen/ leefstijl [verdachte] d.d. 6 november 2018 (als bijlage op pagina 634 van voornoemd proces-verbaal) inhoudende de bevindingen van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 7] .
46.Proces-verbaal bevindingen witwassen/ leefstijl [verdachte] d.d. 6 november 2018 (als bijlage op pagina 638 van voornoemd proces-verbaal) inhoudende de bevindingen van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 7] .
47.Proces-verbaal bevindingen witwassen/ leefstijl [verdachte] d.d. 6 november 2018 (als bijlage op pagina 638 van voornoemd proces-verbaal) inhoudende de bevindingen van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 7] .
48.Proces-verbaal bevindingen witwassen/ leefstijl [verdachte] d.d. 6 november 2018 (als bijlage op pagina 639 van voornoemd proces-verbaal) inhoudende de bevindingen van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 7] .
49.Proces-verbaal bevindingen witwassen/ leefstijl [verdachte] d.d. 6 november 2018 (als bijlage op pagina 640 van voornoemd proces-verbaal) inhoudende de bevindingen van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 7] .
50.Proces-verbaal bevindingen d.d. 5 september 2018 (als bijlage op pagina 933 van voornoemd proces-verbaal) inhoudende de bevindingen van [themaonderzoeker] , themaonderzoeker in dienst bij het UWV, tevens buitengewoon opsporingsambtenaar.
51.Het proces-verbaal ter terechtzitting d.d. 1 en 2 juli 2019 van de meervoudige kamer in de rechtbank Gelderland, voor zover inhoudende de verklaring van verdachte.
52.Proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 9 augustus 2018 (opgenomen op pagina 1193 van voornoemd proces-verbaal), opgemaakt door verbalisanten [verbalisant 8] en [verbalisant 9] .