Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
verdachte in of omstreeks de periode van 1 juni 2017 tot en met 19 februari 2018, te [plaats] , (althans) in de gemeente [gemeente] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een pand aan [adres] , aldaar,) een hoeveelheid of hoeveelheden hennep en/of een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval (telkens) een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II;
verdachte op of omstreeks 7 maart 2018, te [plaats] , (althans) in de gemeente [gemeente] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 2644 gram, in elk geval een hoeveelheid of hoeveelheden van meer dan 30 gram hennep en/of resten/delen daarvan, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
verdachte in of omstreeks de periode van 1 juni 2017 tot en met 12 februari 2018, te [plaats] , (althans) in de gemeente [gemeente] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, in elk geval eenmaal, een hoeveelheid of hoeveelheden elektriciteit, in elk geval energie, althans enig goed, dat (telkens) geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan Enexis Netbeheer B.V., (telkens) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich die hoeveelheid/hoeveelheden elektriciteit, althans die energie, onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming.