Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
- vernietiging van het vonnis van de eerste rechter en veroordeling van verdachte ter zake van het onder 2 tenlastegelegde;
- oplegging van een gevangenisstraf van 33 dagen, waarvan 30 dagen voorwaardelijk met aftrek van het ondergane voorarrest met een proeftijd van twee jaren en met als bijzondere voorwaarden:
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
hij in of omstreeks de periode van 8 april 2017 tot en met 31 juli 2017 te [plaats1] , in de gemeente [gemeente1] , in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van de familie [naam1] en/of [naam1-a] en/of [naam1-b] , in elk geval van een ander, met het oogmerk die familie [naam1] en/of [naam1-a] en/of [naam1-b] , in elk geval die ander, te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen, door wederrechtelijk stelselmatig en met voormeld oogmerk (op verschillende tijdstippen in genoemde periode) (telkens) (onder meer)
Overweging met betrekking tot het bewijs
Bewezenverklaring
hij omstreeks de periode van 8 april 2017 tot en met 31 juli 2017 te [plaats1] , in de gemeente [gemeente1] , wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [naam1-a] en [naam1-b] , met het oogmerk die [naam1-a] en [naam1-b] dwingen iets te dulden en vrees aan te jagen, door wederrechtelijk stelselmatig en met voormeld oogmerk op verschillende tijdstippen in genoemde periode telkens
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
33 (drieëndertig) dagen.
30 (dertig) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 2 (twee) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn/haar identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang als de reclasseringsinstelling dit noodzakelijk acht daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.