ECLI:NL:GHARL:2021:8493
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toetsingskader bij vaststellen vaderschap volgens artikel 1:207 BW
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 31 augustus 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de vaststelling van het vaderschap van de man, verzoeker in deze procedure. De man had eerder een verzoek ingediend bij de rechtbank Overijssel, dat op 26 mei 2020 was afgewezen. Het hof heeft in zijn eerdere beschikking van 4 maart 2021 de erkenning van de man door [naam1] vernietigd en de moeder, [zoon1] en [zoon2] de gelegenheid gegeven om te reageren op de verzoeken van de man. Tijdens de mondelinge behandeling op 22 juli 2021 zijn alle betrokken partijen verschenen, waaronder de man en zijn advocaat, alsook de zonen van de erflater en de moeder via een beeldbelverbinding.
Het hof heeft vastgesteld dat [erflater], geboren in [plaats1] in 1944 en overleden in [plaats2] in 2019, de biologische vader van de man is. De juridische vaststelling van het vaderschap is gedaan op basis van artikel 1:207 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek, dat bepaalt dat het ouderschap kan worden vastgesteld op verzoek van de moeder of het kind. Het hof heeft geoordeeld dat er geen juridische bezwaren zijn tegen de vaststelling van het vaderschap, ondanks de emotionele bezwaren van [zoon1] en [zoon2].
De man heeft verklaard dat hij de geslachtsnaam van zijn vader, [achternaam erflater], zal aannemen. Het hof heeft de verzoeken van de man toegewezen en vastgesteld dat [erflater] de juridische vader is van de man, en dat de man de geslachtsnaam van zijn vader zal dragen. Het hof heeft het meer of anders verzochte afgewezen, en de beschikking is uitgesproken in het openbaar.