ECLI:NL:GHARL:2021:8363

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
25 augustus 2021
Publicatiedatum
1 september 2021
Zaaknummer
21-005439-18
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor vernielingen, diefstal, bedreiging en belediging van een politieambtenaar met gevangenisstraf en bijzondere voorwaarden

In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 25 augustus 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Nederland. De verdachte, geboren in 1988, was eerder veroordeeld voor verschillende strafbare feiten, waaronder vernieling, diefstal, bedreiging en belediging van een politieambtenaar. Het hof heeft de eerdere veroordeling vernietigd en de verdachte opnieuw veroordeeld tot een gevangenisstraf van acht maanden, waarvan vier maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaren en bijzondere voorwaarden. De verdachte had op 4 en 6 mei 2018 vernielingen gepleegd aan de woningen van zijn ex-vriendin en een vriendin van haar, en op 5 april 2018 had hij diverse goederen gestolen uit een woning. Tijdens zijn aanhouding bedreigde en beledigde hij een politieambtenaar. Het hof heeft de ernst van de feiten en het strafrechtelijk verleden van de verdachte meegewogen in de strafoplegging. Daarnaast zijn er bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder een meldplicht bij de reclassering, opname in een zorginstelling, en een alcohol- en drugsverbod. Het hof heeft ook geconstateerd dat er sprake was van overschrijding van de redelijke termijn in de procedure, wat heeft geleid tot een gematigde straf.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-005439-18
Uitspraak d.d.: 25 augustus 2021
TEGENSPRAAK
Verkort arrestvan de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Nederland van 21 september 2018 in de in eerste aanleg gevoegde strafzaken, parketnummers 18-100037-18 en 18-065948-18, tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1988,
thans uit anderen hoofde verblijvende in PI Leeuwarden.

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 11 augustus 2021 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot:
  • vernietiging van het vonnis en veroordeling ter zake van het in de zaak met parketnummer 18-100037-18 onder 1 en 2, en in de zaak met parketnummer 18-065948-18 onder 1 primair, 2 en 3 tenlastegelegde;
  • oplegging van een gevangenisstraf van zes maanden, waarvan drie maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren en met als bijzondere voorwaarden:
- meldplicht bij de reclassering;
- opname in een zorginstelling;
- alcohol- en drugsverbod;
- meewerken aan schuldhulpverlening;
- teruggave van het beslag aan rechthebbende [naam1] .
Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennisgenomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman, mr. B.P.M. Canoy, naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

Verdachte is bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Nederland van 21 september 2018 wegens het in de zaak met parketnummer 18-100037-18 onder 1 en 2 en in de zaak met parketnummer 18-065948-18 onder 1 primair, 2 en 3 tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf maanden, waarvan twee maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaren en met daaraan verbonden een aantal bijzondere voorwaarden. Daarnaast heeft de politierechter ten aanzien van het beslag de teruggave gelast aan rechthebbende [naam1] en de benadeelde partij [naam1] niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering tot schadevergoeding.
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een andere strafoplegging komt en daarom opnieuw rechtdoen.

