Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- het beroepschrift met producties, ingekomen op 12 maart 2021;
 - het verweerschrift tevens incidenteel hoger beroep met producties;
 - het verweerschrift in het incidenteel hoger beroep;
 - een journaalbericht van mr. Hofman van 24 juni 2021 met producties;
 - een journaalbericht van mr. Slootweg van 25 juni 2021 met producties;
 - een journaalbericht van mr. Slootweg van 1 juli 2021 met de spreekaantekeningen, en
 - een journaalbericht van mr. Hofman van 1 juli 2021 met de spreekaantekeningen met productie.
 
- de man bijgestaan door zijn advocaat, en
 - de vrouw en [verweerder] , bijgestaan door hun advocaat.
 
3.De feiten
- [verweerder] ( [verweerder] ), geboren [in] 2003 te [plaats1] ;
 - [de minderjarige1] ( [de minderjarige1] ), geboren [in] 2004 te [woonplaats1] ;
 - [de minderjarige2] ( [de minderjarige2] ), geboren [in] 2006 te [woonplaats1] , en
 - [de minderjarige3] ( [de minderjarige3] ), geboren [in] 2008 te [woonplaats1] .
 
Financiën
4.De omvang van het geschil
- de kinderalimentatie met ingang van 1 april 2020 wordt vastgesteld op € 135,- per kind per maand en met ingang van 1 januari 2021 op € 154,- per kind per maand, althans met ingang van zodanige data en op zodanige bedragen als het hof juist acht;
 - de man met ingang van 1 april 2020, althans met ingang van een datum als het hof juist acht daarnaast geen andere bijdrage hoeft te voldoen;
 - de vrouw en [verweerder] aan de man dienen terug te betalen hetgeen zij met inachtneming van het hiervoor bepaalde teveel hebben ontvangen, en
 - de vrouw de proceskostenveroordeling in eerste aanleg dient terug te betalen aan de man.
 
5.De motivering van de beslissing
- de wijziging van omstandigheden (5.2 tot en met 5.4);
 - de behoefte van de kinderen (5.5);
 - de draagkracht van de vrouw (5.6);
 - de draagkracht van de man (5.7 tot en met 5.18) en
 - de proceskostenveroordeling (5.19 en 5.20).
 
2017-2019 in eerste aanleg berekend op € 38.585,- voor [naam4] en op € 60.341,- voor [naam3] , in totaal € 98.926,-. In de draagkracht berekening, productie 12 bij verzoekschrift in eerst aanleg, berekent de man zijn netto besteedbaar inkomen (NBI) op basis van deze gemiddelde winst op € 5.418,- per maand. Daarmee heeft de man voldoende draagkracht om de kinderalimentatie te betalen: volgens de in 2020 geldende formule € 1.972,- per maand.