Uitspraak
Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
hij op of omstreeks 29 juni 2019 te [plaats1] [benadeelde partij] heeft mishandeld door die [benadeelde partij] met kracht bij de (boven)arm vast te pakken en/of in die (boven)arm te knijpen;
hij op of omstreeks 29 maart 2020 te [plaats2] , gemeente [gemeente1] , [benadeelde partij] heeft mishandeld door die [benadeelde partij] in een nekklem te pakken, althans vast te pakken, en/of meermalen, althans eenmaal, (hard) op de grond te duwen en/of te schoppen;
hij op of omstreeks 29 maart 2020 te [plaats2] , gemeente [gemeente1] , opzettelijk en wederrechtelijk een telefoon, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander, te weten aan [benadeelde partij] toebehoorde, heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
hij in of omstreeks de periode van 18 april 2020 tot en met 7 juni 2020 te [plaats2] , gemeente [gemeente1] en/of te [plaats3] en/of [plaats4] , althans in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [benadeelde partij] , door:
Overweging met betrekking tot het bewijs
Ten slotte heeft verdachte ontkend een dreigende tekst en foto naar de zwager van aangeefster te hebben gestuurd met de bedoeling om aangeefster aldus te stalken. Een en ander heeft niets met aangeefster te maken, aldus de raadsvrouw. Het hof overweegt dat het betrekken van naasten in verdachtes stalkingsaanpak past en acht het standpunt van de verdediging tegen die achtergrond niet geloofwaardig
Bewezenverklaring
hij op 29 juni 2019 te [plaats1] [benadeelde partij] heeft mishandeld door die [benadeelde partij] met kracht bij de bovenarm vast te pakken en in die bovenarm te knijpen;
hij op 29 maart 2020 te [plaats2] , gemeente [gemeente1] , [benadeelde partij] heeft mishandeld door die [benadeelde partij] vast te pakken en hard op de grond te duwen;
hij op 29 maart 2020 te [plaats2] , gemeente [gemeente1] , opzettelijk en wederrechtelijk een telefoon, die geheel aan een ander, te weten aan [benadeelde partij] , toebehoorde, heeft vernield;
hij in de periode van 18 april 2020 tot en met 7 juni 2020 te [plaats2] , gemeente [gemeente1] , en te [plaats3] en [plaats4] , wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [benadeelde partij] , door:
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en/of maatregel
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
66 (zesenzestig) dagen.
60 (zestig) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 3 (drie) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn/haar identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang als de reclasseringsinstelling dit noodzakelijk acht daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
taakstrafvoor de duur van
100 (honderd) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
50 (vijftig) dagen hechtenis.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij]
€ 2.455,41 (tweeduizend vierhonderdvijfenvijftig euro en eenenveertig cent) bestaande uit € 1.455,41 (duizend vierhonderdvijfenvijftig euro en eenenveertig cent) materiële schade en € 1.000,00 (duizend euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.