De tenlastelegging

Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
zaak met parketnummer 18-100037-18:
1.
hij op of omstreeks 4 mei 2018 te [plaats1] opzettelijk en wederrechtelijk een raam, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander, te weten aan [naam2] en/of [naam3] , toebehoorde, heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
2.
hij op of omstreeks 6 mei 2018 te [plaats1] opzettelijk en wederrechtelijk een (achter)raam, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander, te weten aan [naam4] en/of [naam3] toebehoorde, heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt.
zaak met parketnummer 18-065948-18:
1.
primair
hij op of omstreeks 5 april 2018 te [plaats1] een of meer tablets (Apple en/of Qware) en/of een of meer pakjes sigaretten en/of een of meer smartphones (iPhone SE en/of iPhone 6 en/of iPhone 4s en/of een Huawei) en/of een fles bier (Heineken) en/of een blikje tonijn en/of een of meer bankpassen en/of een rijbewijs en/of een ID kaart en/of een blikje met inhoud (geld), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [naam1] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
1.
subsidiair
hij op of omstreeks 5 april 2018 te [plaats1] , een goed te weten: een of meer tablets (Apple en/of Qware) en/of een of meer pakjes sigaretten en/of een of meer smartphones (iPhone SE en/of iPhone 6 en/of iPhone 4s en/of een Huawei) en/of een fles bier (Heineken) en/of een blikje tonijn en/of een of meer bankpassen en/of een rijbewijs en/of een ID kaart en/of een blikje met inhoud (geld) heeft verworven, voorhanden gehad, en/of overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van deze goederen wist, dan wel redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het door misdrijf verkregen goederen betrof;
1. meer subsidiair
hij op of omstreeks 5 april 2018 te [plaats1] opzettelijk een of meer tablets (Apple en/of Qware) en/of een of meer pakjes sigaretten en/of een of meer smartphones (iPhone SE en/of iPhone 6 en/of iPhone 4s en/of een Huawei) en/of een fles bier (Heineken) en/of een blikje tonijn en/of een of meer bankpassen en/of een rijbewijs en/of een ID kaart en/of een blikje met inhoud (geld), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en welk goed verdachte anders dan door misdrijf onder zich had, te weten als vinder van genoemde goederen, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
2.
hij op of omstreeks 5 april 2018 te [plaats1] [verbalisant1] (agent) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [verbalisant1] dreigend de woorden toe te voegen "Wacht maar tot ik je tegen kom zonder deze handboeien. Ik ga dan je hoofd helemaal verbouwen" en/of "Kijk mij aan. Ik ga je één ding beloven. En dit meen ik echt, geloof mij maar. Als ik jou op straat tegenkom, dan ga ik je hele hoofd verbouwen. Ik sla je hele kop tot moes", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
3.
hij op of omstreeks 5 april 2018 te [plaats1] opzettelijk een ambtenaar, te weten [verbalisant1] (agent), gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn/haar bediening, in zijn/haar tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door hem/haar de woorden toe te voegen: "Je moet niet zo bijdehand doen met je pakje, vieze mongool" en/of "kankermongool" en/of "Ik ben niet bang voor jou. Wat een kut baan heb jij, met je pipo-pakje aan. Ik mag jou niet, met je rotkop. Je bent een zielig ventje, wist je dat?" en/of "Ik mag jou niet met je zielige kop. Wat heb jij een zielige kop, zeg. Je moet wel trots zijn op zo'n kutte kop. Ik durf te wedden dat jij geen vriendin hebt. En als je wel een vriendin hebt dan zou die niet met jou gezien willen worden. Vooral met zo'n lelijke kop. Je moet mij niet aankijken met je lelijke kop. Ik word misselijk van jouw rotkop. Ik heb zin om je hoofd te verbouwen. Waarom kijk jij naar mij? Ben jij een homo ofzo. Kijk de andere kant op. Kijk mij niet aan, homo!" en/of "Vieze gore kanker hoer dat je bent. Wat een achterlijke rotkop heb je. Ik hoop niet dat je kinderen hebt" en/of "Vieze klootzak, achterlijke kankermongool", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Bewezenverklaring

Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel -ook in onderdelen- slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het in de zaak met parketnummer 18-100037-18 onder 1 en 2 en in de zaak met parketnummer 18-065948-18 onder 1 primair, 2 en 3 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
zaak met parketnummer 18-100037-18:
1.
hij op 4 mei 2018 te [plaats1] opzettelijk en wederrechtelijk een raam, dat aan een ander, te weten aan [naam3] , toebehoorde, heeft vernield;
2.
hij op 6 mei 2018 te [plaats1] opzettelijk en wederrechtelijk een achterraam, dat aan een ander, te weten aan [naam3] , toebehoorde, heeft vernield.
zaak met parketnummer 18-065948-18:
1.
primair
hij op 5 april 2018 te [plaats1] tablets (Apple en Qware) en pakjes sigaretten en smartphones (iPhone SE en iPhone 6 en iPhone 4s en een Huawei) en een fles bier (Heineken) en een blikje tonijn en bankpassen en een rijbewijs en een ID kaart en een blikje met inhoud (geld), toebehorende aan [naam1] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
2.
hij op 5 april 2018 te [plaats1] [verbalisant1] (agent) heeft bedreigd met zware mishandeling, door die [verbalisant1] dreigend de woorden toe te voegen "Wacht maar tot ik je tegen kom zonder deze handboeien. Ik ga dan je hoofd helemaal verbouwen" en "Kijk mij aan. Ik ga je één ding beloven. En dit meen ik echt, geloof mij maar. Als ik jou op straat tegenkom, dan ga ik je hele hoofd verbouwen. Ik sla je hele kop tot moes.";
3.
hij op 5 april 2018 te [plaats1] opzettelijk een ambtenaar, te weten [verbalisant1] (agent), gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, in zijn tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door hem de woorden toe te voegen: "Je moet niet zo bijdehand doen met je pakje, vieze mongool" en "kankermongool" en "Ik ben niet bang voor jou. Wat een kut baan heb jij, met je pipo-pakje aan. Ik mag jou niet, met je rotkop. Je bent een zielig ventje, wist je dat?" en "Ik mag jou niet met je zielige kop. Wat heb jij een zielige kop, zeg. Je moet wel trots zijn op zo'n kutte kop. Ik durf te wedden dat jij geen vriendin hebt. En als je wel een vriendin hebt dan zou die niet met jou gezien willen worden. Vooral met zo'n lelijke kop. Je moet mij niet aankijken met je lelijke kop. Ik word misselijk van jouw rotkop. Ik heb zin om je hoofd te verbouwen. Waarom kijk jij naar mij? Ben jij een homo ofzo. Kijk de andere kant op. Kijk mij niet aan, homo!" en "Vieze gore kanker hoer dat je bent. Wat een achterlijke rotkop heb je. Ik hoop niet dat je kinderen hebt" en "Vieze klootzak, achterlijke kankermongool".
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het in de zaak met parketnummer 18-100037-18 onder 1 en 2 bewezenverklaarde levert telkens op:
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen.
Het in de zaak met parketnummer 18-065948-18 onder 1 primair bewezenverklaarde levert op:
diefstal.
Het in de zaak met parketnummer 18-065948-18 onder 2 bewezenverklaarde levert op:
bedreiging met zware mishandeling.
Het in de zaak met parketnummer 18-065948-18 onder 3 bewezenverklaarde levert op:
eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening.

Strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.

Oplegging van straf en/of maatregel

De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich op 4 en 6 mei 2018 schuldig gemaakt aan vernieling. Omdat verdachte boos was op aangeefster [naam2] , zijn ex-vriendin, heeft hij een raam van haar woning én een raam van de woning van een vriendin van die [naam2] , en waar zij op dat moment op visite was, vernield. Naast de omstandigheid dat dergelijk handelen gevoelens van onveiligheid en onzekerheid teweeg brengt, is het bijzonder kwalijk dat verdachte het raam van de woning van zijn ex-vriendin heeft vernield terwijl er in die woning kinderen aanwezig waren.
Daarnaast heeft verdachte zich op 5 april 2018 schuldig gemaakt aan diefstal uit een woning van allerlei (kostbare) goederen, zoals iPhones en tablets. Toen verdachte werd aangehouden heeft hij zich vreselijk misdragen tegenover de politie, waarbij hij een politieambtenaar heeft bedreigd en beledigd. Dat verdachte een politieambtenaar, die gewoon zijn werk deed, op een dergelijke agressieve en denigrerende manier heeft bejegend getuigt van een volstrekt gebrek aan respect voor het bevoegde gezag. Ook heeft verdachte met zijn handelen de agent in zijn eer en goede naam aangetast.
Door te vernielen en te stelen heeft verdachte inbreuk gemaakt op de eigendomsrechten van anderen en (financiële) schade en hinder veroorzaakt.
Uit het verdachte betreffend uittreksel Justitiële Documentatie van 9 juli 2021 volgt dat verdachte eerder wegens strafbare feiten, waaronder ook soortgelijke feiten, onherroepelijk is veroordeeld tot geldboetes, taakstraffen en een gevangenisstraf. Ook is verdachte na het plegen van onderhavige feiten opnieuw veroordeeld, zodat artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht van toepassing is.
Verder heeft het hof gelet op de persoonlijke omstandigheden zoals die uit het dossier blijken en zoals die ter terechtzitting door en namens verdachte naar voren zijn gebracht. Door de reclassering wordt geadviseerd om een aantal bijzondere voorwaarden op te leggen.
Alles afwegend acht het hof in beginsel oplegging van een gevangenisstraf van acht maanden, waarvan drie maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaren, passend en geboden. Een andere, mildere sanctie doet onvoldoende recht aan de aard en ernst van de feiten, ook gelet op verdachtes strafrechtelijk verleden. Het voorwaardelijke deel dient als stok achter de deur om te voorkomen dat verdachte opnieuw strafbare feiten pleegt. Het hof verbindt aan de voorwaardelijke gevangenisstraf – kortweg – de volgende bijzondere voorwaarden: een meldplicht, een klinische opname in een zorginstelling, een alcohol- en drugsverbod en verplichte medewerking aan schuldhulpverlening. Hoewel de houding van verdachte ten aanzien van (verplichte) hulpverlening ambivalent is, realiseert verdachte zich wel dat hij hulp nodig heeft en dat gedragsverandering nodig is om zijn leven weer op de rit te krijgen en in de toekomst recidive te voorkomen. Het hof acht het nodig dat verdachte daarbij hulp en steun krijgt in een verplicht kader. Het is aan verdachte om zijn goede bedoelingen om te zetten in daden en te laten zien dat hij daadwerkelijk in staat is tot gedragsverandering.
In hoger beroep is sprake van overschrijding van de redelijke termijn met tien maanden. Het vonnis dateert van 21 september 2018. Verdachte heeft op 5 oktober 2018 hoger beroep ingesteld en het eindarrest dateert van 25 augustus 2021. Vanwege deze termijnoverschrijding zal het hof de op te leggen straf matigen, zodat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van acht maanden, waarvan vier maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaren en met oplegging van voormelde bijzondere voorwaarden.

Beslag

Het hof gelast de teruggave van de inbeslaggenomen aanstekers, een krat, een geldkist en een blik aan [naam1] omdat hij redelijkerwijs als rechthebbende kan worden aangemerkt.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 57, 63, 266, 267, 285, 310 en 350 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 18-100037-18 onder 1 en 2 en in de zaak met parketnummer 18-065948-18 onder 1 primair, 2 en 3 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het in de zaak met parketnummer 18-100037-18 onder 1 en 2 en in de zaak met parketnummer 18-065948-18 onder 1 primair, 2 en 3 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
8 (acht) maanden.
Bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot
4 (vier) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 3 (drie) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang als de reclasseringsinstelling dit noodzakelijk acht daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
Stelt als bijzondere voorwaarde dat de veroordeelde verplicht is zich binnen veertien dagen na het onherroepelijk worden van dit arrest te melden bij de reclassering van Verslavingszorg Noord Nederland, Oostergoweg 6, 8932 PC te Leeuwarden en dat hij zich gedurende de volledige proeftijd blijft melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht.
Stelt als bijzondere voorwaarde dat de veroordeelde zich gedurende de proeftijd zal laten opnemen in het Intramuraal Motivatiecentrum te Beilen, of een soortgelijke zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De opname start zodra de instelling daarvoor een aanbod kan doen. De opname duurt maximaal zes maanden of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt veroordeelde mee aan de indicatiestelling en plaatsing.
Stelt als bijzondere voorwaarde dat het de veroordeelde gedurende de volledige proeftijd verboden is alcohol en/of drugs te gebruiken en dat hij verplicht is ten behoeve van de naleving van dit verbod mee te werken aan bloedonderzoek, ademonderzoek of urineonderzoek.
Stelt als bijzondere voorwaarde dat veroordeelde meewerkt aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. Veroordeelde geeft de reclassering inzicht in zijn financiën en schulden.
Geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarde(n) en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Gelast de
teruggaveaan [naam1] van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
18-065948-18: 2 aanstekers;
18-065948-18: 1 bierkrat;
18-065948-18: 1 geldkist;
18-065948-18: 1 stuks verpakkingsmateriaal.
Aldus gewezen door
mr. W. Foppen, voorzitter,
mr. H.J. Deuring en mr. A. Meester, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. J. Brink, griffier,
en op 25 augustus 2021 ter openbare terechtzitting uitgesproken.